Sunday, December 23

snakken naar adem...


Toen we vorig jaar in Bangkok waren was de koudegolf voorpaginanieuws; mensen bleven binnen omdat het maar 25C was... Deze keer is het zo'n 10 graden warmer, de luchtvochtigheid is hoog en het is windstil. Met als gevolg dat nu de gevaarlijke smog het nieuws beheerst. De Bangkokianen wordt aangeraden binnen te blijven (voor ons geen optie...) en buiten in ieder geval een monddoekje te dragen. (terwijl duidelijk is dat dat niet helpt tegen fijnstof!)


Door de weersomstandigheden en de 30.000 passen (!) van donderdag hebben m'n voeten het trouwens opgegeven, maar gelukkig heeft het Amara hotel een heerlijk zwembad (met uitzicht op de Mahanakon toren) en een koele clublounge om bij te komen, met van 5 tot 7 uur gratis drankjes en hapjes. Onze clubkamer op de 21ste verdieping is ook een oase van rust en bovendien voorzien van zo'n geniaal Japanse toilet....

Voordat we de auto op het vliegveld inleverden bezochten we onderweg nog 2 tempels: de grootste tempel van Thailand waar honderden mensen rondliepen met trays vol met - naar later bleek - gekookte eieren. Dat is bij die tempel de manier van offeren wanneer de wensen zijn uitgekomen; blijkbaar is iedereen in Chachoengsao erg tevreden. 


Nog nooit zoveel eieren bij elkaar gezien. Ook veel schoenen... Voor het eerst - zoals voor jassen in de schouwburg - kregen we een nummertje om ze later weer veilig op te kunnen halen. (maar laten we nou eerlijk zijn, wie wil er weglopen op van die Jezus-sandalen....)

Met het kolossale beeld van een Ganesha bij een hindoeïstische tempel maakten we de cirkel van de rondreis kompleet. De eerste dag - bijna 4 weken eerder - begonnen bij de olifant met 3 koppen van het Erawan museum, eindigen we nu met de olifant met de 4 armen. De olifant is een belangrijk symbool voor Thailand en het boeddhisme. Vervolgens na zo'n 3300 km de auto - weliswaar niet spic en span - zonder ook maar een krasje weer ingeleverd bij de mevrouw van Hertz.


Het uitzicht vanaf de 341 meter hoge Mahanakon toren was door de smog niet erg helder. Door het glazen plateau was straatniveau wel heel duidelijk zichtbaar en ik heb daarom mijn beurt voorbij laten gaan; Paul trok onverstoord de sloffen over z'n schoenen aan en liep alsof er niets aan de hand was op zo'n 300 meter hoogte over een glasplaat.
Tot voor kort was de toren de hoogste van Thailand, maar dat is inmiddels achterhaald. Nu is het het hoogste uitkijkpunt van het land.
Paul was trouwens helemaal in z'n nopjes omdat-ie vanwege zijn leeftijd een flinke korting op de entreeprijs kreeg. Heb het ook nog even geprobeerd, maar nee, ik zag er veel jonger uit dan 60... Mijn dag ook weer goed!

Bang Rak, waar het hotel zich bevindt, is - zoals de Kinkerbuurt in Amsterdam - helemaal aan het "verhippen". Oude pakhuizen worden winkeltjes en trendy restaurants en door de hele buurt veel muurschilderingen. We lunchen er in 2 tentjes aangeraden door de food-guru Mark Wiens; bij de ene belanden we bij toeval en de ander na enig speurwerk gevonden. De laatste is een streetfood restaurant met een paar tafeltjes op de stoep; het eten (noedels) mag dan heerlijk zijn, de weersomstandigheden en het drukke verkeer zijn kleine minpuntjes...


Naast als die stappen - met de route op de iPhone in de hand - hebben we de stad doorkruist met tuk tuks, rivierboten, skytrain en ondergrondse. Het is - waarschijnlijk ook door de komende feestdagen - erg druk in de stad (de smog zal de komende dagen dan ook alleen nog maar toenemen...) En ondanks het feit dat slecht 5% van de bevolking christelijk is staat de hele stad vol met kerstbomen en klinken de kerst-evergreens luider dan ooit.

de kerstboom bij Iconsiam
We doen de laatste boodschapjes en shoppen wat in de luxe shoppingmalls. De nieuwste aanwinst - Iconsiam - is weer mooier dan de andere en ligt op een prachtige plek aan de rivier.  Ze gaan er prat op dat ze de eerste Apple store van het land hebben; dat klinkt wellicht vreemd omdat er heel veel Apple-producten worden verkocht. De meeste daarvan zijn denkelijk niet echt! 

'Ben trouwens 7 weken op zoek geweest naar mangosteens, maar die waren in heel Thailand niet te krijgen en kreeg steeds te horen dat het fruit "out of season" was. Pas in Bangkok vind ik er een paar, maar die lijken  ietwat overrijp. Gelukkig blijken ze bij thuiskomst bij de Lidl in de Kopermolen volop te krijgen zijn...


De verkiezingen waar ik vorig jaar over schreef hebben nog steeds niet plaatsgevonden en staan nu voor 24 februari 2019 op het programma. De bedoeling is dat voor die datum de koning ook nog even wordt gekroond, maar daar is volgens mij nog niets over bekend. (ik denk dat-ie stilletjes hoopt dat het een en ander niet doorgaat....) We zullen zien hoe het land er volgend jaar voorstaat!

Overigens zakt Bangkok momenteel 2 cm per jaar en in combinatie met de klimaatveranderingen zal de stad - volgens de deskundigen - over 10 tot 15 jaar (gedeeltelijk) overstroomd zijn! Misschien volgend jaar toch maar weer gaan, nu het nog met droge voeten kan... Bangkok blijft boeien!

Tuesday, December 18

aroy mak mak!

Op de plaats waar ons bed staat in de "historic inn" in Chantaburi stond in het begin van de vorige eeuw de vrouw des huizes lokale lekkernijen klaar te maken; de kamer heet dan ook toepasselijk "Mother's Kitchen". Zo heeft elke van de 12 kamers een naam die iets te maken heeft met de historie van het 150 jaar oude huis of de rubberplantages waar de toenmalige eigenaar rijk mee is geworden. (http://www.baanluangrajamaitri.com/en/ ) Het huis - dat ook dienst doet als museum (alleen de entree op de benedenverdieping) - is gebouwd van hout en flink gehorig. Bij aankomst worden we al gewaarschuwd voor de krabben die in deze periode vanuit zee in de rivier komen paaien; het is niet dat de krabben veel kabaal maken, maar wel de vissers die de hele nacht met erg lawaaiige bootjes op jacht zijn naar de beestjes.... Ook het verkeer in het smalle straatje van de -overigens schitterende - "waterfront" komt al weer vroeg op gang.

Het ontbijt - je hebt keuze uit 3 soorten; noedels, congee of gebakken eieren - moet je de dag van te voren al bestellen, want dat wordt bij één van de vele eettentjes besteld! Ba Mai - het noedelrestaurantje van de overbuurvrouw levert m'n noedels en is om zes uur al bezig met de voorbereidingen... Samen met de eigengebakken Thaise "oliebolletjes" - lekker met gecondenseerde melk - een voedzaam ontbijtje met uitzicht op de rivier.


Tijdens het ontbijt raken we in gesprek met 'n Amerikaanse jongedame die - oh wat 'n toeval -  uit Austin (Texas) komt! Gespreksstof te over dus. We nemen haar op sleeptouw voor een wandeling over de markt, de 'gem-market' en de oude stad en verder gaat ze weer met haar bliksembezoek aan Thailand en Sri Lanka.

Daarna rijden we via de kust richting onze tweede bestemming in Chantaburi. Leuk tochtje vol met verassingen; een volledig witte tempel, een "delfts blauwe" tempel en een idyllisch restaurantje aan een baai, waar we na enig "handen-en-voeten-werk" een voortreffelijk bord curry met softshell crabs en versgemaakte fishcakes op tafel krijgen! Aroy mak mak, oftewel; heerlijk!!


Na het rumoerige hotel in het oude gedeelte van Chantaburi verheugden we ons op het rustige Pimdara hotel, net buiten de stad op het platteland. Druiloren als we zijn hadden we er geen rekening mee gehouden dat de buurman wel eens (minstens) 10 hanen zou kunnen hebben... En ook niet dat die k..beesten niet rond zonsopkomst maar al halverwege de nacht om het luidst begonnen te kraaien. (niets over gelezen in de reviews...)

Het ontbijt maakte een boel goed. De eigenaresse begon met zich te verontschuldigen voor het feit dat het ontbijt alleen uit 'Thai food' bestond; ik vond het heerlijk, vooral omdat er verschillende lokale lekkernijen bij waren! De regio staat bekend om fruit, groenten en kruiden; geen wonder dat er veel bijzondere smaken te ontdekken zijn. De avond ervoor raadde een vriendelijke dame me aan een zure vissoep met het groen van de kardemomplant te bestellen. Dat was de eerste en enige misser op culinair gebied; de soep smaakte naar hoe m'n 'Gehwohl' voetencrème ruikt... Jakkes! (en we hadden haar 's middags nog wel zo lief gewezen op een een paar (grappige) schrijffouten in haar Engelse menukaart. Fired in plaats van fried, Main Cause....)

Maar de geroerbakte rijstnoedels met krab (pad sen Chan buu) en de 'draadjesvlees curry met Chamuang blaadjes' (gaeng muu Chamuang; eerder gegeten bij het nummer 1 restaurant Chanthorn Pochana) bij het ontbijt van Pimdara waren top. Twee lokale favorieten op één bord!


Onderweg naar het Sai Dao National Park en de Chatrium golfbaan staan om de paar honderd meter borden met "Beware of  the Elephants", zelfs soms met rode knipperlichten. Tja, op de Veluwe delven de herten meestal het onderspit, maar wanneer je hier met een vaartje tegen een olifant aanrijdt moet je dat met de dood bekopen (onlangs weer gebeurd). 'n Gewaarschuwd mens telt dus voor twee.

Ook op de baan wordt je zo nu en dan gewaarschuwd voor olifanten en apen. En als we op hole 10 arriveren worden zelfs de caddies onrustig wanneer we dichtbij in de jungle naast de baan een paar keer het getrompetter van een olifant horen... De apen schijnen nogal eens wat te jatten; één van de boeven pakte m'n bal op, keek er aandachtig naar en legde 'm terug. Waarschijnlijk vond-ie 'm te oud.

Het is overigens een schitterende golfbaan in dito omgeving, perfect onderhouden . Jammer alleen dat ook hier 5- en 6-ballen zijn toegestaan....
In het National Park - ondanks het feit dat we als westerlingen 10 keer zoveel voor de entreeprijs betalen als de Thai - staat geen enkel opschrift in het Romeinse schrift. Dat heeft tot gevolg dat we de watervallen mislopen, maar desondanks een leuke wandeling maken.


De volgende etappe is lang en verloopt 'n tikkeltje dramatisch. Het eerste "tussenpunt", La-lu, 'n gebied met wonderlijke erosies, is prachtig en wonder boven wonder ontzettend goed aangegeven. (da's uniek in Thailand!).
De volgende bestemming - het Nana Dhammasathan Buddha park - is aan de werksporen te zien nog maar onlangs vakkundig dichtgetimmerd. Jammer, want de foto's op internet zien er prachtig uit. Op naar het Pang Sida NP; daar aangekomen probeert de man bij de slagboom ons uit te leggen dat er nauwelijks water valt bij de waterval, dus wij maken rechtsomkeer...

Maar het ergste komt nog; het Chantra Hotel in Sa Kaeo - een oninteressante grensstad vlakbij Battambang in Cambodja - is nog lang niet af en de (rokende) werklui zijn overal met veel kabaal bezig, het personeel is zeer onvriendelijk en ongeïnteresseerd en de conversatie loop voornamelijk via een vertaalapp op één van de iPhones van de dames en een rekenmachine. Als klap op de vuurpijl komen de door Paul bestelde spareribs als een soort gehaktschotel op tafel; bij navraag bleken de spareribs fijn gehakt te zijn..... Chop chop!


Nog één overnachting voordat we op woensdag weer naar Suvarnabhumi (of New Bangkok International Airport / BKK) rijden. De rit naar Chachoengsao gaat langs 4 wats, de één nog aparter dan de ander.
De eerste is volledig gedecoreerd met schelpen, de tweede is van top tot teen goud gekleurd, de derde is van roestvrij staal gemaakt en de vierde is op zich vrij gewoontjes ware het niet dat er een enorme kolonie "flying foxes" (grote vleermuizen, ook wel "fruit bats") bivakkeert.

Bij die laatste tempel waren we getuigen van het inzegenen van een gloednieuwe auto (ze laten hier alles inzegenen). De monnik ziet ons staan en zegent ons ook maar even tussen neus en lippen door, ik denk dat de gelukkige eigenaar van de nieuwe auto daar voor betaald heeft.... Wel een prettig idee dat dat eindelijk een keer gebeurd is!


We bezoeken ook een religieus soort Disneyland met kopieën van allerlei Buddhabeelden, 'n markt en restaurants. Alles draait hier om eten. Ik heb er m'n jaarlijkse durian-momentje; dit keer met een Ola ijsje met durian smaak. En - 't is waar  - het aroma komt je tegemoet, wanneer je het pakje open doet...  Ja, 't stinkt! Maar smaakt "aroy mak mak"....


Nog 3 dagen Bangkok in het vooruitzicht! 'Heb weer allerlei wandelingen uitgestippeld door onbekend gebied. Bovendien zijn er 2 nieuwe dingen onlangs geopend; de 'observatory' van de Mahanakon toren en de Iconsiam shoppingmall aan de andere kant van de rivier. Superdeluxe en hypermodern winkelcentrum annex museum annex theater met een fontein-spektakel à la the Bellagio in Las Vegas, direkt aan de rivier. De foto's en filmpjes zien er spectaculair uit.

Wednesday, December 12

ravioli met eend en truffelboter...

Al vroeg wandelen we in Trat naar een restaurantje voor het ontbijt; voor het pandje staat een chique geklede oudere dame continu noedelsoep te maken. Da's het belangrijkste gerecht van de zaak, een andere dame staat paraat om eventueel iets anders in elkaar te flansen. Het is een onbenullig tentje, maar bomvol - nog maar 2 tafeltjes vrij - en aan de foto's op de wand te zien niet alleen bij de locals erg geliefd, maar ook bij de Thaise Beau Monde... De chique dame staat naast allerlei - naar verluid - sterren en bekende Thai.


Van de Groningers begrepen we dat ze - net als de dame in Bangkok, die onlangs als eerste een Michelinster voor een streetfood restaurant heeft gekregen - ook hier kans maken op zo'n ster! (ze wisten trouwens ook te vertellen dat je bij Jay Fai in Bangkok - nu ze zo populair is - 2 uur moet wachten voordat je omelet met krab klaar is)

Voordat we naar de ferry voor Koh Chang rijden lopen we nog even over de markt en kopen fruit voor onderweg; deze vruchten had ik nog nooit gezien, laat staan gegeten en komen alleen uit deze regio. De naam 'snake fruit' danken ze aan de geschubde schil; pellen doet dan ook een beetje pijn, maar ze smaken heerlijk zoet.

Ik sla ook nog even een flesje Nam Man Leuang (ook wel Yellow Oil); 'n kruidenolie die alleen hier in Trat gemaakt wordt en gekocht kan worden en volgens de verhalen goed is voor van alles en nog wat. Paul kan er in ieder geval de jeuk van z'n tientallen muggenbeten mee onderdrukken. Bovendien een lokale bezem op de kop getikt (voor €1,25) en ja, ook de dames van het winkeltje vonden me maar een rare vent, geloof ik. (mooi ding en hartstikke handig hoor...!)


De overtocht naar Koh Chang duurt maar 'n half uurtje en ondanks de roestige boot en bijna vermolmde planken komen we weer goed aan. Voelt als een tochtje naar Texel, maar dan iets warmer en een stuk tropischer... Het eiland is ook een slag groter dan Texel en op 2 na grootste eiland van Thailand. Maar daarbij moet worden gezegd dat alleen rondom een strook van 1 kilometer wordt gebruikt; de rest is dichte jungle met een paar bergen van zo'n 700 meter hoog! En ondanks het feit dat het toerisme de afgelopen jaren flink is toegenomen (vooral rochelende Chinezen en bezopen Russen) is het nog best wel "paradijselijk" hier en daar en net zo relaxed als Koh Lanta.

Veel mooie stranden, maar ook - vooral aan de oostkant van het eiland - leuke vissersdorpjes en restaurantjes. In Kae Bai, waar we logeren, ook volop keus. Plenty Thaise restaurants, 'n enorm "moo kata restaurant" (met je eigen bbq-tje op tafel), een leuke Griek die op ons verzoek in plaats van de onduidelijke achtergrondmuziek geestdriftig op zoek ging naar sirtaki-muziek en een geweldige Italiaan waar ik (als groot liefhebber van de Thaise keuken) de chef heb gecomplimenteerd door te zeggen dat zijn ravioli met eend en truffelboter de lekkerste maaltijd was tijdens ruim 5 weken reizen door Thailand. Tja, het kan verkeren.... (vreemd genoeg hadden we vorig jaar de beste maaltijd bij een Frans restaurant in Phnom Penh)


Ook 'n handvol watervallen verspreid over het eiland; avontuurlijk als we zijn gaan we op zoek naar de 'geheime waterval'. Die staat op geen enkele kaart en wordt niet in gidsen vermeld, maar op internet vinden we duidelijke routeaanwijzingen. Aangekomen bij het beginpunt van de wandeling betalen we 40 Thai Baht (€1) aan de eigenaar van de grond waar we over moeten en beginnen vol goede moed aan de wandeling door de jungle. Niet lang geleden heeft iemand een gevecht tussen een 'King Cobra' en een kleiner slangetje gezien en fotografisch vastgelegd, dus we zijn ook op onze hoede.
Al na een kwartiertje kwamen we er achter dat de wandeling iets te gevaarlijk was, ook omdat het op sommige plekken door de onweersbui van afgelopen nacht glibberig was geworden. Op het moment dat we met een schommeltje (!) moesten afdalen besloten we terug te gaan...


Geen slangen gezien, behalve dan de blauwe slangen die de bewoners beneden van water voorzien. (er wordt dan ook vriendelijk gevraagd om je niet vast te houden aan die slangen omdat ze nogal vaak breken en er dus geen water is in het dorp)

Echt spannend wordt het pas 's middags tijdens Paul's jaarlijkse "kappersbezoek in den verre". Voor hij er erg in heeft is de goedlachse dame met een forse tondeuse zijn achterhoofd als een schaap aan het scheren en al rap ligt er voldoende haar op de grond om er een mooie grijze shawl mee te breien.... Voor z'n nieuwe coupe wordt z'n achterhoofd opgeschoren als was hij een Amerikaanse militair; ik spreek 'm de komende dagen dan ook maar aan met first lieutenant Somers! Maar alla, voor een prikkie ziet-ie er - naar verwachting - vanaf de jaarwisseling weer pico bello uit...


We logeren 5 nachten in het AWA resort; een 4 jaar oud hotel, bijzondere architectuur en mooie kunstobjecten in en om het gebouw. Ze pretenderen het flagship hotel van het eiland te zijn, maar op een paar puntjes verschillen we van mening... Al met al wel een heerlijk verblijf! (al was het maar vanwege de ijskoffie bij het uitgebreide ontbijtbuffet!)

Net als in Hua Hin is het hier overdag hoogwater en zijn de meeste stranden smal of helemaal verdwenen; het hotel heeft een kunstmatig strand aangelegd,niet van echt te onderscheiden; je moet alleen via trappen de zee in. Ter compensatie hebben ze een waanzinnig zwembad, die ze vanwege de lengte van het bad "the river" hebben genoemd.



Morgen, weer terug op het vaste land, logeren we niet meer aan zee, maar aan de Chantaburi river (en daar kan je vast niet in zwemmen...)  in een 150 jaar oude historische inn, die ook dienst doet als museum. Logeren in een museum, da's weer eens wat anders!


Friday, December 7

tropisch eilandje


Helaas  verlaten we Pattaya zonder bij “Ons Moeder” een harinkje te happen; Paul vindt de combinatie haring en 37° C niet erg appetijtelijk… De grote Nederlandse gemeenschap hier in Pattaya en Jomtien is trouwens druk bezig met de Sinterklaasviering, ook op de ambassade in Bangkok wordt daar veel werk van gemaakt! Geen idee hoe het hier met de zwartepieten-discussie staat…

We hebben ons – ondanks alle negatieve verhalen over de stad - overigens prima vermaakt. De heerlijke Holiday Inn heeft daar zeker toe bijgedragen… We zijn wel blij dat we de (verkeers-)drukte nu achter ons laten en rijden via de Chee Chan Boeddha richting het zuiden. Onderweg wordt het verkeer plotsklaps rigoreus van de weg geveegd en een paar minuten later scheurt de lange colonne (inclusief een paar ambulances) van de koning voorbij; rondom de verjaardag van zijn overleden vader (5 december) worden er allerlei fietsevenementen georganiseerd (“bike for dad”) en daar doet hij zelf ook wel ‘ns aan mee. Komend weekend staat er een lange fietstocht op het programma. 5 December is trouwens nog steeds een nationale feestdag en vaderdag bovendien.


Ook rondom Rayong is veel industrie en dus veel drukte op de Sukhumvitroad (deze weg begint als belangrijkste winkelstraat in Bangkok en loopt helemaal door naar het zuiden tot aan de grens met Cambodja). Om diezelfde reden zal er onlangs een prachtige Holiday Inn zijn gebouwd; zo veel luxe zijn we in de Thaise hotels onderweg niet gewend (’t is natuurlijk een ander verhaal voor Bangkok…) Met een infinity pool op het dak en een ontbijtbuffet waar je U tegen zegt. Er zijn nog wel een paar startprobleempjes; wanneer we in de lift stappen om naar onze kamer op de 25ste verdieping te gaan sluiten de deuren en wordt alles opeens zwart. Met veel kracht krijgen we de deuren godzijdank open, maar ‘t was wel een beetje ‘n horrorscenario en ik moet er toch telkens even aan denken als ik de lift in stap…
Overigens heeft Rayong een leuk oud centrum en een pittoreske vissershaven; ’n leuke tussenstop onderweg naar de eilanden.


Met de Fast Ferry varen we in 10 minuten naar Koh Samed; tot voor kort voeren er alleen houten veerbootjes in 45 minuten heen en weer, maar ook hier groeit het toerisme flink. Veel resorts pikken hun gasten nu ook op met eigen speedboten, bij gebrek aan pieren betekent dat wel dat je met je koffer door de branding moet banjeren… Het kleine eiland (slechts 7 km lang en 3 km breed op het breedste punt) ligt op maar 2 uur rijden van Bangkok, dus vooral in het weekend wordt het eiland overstroomd door Bangkokianen. Wij zijn er van dinsdag tot vrijdag en valt het dus wel mee. 
Het is een idyllisch eilandje met parelwit zand, helderblauw water en tropische bomen op de strandjes. In eerste instantie voelt het niet erg Thais aan, maar dat valt later mee onder andere door de Thaise massage, de authentiek restaurantjes en de monniken die ook hier vlak na zessen 's ochtends over het strand lopen om de aalmoezen op te halen. (rond die tijd maar weinig volk op het strand; alleen wat wakkere jongens – zoals ik – om de zonsopkomst vast te leggen)


Aan het einde van de baai bivakkeert een grote groep masseuses die, wanneer je ook maar enigszins in de buurt komt, in koor “want massaazj?” roepen. Een jongedame met nummer 112 is ondernemender en komt zo gauw ze ziet dat we nieuwe gasten zijn op me af met de prijslijst. 

De volgende middag lig ik op haar bankje. Ze meldt dat Thaise massage “strong” is en vraagt of ik dat goed vind. Stoer zeg ik natuurlijk “ja!”. Net zoals ik de vraag “you want spicy ?” in restaurants standaard beantwoord met “sure !”... Dat laatste bevalt niet altijd even goed en 112 – of Poen, zoals ze blijkt te heten – had door mijn pijnreacties snel door dat ze beter door kon gaan op level medium…. Zo werd het door de massage, de zeebries en de Tijgerbalsem 70 minuten genieten daar op het strand! Voor de volgende dag had ze bedacht dat ze vitaminen in m’n haar zou smeren (?!) en het eelt van m’n voeten zou scrubben. Die beurt laat ik maar aan me voorbij gaan… Ze blijft toch lief naar we zwaaien en komt zo nu en dan een praatje maken. Dat zal de handelsgeest wel zijn.


In plaats van die haartherapie besloten we om 2 fietsen te huren. Waarschijnlijk waren het de enige 2 fietsen op het eiland, want echt te befietsen – zoals Texel bijvoorbeeld – is Koh Samed beslist niet. De dame van de receptie beweerde echter dat het niet “velly, but little hilly” is; we hebben bijna de helft van de 12 km met de fiets aan de hand heuvels op lopen sjouwen…. Het eiland is autovrij (die staat dus op een parkeerterrein op het vaste land) en scooters zijn – zoals eerder gezegd – uit den boze; dit zijn geen brommertjes maar ware motoren en dus ben je niet verzekerd als je geen motorrijbewijs hebt.

We hebben een paar keer verzucht dat we dit soort rare fratsen als (bijna) zestigers toch maar niet meer uit moeten halen! Maar awel, we hebben het overleefd en vervolgens op het strand de vochtspiegel weer op peil gebracht...



Ondertussen zijn we weer een nachtje op het vaste land en varen morgen (inclusief de auto) voor 5 dagen over naar Koh Chang. We overnachten nu in een "boutique hotelletje" in de oude binnenstad van Trat en krijgen van de enthousiaste baas en een echtpaar uit Groningen dat hier 7 (?!) weken logeert allerlei tips voor een stadswandeling en eetgelegenheden.Misschien is één nachtje wel te weinig...?