Friday, December 7

tropisch eilandje


Helaas  verlaten we Pattaya zonder bij “Ons Moeder” een harinkje te happen; Paul vindt de combinatie haring en 37° C niet erg appetijtelijk… De grote Nederlandse gemeenschap hier in Pattaya en Jomtien is trouwens druk bezig met de Sinterklaasviering, ook op de ambassade in Bangkok wordt daar veel werk van gemaakt! Geen idee hoe het hier met de zwartepieten-discussie staat…

We hebben ons – ondanks alle negatieve verhalen over de stad - overigens prima vermaakt. De heerlijke Holiday Inn heeft daar zeker toe bijgedragen… We zijn wel blij dat we de (verkeers-)drukte nu achter ons laten en rijden via de Chee Chan Boeddha richting het zuiden. Onderweg wordt het verkeer plotsklaps rigoreus van de weg geveegd en een paar minuten later scheurt de lange colonne (inclusief een paar ambulances) van de koning voorbij; rondom de verjaardag van zijn overleden vader (5 december) worden er allerlei fietsevenementen georganiseerd (“bike for dad”) en daar doet hij zelf ook wel ‘ns aan mee. Komend weekend staat er een lange fietstocht op het programma. 5 December is trouwens nog steeds een nationale feestdag en vaderdag bovendien.


Ook rondom Rayong is veel industrie en dus veel drukte op de Sukhumvitroad (deze weg begint als belangrijkste winkelstraat in Bangkok en loopt helemaal door naar het zuiden tot aan de grens met Cambodja). Om diezelfde reden zal er onlangs een prachtige Holiday Inn zijn gebouwd; zo veel luxe zijn we in de Thaise hotels onderweg niet gewend (’t is natuurlijk een ander verhaal voor Bangkok…) Met een infinity pool op het dak en een ontbijtbuffet waar je U tegen zegt. Er zijn nog wel een paar startprobleempjes; wanneer we in de lift stappen om naar onze kamer op de 25ste verdieping te gaan sluiten de deuren en wordt alles opeens zwart. Met veel kracht krijgen we de deuren godzijdank open, maar ‘t was wel een beetje ‘n horrorscenario en ik moet er toch telkens even aan denken als ik de lift in stap…
Overigens heeft Rayong een leuk oud centrum en een pittoreske vissershaven; ’n leuke tussenstop onderweg naar de eilanden.


Met de Fast Ferry varen we in 10 minuten naar Koh Samed; tot voor kort voeren er alleen houten veerbootjes in 45 minuten heen en weer, maar ook hier groeit het toerisme flink. Veel resorts pikken hun gasten nu ook op met eigen speedboten, bij gebrek aan pieren betekent dat wel dat je met je koffer door de branding moet banjeren… Het kleine eiland (slechts 7 km lang en 3 km breed op het breedste punt) ligt op maar 2 uur rijden van Bangkok, dus vooral in het weekend wordt het eiland overstroomd door Bangkokianen. Wij zijn er van dinsdag tot vrijdag en valt het dus wel mee. 
Het is een idyllisch eilandje met parelwit zand, helderblauw water en tropische bomen op de strandjes. In eerste instantie voelt het niet erg Thais aan, maar dat valt later mee onder andere door de Thaise massage, de authentiek restaurantjes en de monniken die ook hier vlak na zessen 's ochtends over het strand lopen om de aalmoezen op te halen. (rond die tijd maar weinig volk op het strand; alleen wat wakkere jongens – zoals ik – om de zonsopkomst vast te leggen)


Aan het einde van de baai bivakkeert een grote groep masseuses die, wanneer je ook maar enigszins in de buurt komt, in koor “want massaazj?” roepen. Een jongedame met nummer 112 is ondernemender en komt zo gauw ze ziet dat we nieuwe gasten zijn op me af met de prijslijst. 

De volgende middag lig ik op haar bankje. Ze meldt dat Thaise massage “strong” is en vraagt of ik dat goed vind. Stoer zeg ik natuurlijk “ja!”. Net zoals ik de vraag “you want spicy ?” in restaurants standaard beantwoord met “sure !”... Dat laatste bevalt niet altijd even goed en 112 – of Poen, zoals ze blijkt te heten – had door mijn pijnreacties snel door dat ze beter door kon gaan op level medium…. Zo werd het door de massage, de zeebries en de Tijgerbalsem 70 minuten genieten daar op het strand! Voor de volgende dag had ze bedacht dat ze vitaminen in m’n haar zou smeren (?!) en het eelt van m’n voeten zou scrubben. Die beurt laat ik maar aan me voorbij gaan… Ze blijft toch lief naar we zwaaien en komt zo nu en dan een praatje maken. Dat zal de handelsgeest wel zijn.


In plaats van die haartherapie besloten we om 2 fietsen te huren. Waarschijnlijk waren het de enige 2 fietsen op het eiland, want echt te befietsen – zoals Texel bijvoorbeeld – is Koh Samed beslist niet. De dame van de receptie beweerde echter dat het niet “velly, but little hilly” is; we hebben bijna de helft van de 12 km met de fiets aan de hand heuvels op lopen sjouwen…. Het eiland is autovrij (die staat dus op een parkeerterrein op het vaste land) en scooters zijn – zoals eerder gezegd – uit den boze; dit zijn geen brommertjes maar ware motoren en dus ben je niet verzekerd als je geen motorrijbewijs hebt.

We hebben een paar keer verzucht dat we dit soort rare fratsen als (bijna) zestigers toch maar niet meer uit moeten halen! Maar awel, we hebben het overleefd en vervolgens op het strand de vochtspiegel weer op peil gebracht...



Ondertussen zijn we weer een nachtje op het vaste land en varen morgen (inclusief de auto) voor 5 dagen over naar Koh Chang. We overnachten nu in een "boutique hotelletje" in de oude binnenstad van Trat en krijgen van de enthousiaste baas en een echtpaar uit Groningen dat hier 7 (?!) weken logeert allerlei tips voor een stadswandeling en eetgelegenheden.Misschien is één nachtje wel te weinig...?

No comments: