De manager vaart met ons mee terug naar de bewoonde
wereld; hij gaat ’n dagje op en neer naar Panama om goedkoop drank in te slaan….. Bij het
afscheidnemen vertellen we ‘m dat z’n lodge nog steeds in onze top 5 staat
ondanks alle ellende. Hij glimt!
We klimmen vervolgens van zeeniveau naar 3400 meter via
de Pan-American Highway. Da’s de weg van ’t noordelijkste puntje van Alaska
naar het zuidelijkste puntje van Argentinië. Highway klinkt heel wat, maar het is hier in Costa Rica niet veel
meer dan een tweebaans bergweg, waar met enige regelmaat ’n deel van in het
ravijn gezakt is….Net onder de mistgrens lunchen we in ’n restaurant met
schitterend uitzicht over de Central Valley. Er is ook net ’n vlucht vogelaars
gearriveerd die met z’n allen vanaf het smalle balkonnetje de vallei in staan
te turen. Wij zien niet veel, maar zij blijkbaar wel, want ze lunchen met het
bord op schoot op het balkonnetje. We
stijgen flink en de temperatuur daalt gestaag dus dat is mooi weer voor ’n olla
de carne, ’n typisch Costa Ricaans stoofpotje.
Voor de Trogon Lodge (http://www.trogonlodge.com/ ) slaan we
af en duiken ’n onverharde weg af; flink steile afdaling tot 1800 meter. Het
eerste wat de jongedame - die ons de cabin toont - doet is het waakvlammetje
van de kachel ontsteken; het komt ons wat belachelijk over na de afgelopen
dagen, maar het duurt niet lang of we zetten ‘m op maximum. Wat ’n overgang na
maar ruim 3 uur rijden! Van ventilator naar snorrende gaskachel….. Om de één of
andere reden krijgen we weer de honeymoon suite toebedeeld; helemaal boven op
de berg (kost telkens heel wat inspanning) met ’n tweepersoons jacuzzi met
rondom uitzicht op de bergen. (helaas zit er niet voldoende warm water in de
boiler om het bad comfortabel te vullen)
De vogels zijn het beste rond 06.00 uur ’s ochtends te
spotten, dus vroeg op pad met verrekijker en camera, terwijl Paul lekker in bed
blijft liggen. Nada, niente, noppes. Na het ontbijt vinden we na enig speurwerk
het pad waar Ans en Cor ’n paar weken geleden erg succesvol waren wat betreft
de quetzals; ook hier vinden we niet wat we zoeken. Laatste kans is het Parque
Nacional los Quetzales. We zijn inmiddels weer op 3000 meter en de ijle lucht
maakt het wandelen erg onplezierig, zodat we na 3 kwartier rechtsomkeer maken.
Dan maar geen quetzal, geen tapir en geen puma; hebben we ’n paar goeie redenen
om nog ‘ns terug te gaan naar Costa Rica. ¡Pura Vida! is de Costaricaanse manier om te zeggen dat alles OK is, dat het leven is om van te genieten. En dat hebben we hier gedaan; wat 'n leuk en mooi land!
We rijden door de bergen terug naar San José, waar we de
laatste nacht logeren in hetzelfde hotel als 2 weken geleden (http://hotelgranodeoro.com/index.html
). Deze keer krijgen we ’n upgrade, zodat we nu op onze privé patio – met klaterend
fonteintje – zitten te borrelen na ’n laatste wandeling door San José.
Op de
nipper eet ik als lunch toch nog even een tamales (zie het ingewikkelde recept
eerder op deze blog); leuk en lekker, maar zeker niet al het werk waard…. Helaas
worden we deze keer voor de vlucht nog vroeger opgehaald dan de vorige keer voor
de transfer naar Tortuguero; al om half vijf staan we met onze “boxed
breakfast” op de stoep van het hotel. We vliegen om half acht naar Houston en
rijden vanaf daar voor nog 2 daagjes naar André en Chris in Austin. Zaterdag
vliegen we terug vanaf Houston en hopen dat de landingsbaan op zondagochtend
sneeuwvrij is…..