Wednesday, January 16

¡pura vida!

De manager vaart met ons mee terug naar de bewoonde wereld; hij gaat ’n dagje op en neer naar Panama om goedkoop drank in te slaan….. Bij het afscheidnemen vertellen we ‘m dat z’n lodge nog steeds in onze top 5 staat ondanks alle ellende. Hij glimt!
We klimmen vervolgens van zeeniveau naar 3400 meter via de Pan-American Highway. Da’s de weg van ’t noordelijkste puntje van Alaska naar het zuidelijkste puntje van Argentinië. Highway klinkt heel wat, maar het is hier in Costa Rica niet veel meer dan een tweebaans bergweg, waar met enige regelmaat ’n deel van in het ravijn gezakt is….Net onder de mistgrens lunchen we in ’n restaurant met schitterend uitzicht over de Central Valley. Er is ook net ’n vlucht vogelaars gearriveerd die met z’n allen vanaf het smalle balkonnetje de vallei in staan te turen. Wij zien niet veel, maar zij blijkbaar wel, want ze lunchen met het bord op schoot op het balkonnetje.  We stijgen flink en de temperatuur daalt gestaag dus dat is mooi weer voor ’n olla de carne, ’n typisch Costa Ricaans stoofpotje.


Voor de Trogon Lodge (http://www.trogonlodge.com/ ) slaan we af en duiken ’n onverharde weg af; flink steile afdaling tot 1800 meter. Het eerste wat de jongedame - die ons de cabin toont - doet is het waakvlammetje van de kachel ontsteken; het komt ons wat belachelijk over na de afgelopen dagen, maar het duurt niet lang of we zetten ‘m op maximum. Wat ’n overgang na maar ruim 3 uur rijden! Van ventilator naar snorrende gaskachel….. Om de één of andere reden krijgen we weer de honeymoon suite toebedeeld; helemaal boven op de berg (kost telkens heel wat inspanning) met ’n tweepersoons jacuzzi met rondom uitzicht op de bergen. (helaas zit er niet voldoende warm water in de boiler om het bad comfortabel te vullen)


 Het is ’n schitterende lodge midden in het gebied van de quetzals. Het stikt hier dan ook van de vogelaars. Tijdens onze hike over één van de trails van de lodge horen we zo nu en dan het typische geluid van de vogels en Paul ziet zelfs in ’n flits ’n mannetje het dichte bos invliegen; ons wachten wordt niet beloond, hij laat zich niet meer zien.
De vogels zijn het beste rond 06.00 uur ’s ochtends te spotten, dus vroeg op pad met verrekijker en camera, terwijl Paul lekker in bed blijft liggen. Nada, niente, noppes. Na het ontbijt vinden we na enig speurwerk het pad waar Ans en Cor ’n paar weken geleden erg succesvol waren wat betreft de quetzals; ook hier vinden we niet wat we zoeken. Laatste kans is het Parque Nacional los Quetzales. We zijn inmiddels weer op 3000 meter en de ijle lucht maakt het wandelen erg onplezierig, zodat we na 3 kwartier rechtsomkeer maken. Dan maar geen quetzal, geen tapir en geen puma; hebben we ’n paar goeie redenen om nog ‘ns terug te gaan naar Costa Rica.  ¡Pura Vida! is de Costaricaanse manier om te zeggen dat alles OK is, dat het leven is om van te genieten. En dat hebben we hier gedaan; wat 'n leuk en mooi land! 
We rijden door de bergen terug naar San José, waar we de laatste nacht logeren in hetzelfde hotel als 2 weken geleden (http://hotelgranodeoro.com/index.html ). Deze keer krijgen we ’n upgrade, zodat we nu op onze privé patio – met klaterend fonteintje – zitten te borrelen na ’n laatste wandeling door San José.


Op de nipper eet ik als lunch toch nog even een tamales (zie het ingewikkelde recept eerder op deze blog); leuk en lekker, maar zeker niet al het werk waard…. Helaas worden we deze keer voor de vlucht nog vroeger opgehaald dan de vorige keer voor de transfer naar Tortuguero; al om half vijf staan we met onze “boxed breakfast” op de stoep van het hotel. We vliegen om half acht naar Houston en rijden vanaf daar voor nog 2 daagjes naar André en Chris in Austin. Zaterdag vliegen we terug vanaf Houston en hopen dat de landingsbaan op zondagochtend sneeuwvrij is…..

Monday, January 14

[ zzze pleen, zzze pleen !! ]


Aangekomen in Sierpe laten we de auto – god zegen de greep – voor 3 nachten achter op de kade en stappen we over in ’n klein bootje dat ons in ongeveer één uur naar Drake Bay brengt. Eerst zigzaggend om de waterhyacinten heen over de rivier de Sierpe en ’t laatste stuk over volle zee. Gelukkig is de zee rustig, dus is ‘t ’n mooi tochtje. Het wordt helemaal super wanneer we vlak voordat we in de baai arriveren tussen ’n groep orka’s belanden, die als dollen om en onder het bootje doorzwemmen. How lucky can you be….?! (daar hebben we ooit  uren voor om Vancouver Island  gevaren en niets gezien…)  Bij aankomst bij Aguila de Osa (http://www.aguiladeosa.com/ ) krijgen we niet zo’n laf vruchtensapje als welkomstdrankje maar een stevige Mango Daiquiri (verse mangosap met rhum); da’s pas ’n ontvangst! ’t Voelt alsof we zijn aangekomen op Fantasy Island, van die oude Amerikaanse Tv-serie waarbij het kleine mannetje tegen z’n baas roept “Look boss, zzzze pleen..!” Zo voelt het echt hier; ’n paradijselijk plekje. Na de lunch lenen we ’n kayak en gaan ’n stuk de rivier de Agujitas op en wandelen later naar het tropische strandje.  Er logeren hier ook ’n paar sportvissers; voor slechts US$ 900 heb je de hele dag ’n boot + kapitein tot je beschikking. Het mooie is dat de vangst van de dag ’s avonds op tafel verschijnt; we hopen vurig dat ze morgen ’n tonijn vangen, zodat we dan sashimi direct uit zee krijgen geserveerd! (zelf vinden ze ’n zwaardvis interessanter, maar die moet helaas weer terug de zee in….. )
Wanneer we borrelen op onze veranda zitten er 2 ara’s in de bomen boven ons en dansen er kolibries om de bloemen langs het pad; al na ’n paar uur concluderen we dat deze locatie in de top 5 van onze meest favoriete plekjes staat!

eindelijk 'n kolibrie die stil zit!
De volgende ochtend zijn we echter – op z’n minst gezegd - “not amused”; 5 minuten voordat onze trip naar het Corcovado NP gaat beginnen vertelt de gids doodleuk dat ze geen entreebewijzen voor het park hebben kunnen regelen omdat er teveel bezoekers zouden zijn (cruiseschip) en dat we ’n aangepaste wandeling zullen gaan maken. Waarschijnlijk gewoon te laat gereserveerd!  We gaan slinks – en waarschijnlijk illegaal – toch even het park in, maar na 3 kwartier klauteren en klimmen verlaten we het park en lopen via een extreem modderig ‘horsetrail’ verder. Hoewel de gids z’n best doet zien we helaas weinig dieren (hebben we eindelijk eens ’n gids, hebben we dit….) Om de tijd te vullen krijgen we uiteindelijk allerlei onzin-info over boompjes en bloempjes…! We hebben 2 keer geprobeerd de manager (’n Amerikaan die schijnbaar regelmatig iets te diep in het glaasje kijkt) er op aangesproken, maar twee keer zegt-ie met verheven stem dat ’t niet zijn fout is maar van de autoriteiten; tja, da’s makkelijk! Wat de highlight van de reis had moeten worden is nu één grote teleurstelling. Dat krijgt nog ’n staartje, denken we…..

De volgende ochtend volgt ’n email-wisseling met Tico in Amsterdam, Costa Rican Trails in San José en de zuipschuit hier in Drake Bay. Het uiteindelijke resultaat is dat we de kosten van de trip krijgen gerestitueerd (gaat om ongeveer US$ 150, dus daar kunnen we mooi de auto in Houston van betalen….!), maar ja, daar zien we Corcovado nog steeds niet mee. Hij belooft ons ook ’n flinke korting als we nog ‘ns terug komen; dat zit er voorlopig niet in, hoewel we zeker nog ‘ns terug willen naar Costa Rica.  We besluiten mee te gaan met de “mangrove tour” in plaats van de geboekte trip naar Caño Island (45 minuten varen heen en terug), aangezien je plotsklaps het eiland ook niet meer op mag (en dus niet de beloofde wandeling kan maken) en dat hele stuk vaart om ’n uurtje te kunnen snorkelen. De tocht door het mangrove bos is schitterend; we krijgen ‘n hele rits aan dieren te zien. Van boaconstrictor tot tweetenige luiaard (nog niet eerder gezien; wel de drietenige….) tot ara’s, toekans, kaaimannen, alle verschillende apen en ’n scala aan watervogels. De tocht over de rivier is heerlijk rustig, de tocht over zee terug naar de baai is echter flink ruig. Dit keer geen aandacht voor de dolfijnen en walvissen. (misschien waren ze er ook wel niet…?) Verstand op nul en door de golven bonken met het kleine bootje! (niet zo lekker voor Paul z’n rug….)



Na de lunch (tot op heden hebben de sportvissers nog niets binnengebracht helaas; toch eten we bij de lunch en diner veel vis!) lopen we in 20 minuten weer naar ’t heerlijke tropische strandje; het zeewater is zo warm dat je er nauwelijks van afkoelt. Zo nu en dan zeilen er ’n paar pelikanen voorbij en ook hier maken de krekels ’n hels kabaal. Dat stopt pas weer bij zonsondergang, maar jammer genoeg zijn er ook beestjes die - net zoveel - kabaal maken tijdens de nacht. Aangezien de ramen geen glas hebben (alleen horren) kan je hier niet zonder oordopjes slapen. We hebben overigens bijna geen last gehad van muggen of andere bijtertjes; alleen toen we in Tortuguero heel even opzoek waren naar de rode kikkertjes zijn we volledig lek gestoken. De (opengekrabde) bultjes beginnen nu – na bijna 2 weken - eindelijk weg te trekken…..


Morgenochtend half acht stappen we weer op het bootje (hopen op ’n rustigere zee….) en rijden vanaf Sierpe verder richting de bergen onder San José. Vanwege de mist heet het gebied Cerro de la Muerte; we gaan er vanuit dat we het overleven (tot op heden weinig te klagen over de rijstijl van de Costa Ricanen), zodat we – onder koelere omstandigheden – op zoek kunnen gaan naar de quetzals [ketsals]. Voor de echte vogelaars is dat (één van) de belangrijkste vogel om te zien hier. Laatste etappeplaats al weer helaas!

de twee-tenige luiaard....

Saturday, January 12

hot & humid aan de Pacific


We hadden nog maar net de wandelschoenen aan of we hoorden de ara’s al schreeuwen! Maar het is nu eenmaal ’n stuk eenvoudiger om ’n olifant te spotten in de woestijn van Namibië dan ’n ara (of wat dan ook) in de dichte regenwouden van Costa Rica…. En dan ook nog ‘ns fotograferen is ’n hele bijzondere tak van sport. (door de bladeren, takken, lianen en gebrek aan licht) In eerste instantie zien we dan ook niet veel, maar horen des te meer. Plotseling horen we ’n gids tegen ’n groepje Amerikanen roepen: “look 2 beautifull macaws!”. We schuiven maar weer ongegeneerd aan en zien inderdaad hoog tussen de bomen 2 ara’s vliegen. “They are very rare, you know!” Wanneer we later in de auto richting Quepos rijden zien we er nog ’n paar vliegen….

Vlakbij Quepos ligt het NP Manuel Antonio; het park – met prachtige stranden – is ’n razend populaire bestemming voor Costa Ricanen, maar ook voor Amerikanen. Er staan dan ook ’n paar schitterende hotels op de heuvels rondom het park. Ook vanaf het Hotel Costa Verde (http://www.costaverde.com/) kijken we uit op het Parque Nacional en vanaf ons balkon hebben we zojuist de vuurrode zon de Pacific in zien zakken. Het hotel ligt zelf ook in ’n soort regenwoud met als gevolg dat er allerlei dieren rondlopen; terwijl we onze koffers naar de studio slepen zien we ’n grote groene slang door de struiken schuiven. Maar goed de deur dichthouden! De doodskopaapjes  en de kapucijnaapjes lijken ’n stuk vriendelijker….. Op het terrein staan ook twee oude vliegtuigen die de Amerikanen indertijd gebruikten in de strijd tegen de  socialistische guerrillabeweging in Nicaragua; één is omgebouwd tot hotel kamer, de ander tot bar/restaurant.


Manuel Antonio bestaat eigenlijk uit het Nationale Park (het drukst bezochte park van Costa Rica, vanwege de tropische stranden), ’n druk openbaar strand met “boulevard” en de weg naar Quepos waaraan (bijna aaneengeregen) alle hotels liggen. Om de één of andere reden is het een oord waar veel homo’s komen; er was ‘n “gay beach”, waar naakt gerecreëerd kon worden totdat er plotseling ’n groot hotel aan dat strand verrees….
We zijn al om half acht bij het park en dat is maar goed ook want wanneer we 4 uur later weer vertrekken stromen de badgasten - beladen met koelboxen - toe. We besluiten ook nu zonder gids te gaan wandelen; die keuze is ’n tikkeltje dubbel. We zullen ongetwijfeld aan een aantal dieren voorbij lopen, die we met gids wel gezien zouden hebben, maar hun “Spanglish” is soms moeilijk te verstaan en hun informatie zo overvloedig (elk bloemetje en vogeltje wordt benoemd); daar hebben we geen zin. Ze slepen trouwens allemaal (ze zijn inderdaad ook met velen!) met ’n statief met kijker; die zou soms wel ‘ns van pas komen…. We hebben trouwens tijdens de lange wandeling veel gezien. Zo zien we zo nu en dan een schitterende blue morph butterfly langs fladderen; da’s ’n ongeveer 10 cm grote helblauwe  (bijna reflecterende) vlinder die helaas zeer beweeglijk is en zich niet makkelijk laat fotograferen… Mooi park maar wel ’n beetje druk!


In Quepos slaan we proviand in, maar vinden het dorpje niet de moeite waard om door te wandelen (we hebben per slot van rekening ook al 4 uur gehiked…..) We pikken het laatste tafeltje aan de rand van het terras van “El Avion” (het restaurant rondom het oude vliegtuig) met ’n waanzinnig uitzicht over de Pacific en laten ons de bijna rauwe tonijn  en de ijskoude Imperials goed smaken. ’s Middags puffen we uit bij het zwembad (het is – na de heerlijk koele dagen in de bergen – inmiddels weer erg “hot & humid”); het water van het zwembad is bijna lauw; je koelt er dus niet erg van af….


Wednesday, January 9

quetzal !


Wanneer we maandagochtend vroeg la Fortuna weer verlaten hangt er wederom ’n dikke laag wolken om de vulkaan; we hebben veel mazzel gehad, denken we….. De reis voert langs het meer van Arenal en later zuidwaarts de bergen in richting het “nevelwoudreservaat” van Montverde. We lezen veel slechte reviews over de toestand van de laatste 20 km van de weg; deze zou zo slecht zijn dat je er ’n uur over zou doen. Maar na onze training in Namibië is deze weg ’n peuleschil en komen we vroeg aan bij Hotel Belmar ( http://www.hotelbelmar.net/ ) Santa Elena is weer zo’n oord waar je allerlei spannende dingen kunt doen (vliegen als Superman, afdalen als Tarzan, door boomkruinen wandelen…) Wij doen niets spannends; we doen de was. En ’s middags bezoeken we de koffieplantage van Don Juan en worden ingewijd in het productieproces van bes tot darkroasted boon (en dat van chocolade en suikerriet). Aan het eind van de leuke toer worden we ook nog ‘ns voorgesteld aan de oude Don Juan en z’n chiwawa Tequila. En natuurlijk flink proeven van het één en ander! Ziehier het begin van ‘n chocoladereep:
 
De volgende dag doet het nevelwoud zijn naam geen eer aan; het is alweer stralend weer (en ook nog ‘ns prima van temperatuur). Mooi wandelweer dus! ’s Ochtends wandelen we in het iets minder bekende en dus veel rustigere Reserva Bosque Nuboso Santa Elena ; hoewel we er al vroeg zijn zien we weinig dieren. En net wanneer we mopperen over het feit dat we maar 7 vogeltjes en 4 duizendpoten hebben gezien stuiten we op een groep met gids. Ze richten zeer enthousiast hun kijkers en lenzen richting het bos en wijzen ons vriendelijk op hun vondst: waarachtig het is ’n quetzal!! Wow! (http://nl.wikipedia.org/wiki/Quetzal_(vogel)) (de foto’s zijn mislukt, maar volgende week eindigen we ons rondje Costa Rica in het Parque Nacional los Quetzales, dus daar krijgen we nog wel ’n kansje, me dunkt)

’s Middags – nadat we ’n paar empanadas soldaat hebben gemaakt bij de bakker in het dorp – gaan we ook nog maar even kijken in het Reserva Biológica Bosque Nuboso Monteverde ; het is er ’n stuk minder druk dan verwacht, misschien zijn de massa’s al weer naar huis…?! Ook hier niet veel leven in brouwerij qua fauna. Alleen deze flinke tarantula kruist plotseling ons pad:
 

Samen met de krakkemikkige hangbrug levert dat voor ons voldoende spanning en sensatie op! ('n kinderhand is gauw gevuld....) Al met al vandaag heel wat kilometers gelopen door de schitterende nevelwouden; we zullen wel weer vroeg in slaap vallen….. Morgen trouwens ook weer vroeg op pad richting de kust; wanneer we vroeg genoeg arriveren kunnen we in PN Carara  misschien de geelvleugel-ara’s richting de kust zien vliegen.
 
 

 

Tuesday, January 8

gevalletje toeval....

Onze buren (Ans en Cor) hebben de afgelopen 4 weken ook rondgereden door Costa Rica.Terwijl we op hun weblog iets opzochten viel ons oog op de foto van hun verkeersaccidentje (in 'n bocht aangereden door een vrachtwagen). De bocht kwam ons bekend voor.

Ans & Cor (eind december 2012)

Marc & Paul  (begin januari 2013)

Is dat nu niet griezelig toevallig....?!

Monday, January 7

vulkanen


Terwijl we wachten op het bootje dat ons terug zal brengen naar de bewoonde wereld, worden we in de tuin van de lodge getrakteerd op ’n paar schitterende “Kodak-momenten”. Een luiaard hangt zoals-t-ie volgens de plaatjes hoort te hangen (en kijkt ook nog ‘ns recht in de lens!) en 2 toekans zitten eindelijk even stil op ’n tak, niet verscholen achter bladeren. In combinatie met ’n paar passerende brulapen is dat blijkbaar zo interessant dat er op ’n gegeven moment 4 bootjes vol met telelenzen van naburige lodges langs schuiven.


De paar dagen in Tortuguero treffen we leuk gezelschap: en jong gezin uit Nederland (met 2 jochies die niet kunnen wachten tot ze volgende week naar de attractieparken in Orlando zullen gaan (en hier eigenlijk alleen aandacht hebben voor de spelletjes op hun iPhone, iPad en iPod…), ’n ouder echtpaar uit Frankrijk dat ook nog naar de Galapagos eilanden afreist en de schitterende cruise rondom Vuurland zal maken (die wij ’n paar jaar geleden gemaakt hebben) en ’n stel uit Zwitserland (zij Nederlandse) die onlangs in Wolwedans in dezelfde tent met de schitterende zonsopkomst boven de Namib wakker werden als wij ’n paar weken geleden. We zijn het er over eens dat dat één van de mooiste lodges ter wereld moet zijn!
Na de lunch in Guapiles nemen we afscheid van het gezelschap en stappen in de even daarvoor afgeleverde Daihatsu Bego. Van verschillende kanten zijn we gewaarschuwd voor de Costa Ricaanse rijstijl; het land staat dan ook numero uno op de lijst met meeste verkeersslachtoffers per gereden kilometer. Om van die dubieuze eer af te komen is de verkeerswet aangepast en zijn er nu zware straffen voor overtreders. (eten, drinken of roken achter het stuur US$ 561, te hard of te langzaam rijden US$ 561…..) De eerste etappe is kort; al na ’n uur arriveren we bij de Sarapiqui Rainforest Lodge. Niet bepaald één van de mooiste ter wereld, maar wel op ’n mooie locatie; slechts één (lange, zwabberende en krakende) hangbrug verwijderd van het Sarapiqui regenwoud. Eindelijk weer ‘ns flink wandelen; de wandelschoenen krijgen het hard te verduren, want ook hier is het zo nu en dan één grote blubberbende….. We kunnen ’n grote zwarte, kleine bruine, één felgekleurde vogel en ’n grijze loopvogel afvinken  J


Nog maar nauwelijks op weg naar onze volgende bestemming zijn we bijna getuige van het eerste verkeersaccidentje… De vrachtwagen voor ons neemt ’n bocht in de bergen iets te krap en kukelt bijna het ravijn in. Hij komt op eigen kracht niet uit de ellende; er zal dus getakeld moeten worden en dat kan wel even duren. Plotseling komt er van de andere kant-  al laverend tussen de vrachtwagens door -  ’n klein autootje tevoorschijn, dus wij trekken de stoute schoenen aan en gaan ’t ook proberen. Het lukt en da’s maar goed ook want we willen vroeg bij de Poas vulkaan zijn, omdat daar naar verluid vanaf 10.00 uur de wolken het uitzicht kunnen belemmeren. Op weg naar boven lijkt het alsof de top (2500 m) al in de wolken ligt, maar eenmaal aangekomen bij de rand van de krater is dit ons schitterende uitzicht:


 Na 3 dagen “hot & humid” is de (tijdelijke) afkoeling ’n verademing! De Poas is de numero uno attraktie van Costa Rica en wanneer wij weer afdalen staat er inmiddels een enorme file richting de krater. Wij rijden door naar la Fortuna en de Arenal vulkaan. De Arenal is door de laaghangende bewolking meestal niet te zien; en inderdaad, wanneer we arriveren hangt er ’n laag wolken om de top van de vulkaan…. La Fortuna is het Orlando van Costa Rica met allerlei spannende activiteiten die aan ons niet besteed zijn (raften, hanging bridges, verschillende chique thermale baden…..). Wij maken er ’n paar prachtige wandelingen; op zondag richting de waterval en maandag ’n hike in het NP naar de lavastroom van 1968 (de laatste grote uitbarsting; daarna was er zo nu en dan rook en lava te zien, maar nu is de vulkaan in ruste met alleen wat stoom zichtbaar) en bij de Observatory Lodge ’n beklimming naar de rand van ’n naburige krater (Cerro Chato). Deze laatste hike is eigenlijk niet te doen met korte beentjes en ’n licht overgewicht; zelfs Paul vind ’t heftig. Na 4 uur maken de biertjes en de lunch in de lodge ’n boel goed. We rijden aan de schitterende (en belachelijk dure) thermale baden – de één nog pompeuzer dan de ander - voorbij en verwennen de spieren en voetjes in de jacuzzi van de Arenal Volcano Lodge http://www.arenalvolcanoinn.com/.

Trouwens, wanneer we maandagochtend – zoals gebruikelijk – rond 05.30 uur wakker worden lopen alle gasten met camera’s rond: de vulkaan is helemaal in beeld! Er zijn mensen die hier meerdere malen komen en de vulkaan nog niet gezien hebben. Later op de dag verdwijnt-ie weer langzaam uit het zicht en tijdens de borrel is het één grijze massa….



Friday, January 4

regenwoud aan de Caribische kust


Alle reisgidsen die we hebben gelezen vinden San José geen bezoekje waard; wij hebben er ’n middagje rondgewandeld en vonden het toch leuk om de sfeer te proeven, de grote overdekte markt te bezoeken, over pleintjes te kuieren…. Opvallend is dat de Amerikanen, nadat ze vanuit Costa Rica de ‘rode rakkers’ in Nicaragua hebben bestreden, nog steeds het straatbeeld bepalen; alle fastfood ketens zijn hier rijkelijk vertegenwoordigd. Eten in Costa Rica doe je echter  in ‘n soda en daar eet je dan bij voorkeur ‘n casado (’n soort dagschotel met rijst en bonen, vlees, kip, of vis, salade en gebakken banaan, rijkelijk besprenkeld met ‘salsa lizano’). We laten het fancy restaurant in ons boutique hotel dus links liggen en gaan om de hoek bij de befaamde Soda Tapia buiten eten!  En dat voor maar 10.000 colones…..
 (€ 14)  ¡Muy Rico!


De volgende ochtend worden we al voor dag en dauw opgehaald voor de tocht naar Tortuguero National Park; ruim 3 uur dwars door het Parque Nacional Braulio Carrillo en de bananenplantages van Chiquita, met ’n stop voor ontbijt bij Roberto’s in Guapiles (gallo pinto!) en 2 luiaards hoog in de bomen. Tortuguero is niet via het land bereikbaar, dus het laatste uur varen we over de rivier richting Caribische kust.  Prachtig tropisch regenwoud; krokodillen, kaaimannen, luiaards,  allerlei apen en ontzettend veel soorten vogels. Ook weer heerlijk “hot & humid”!
 ’s Middags bezoeken we het dorpje Tortuguero en het strand waar zeeschildpadden nesten hebben gemaakt; volgens gids Chito kunnen uit verschillende nesten elk moment kleine schildpadjes komen die vervolgens naar de zee rennen. We geloven er niets van; volgens de reisgidsen zijn we daarvoor in het verkeerde seizoen…..
In deze regio valt gemiddeld 6000 mm regen per jaar; tijdens de eerste boottocht (in 'n open bootje) op vrijdag krijgen we dan ook een paar millimeter op ons dak. De grond is zo zompig dat  - tijdens de zoektocht naar de pijlgifkikker – onze (geleende) rubberen laarzen bijna verdwijnen in de blubber…. Op de foto lijkt ’t heel wat, de meest giftige kikker ter wereld, maar in werkelijkheid is-t-ie niet groter dan 1 cm! Voor de zekerheid maar flink ingezoomed.


Vrijdag varen we ’s ochtends en ’s middags ’n paar uur door het Parque Nacional en zien van alles aan ons voorbijkomen. Veel watervogels, waarvan we de namen maar weer snel vergeten  (sorry Ans en Cor; maar wij hoeven ’s avonds niet te “lijsten” …) Daarnaast 3 maal daags ’n uitgebreide maaltijd, dus we zullen thuis echt aan ’n dieet moeten gaan denken. De Manatus Lodge is 'n idyllische plek met 12 kleine huisjes pal aan de rivier; aan de overkant van de rivier 'n smalle landtong (met nog 'n paar lodges) en daarachter de Caribbean Sea, zodat we de hele dag de branding horen bulderen.'s Ochtends worden we wakker met de geluiden van tropische vogels en het geschreeuw van de brulapen. Morgen varen we al weer terug landinwaarts en krijgen in Guapiles de huurauto waarmee we de volgende 2 weken rond gaan toeren. Na onze slechte ervaringen in Namibië schijnen de wegen hier ook niet geweldig te zijn; we krijgen dus weer ‘n 4WD! (overigens hebben we van Alamo ’n charmant aanbod gekregen voor ’n huurauto in Houston later deze maand; de schade lijkt  mee te vallen)


Tuesday, January 1

autopech


2 dagen nadat we bij Alamo op het vliegveld de Chevrolet Cruise hebben opgehaald gaat Holiday Cars – één van de grootste autoverhuurders – failliet….. Duizenden vakantiegangers krijgen hun huurauto niet mee zonder opnieuw te betalen. We zijn nog ’n beetje benieuwd wat er gaat gebeuren wanneer we de auto weer gaan inleveren.  De auto die we hebben geboekt voor de tweede periode hier in Texas (na onze rondreis door Costa Rica) moeten we in ieder geval opnieuw dokken; gelukkig gaat dat maar over 3 dagen, maar toch ruim €100 ‘down the drain’….. ’n Vervelend gevalletje “autopech”!


De dagen tussen kerst en nieuwjaar doen we lekker rustig aan. ’s Ochtends uitgebreid ontbijten met “Good Morning America”op de buis, hier en daar wat shoppen en golfen (Shadowglenn en Forest Creek) Op Forest Creek hebben we ‘n ‘frost delay’ vanwege de nachtvorst; wanneer de baan ’n half uur later opengaat vriest het volgens ons nog steeds en omdat we onze winter-golfkleding niet hebben meegenomen (wie rekent daar nou op in Texas…) wordt het niet het leukste rondje van het afgelopen jaar. De Mexicaan en de tandarts uit Colombia, met wie we samen spelen, hebben ’t helemaal zwaar!

Terwijl in Sydney 2013 al begonnen is hebben wij nog ’n hele dag voor de boeg. De laatste dag van het jaar staat in het teken van de geschiedenis en politiek van Texas; we bezoeken het Bullock Texas State History Museum en het Capitool. Het verwondert ons dat je hier zomaar door de kamers van Afgevaardigden en Senaat kunt lopen; wel leuk.


Het is ’n grijze en regenachtige dag, maar de 0,5 inch is niet voldoende om de al jaren durende droogte te verlichten. En dan te bedenken dat we over een paar dagen in een gedeelte van Costa Rica zullen zijn waar per jaar 6000 mm (jazeker; 6 meter!) valt…..

Oudjaars avond ‘vieren’  we met James Bond’s “Skyfall”, het traditionele aftellen op Times Square in New York en - door het wonder der techniek - de oudejaarsconference van Erik van Muiswinkel cs. Om 12 uur maar weinig vuurwerk; in verband met de droogte is het verboden in de stad.


Nu op naar Costa Rica; rijden 1 januari naar Houston en vliegen de 2e ’s ochtends vroeg door naar San José. Eindelijk naar de tropische temperaturen!