Saturday, November 26

"in mei leggen alle mieren 'n ei...!"

Tja, wanneer je dol bent op zand en zee, bungy-jumpen of wild water raften en niet graag zelf rijdt in Thailand of bereid bent om vaak met handen en voeten iets uit te leggen, dan is de Isaan niet je ideale reisbestemming…. Er zijn weliswaar een paar stranden langs de rivier, maar de Mekong stroomt als een wilde en begint in China (en je weet maar nooit wat die Chinezen allemaal lozen in het rivierwater…), dus zwemmen lijkt me niet zo’n pretje. En er zijn inderdaad weinig toeristen, dus nog geen malle dingen als van bruggen af springen en degelijke. Het openbaar vervoer schijnt minimaal te zijn, maar buiten de steden is het verkeer erg rustig en makkelijk zelf te rijden. En dat soms moeizame communiceren lijdt vaak tot leuke “gesprekjes”. Wij vonden het in ieder geval een hele bijzondere en leuke rondreis!


Bovendien heeft de Isaan een hele aparte keuken. Zo had ik thuis m’n zinnen al gezet op iets met miereneitjes, dus toen ik in Kong Chiam op een menukaart “omelet met miereneieren” zag staan was de keus gauw gemaakt! Eenmaal op tafel heb ik lang gezocht naar de eitjes en bij navraag bleek dat er alleen rond mei miereneitjes leverbaar zijn (“in mei leggen alle mieren ’n ei…?”) en ze hadden me voor het gemak maar een gewoon omelet gegeven. Culy-teleurstelling nummer 1….

Later in Bueng Kan was ik zwaar teleurgesteld in ’n dikke Duitse dame. Terwijl ik m’n noedelsoep – zoals dat hoort –  met stokjes en Chinese soeplepel probeer te verorberen (’t is altijd even inkomen in het begin…) staat de dame van het tafeltje naast ons op en haalt een vork, legt die naast mijn kom met soep en zegt “so, daβ ist besser!” Ik heb de trut en de vork volledig genegeerd, en de kom is tot de bodem leeg gekomen!


Maar afijn, inmiddels zijn we al weer ’n week in Hua Hin en genieten als vanouds. En Hua Hin is Hua Hin, ’n stuk drukker dan we gewend waren de afgelopen weken. Maar Summerland blijft ’n oase van rust. Ware het niet dat er op de berg waar we tegenaan kijken een week lang  ‘n boeddhistische bijeenkomst is en er soms onophoudelijk geprevel (al vanaf half zeven ’s ochtends) via de luidsprekerboxen het dal in stroomt. We hebben ’t even overwogen, maar uiteindelijk toch maar niet de stekker uit het stopcontact getrokken. Dat is die knaap uit Friesland in Myanmar niet goed bekomen; ik ben benieuwd of-ie nog steeds vast zit…?

Trouwens al meteen één van de eerste dagen staat er een olifant achter onze schutting! Helaas één met een enorme ketting aan één van z’n poten; het is weer ’n logé van de “Elephant Village”, hier niet ver vandaan. Ze mogen soms een nachtje de “wildernis” in en moeten daarna weer met toeristen op hun rug rondjes lopen. Ons niet gezien! (maar wel 'n leuk gezicht zo achter je huis...)


Het afgelopen jaar toch ’n paar veranderingen hier. De weg die langs Summerland loopt zat al jaren vol gaten en was na zonsondergang niet verlicht en dus pikkedonker. Nu ligt er een prachtige nieuwe laag asfalt over en is de weg bijna overvloedig verlicht. Het enige probleem blijft de tientallen zwerfhonden nog; ze blijven midden op de weg liggen als ’n soort heilige koeien in India… Maar desalniettemin ’n hele verbetering!

Ook sinds kort 2 nieuwe shoppingcentra in de stad. De ene – BluPort – was al jaren in aanbouw en nu eindelijk klaar. Het is ’n project van Bangkokianen die in Bangkok ’n paar super-de-luxe malls bezitten en die hier net zo’n schitterend complex hebben neergezet. En met name de “Gourmet Market”, ’n extravagante supermarkt, is voor mij een goede reden om er heen te gaan! Dat doen nog niet heel veel mensen; het is erover het algemeen erg rustig, want is volgens veel klanten veel te duur (nu ja, ’n kilo kersen uit Chili voor €35 en voor de feestdagen ’n oesterplateau voor €250 is inderdaad niet voor alle Thai weggelegd…). We komen er nu net vandaan en op zaterdag – met alle weekendgasten uit Bangkok – was het al ’n stuk drukker; ben wel benieuwd of ze het lang vol zullen houden…


Dat geldt zeker voor Seenspace, ook al een filiaal van een winkelcentrum in Bangkok. Hippe bouw (veel beton), hippe muziek, hippe restaurants en idem winkeltjes (vinyl platen, “vintage” kleding), maar verhipte weinig klanten… Groot pluspunt is dat het direct aan zee gebouwd is en dus ‘n lekker zeewindje als je in de hippe zitzakken zit te ‘chillen’….. Gaat in december pas officieel open, dus dan misschien opeens veel drukker. Wel ’n leuk initiatief!

We laten voor ’n habbekrats de iPhones repareren, kopen "net-echte-nep-hoezen" voor de iPads en ook de driver van Paul heeft inmiddels ’n nieuwe shaft. En dat is maar goed ook, want morgen mogen we weer meedoen aan de Pineapple Pairs op Banyan, onze favorite golfbaan in de omgeving. De vorige keer werden we warempel derde met z'n tweeën (het is ’n teamwedstrijd), maar of dat weer gaat lukken…?!


Monday, November 21

het verhaal van de geesten en de draak...

Vanaf Chiang Khan rijden we in twee etappes naar Hua Hin en logeren de eerste nacht in Dan Sai, ’n slaperig dorpje in de heuvels van Loei. Hier draait alles om Thailand’s meest betoverende festival (3 dagen in juni of juli) met kleurrijke maskers van geesten. Bij één van de tempels is een aardig museum over de maskers, maar verder is er (nu) niet veel spannends te beleven.
‘Ben nog steeds op zoek naar 4 kleine pannetjes om “kai grata” (ei in het pannetje) te maken. Een ontbijtgerecht uit de Isaan, dus hier de laatste kans om ze te vinden, me dunkt…. Helaas, geen succes!


We overnachten in het Phunacome Resort, ’n schitterend – ze zeggen zelf ’n “groen” – resort. Gebouwd als dorpje, met ’n vijver vol lotusbloemen, eigen groentetuin , waterbuffels en al… Dat groene betekent onder andere dat ze je vragen de airconditioning niet lager dan 25C in te stellen. Ja, ammehoela…Dan maar even iets minder duurzaam! En met een kamerprijs van €68 is ’t ook nog eens de duurste overnachting van de trip. (de goedkoopste was €16!)

Tijdens de tocht naar Nong Phai (inmiddels niet meer in de Isaan) bezoeken we nog één National Park en ook hier worden we als westerlingen flink te grazen genomen. De Thaise bezoekers betalen 40 Baht (€1), alle blanke falangs mogen 500 Baht per persoon betalen. Daar wordt op alle internetforums flink over gemopperd, vooral door de ouwetjes die hier met een Thaise vriendin/vrouw wonen. Maar ja, ’t is dan ook wel een heel groot prijsverschil. De dames en heren bij de poort zijn onverbiddelijk…. 


Het is overigens een schitterend park met mooie vergezichten en wonderlijke rots structuren. Bovendien is het in de jaren 60 – 80 de schuilplek voor de communisten geweest die toen zwaar in gevecht waren met de koninklijke troepen. De vlag bovenop een klif resteert nog; de communisten hesen na elke overwinning de rode vlag. Sinds 1982 wappert er natuurlijk fier een Thaise vlag!

Via ‘n korte omrit komen we langs één van de laatste wats van ons lijstje. Wanneer we het kolossale parkeerterrein oprijden (betaald parkeren, hoogst ongebruikelijk voor een tempel!) overvalt ons het “Efteling-gevoel”… Eigenlijk lijken de gebouwen meer op de bouwsels van Gaudí met de prachtige mozaïeken; het geinige is dat ze daarvoor allerlei schoteltjes, borden en porseleinen deksels gebruikt hebben. 


Ook spectaculair zijn de 5 immense boeddha-beelden op ’n rijtje en dan ook nog zo schitterend gelegen boven op een bergtop. Al met al een unieke tempel die zich - naar verluid - kan meten met de Notre Dame, de Sixtijnse Kapel en de Taj Mahal. ’t Omritje dus meer dan waard!

Het Bestiny Hotel ligt midden in het dorp, op loopafstand van de markt. Zelfs aan het einde van de middag is het daar nog een drukte van belang. Ik heb één limoen nodig; kost 2 Baht, maar heb helaas maar één munt ven 1 Baht (2 ½ cent) of een biljet van 1000 Baht. Het tandenloze vrouwtje neemt genoegen met die ene Baht. Wanneer we later – nadat we het 1000 Baht biljet stukgeslagen hebben – alsnog met 2 Bahts aan komen lopen, slaat ze steil achterover….. Heb hier ook de pannetjes gevonden (3 stuks, de vierde heb ik later in de winkel van Malle Pietje in Hua Hin gescoord. Daar koop ik elk jaar m’n kookgerei en krijg meestal leuke deals; wanneer ik heel voorzichtig om korting vraag stopt-ie me met een gemeen glimlachje een 5 Baht-stuk toe. Ik complimenteer ‘m met z’n generositeit!



Het laatste stuk is ruim 500 kilometer met daarbij ook nog ‘ns de rondweg rondom Bangkok; we zetten ons dus even schrap (en zorgen er voor dat het navigatieapparaatje ons niet weer dwars door de stad zal leiden...). We hebben in de buurt van Bangkok bovendien de laatste ‘wat’ te gaan; deze Wat Samphran staat al een paar jaar op m’n lijstje, maar is normaal gesproken lastig te bereiken. Nu rijden we er bijna langs, dus ’n prima gelegenheid om door de draak naar boven te klimmen; de tempeltjes staan boven op het dak van een gebouw van 17 verdiepingen. 

Een non met een heftige slis gooit echter roet in het eten. Ze probeert ons duidelijk te maken dat dat alleen maar op zondag kan, maar met die slis is dat lastig te volgen. Een donatie is wel van harte welkom… Ja ja zuster, de groeten! “You get donation if we may go upstairs!” Ze blijft ons helaas hardnekkig tegenhouden en loopt onze donatie dus mis….  We doen ons - in plaats daarvan -  in de foodcourt van de Tesco Lotus tegoed aan een heerlijk hapje en moeten tevreden zijn met wat vergezichten en de onderste verdieping! Nog ruim 2 uur te rijden.


Wednesday, November 16

tussen Bueng Kan en Chiang Khan....

Voordat we in Chiang Khan belanden logeren we een paar dagen in Nong Khai. Na alle rustige dorpjes van de afgelopen tijd opeens 'n volstrekt andere wereld! De "Friendship Bridge" zorgt er niet alleen voor dat half Vientiane - de hoofdstad van Laos -  hier in de Tesco Lotus komt shoppen. (we stonden op 'n zaterdagmiddag met een fles wodka en 2 limoenen in de rij tussen volgeladen karren met van alles en nog wat.....) Maar ook veel westerlingen, die hier via de brug doorreizen naar Laos. En waarschijnlijk door al die reizigers gelukkig ook plotseling wasserettes... In het prachtige - gloednieuwe - Amanta Hotel rekenen ze 40 Baht voor één shirt, de aardige buurvrouw doet onze bomvolle waszak voor 50 Baht...

voedzaam ontbijtje...

Na 'n voedzaam ontbijtje golfen we op de mooie Victory Park golfbaan. Paul inmiddels ook zonder z'n ijzer 5; het is niet helemaal duidelijk of die door een caddie geconfisqueerd is of dat-ie gewoon nog thuis in de garage staat...
Onderweg en rondom de stad bezoeken we een bizarre boeddhistische beeldentuin, fietsen wat door de stad en vallen met onze neus in de boter wanneer we op de zaterdagse "night-market" belanden! Wandelen in de bloedhitte tussen de balancerende rotsen en de "Stonehenge van Thailand" in het Phu Phrabat Historical Park en lopen voorzichtig over de glazen vloer van de 'skywalk' die door 'n stel moderne monniken hoog aan een berg is geplakt. Zo kunnen we weer 'n wat van ons lijstje afvinken!


In Chiang Khan is één van de (letterlijk) hoogtepunten een bezoek aan de Phu (= berg) Tok tijdens zonsopkomst. Die zon en de mist in het dal zorgt voor schitterende beelden, maar door de korte nachtrust laten we de zonsopkomst aan ons voorbij gaan en komen rond 9 uur aan de top. Ook dan is het uitzicht adembenemend! (in het busje dat ons weer naar benden brengt zitten we naast een golfende Thaise familie die bijna foutloos de naam van Joost Luiten weet te produceren; die jongen gaat het nog 'ns ver schoppen! Wij hebben meer moeite met de lastige Thaise namen.....)

Tijdens een lunch onderweg vragen we om een Engels-talige menukaart, maar we begrijpen dat die -zoals te doen gebruikelijk - niet voorradig is. De kok is wel met haar tijd meegegaan want ze tovert subiet een menukaart op haar smartphone te voorschijn! Zo komen we er prima uit... 'n Slimme meid is op haar toekomst voorbereid!


Rondrijden in Thailand is ook qua benzineprijs een waar genoegen; voor nog geen €0,70 per liter gooien ze hier je tank "temp". En dat doen we dan bij voorkeur bij PTT, wat daar is (bijna) standaard een 7-Eleven winkel en - nog fijner - een Cafe Amazon. De Thaise 'Starbucks' maakt heerlijke koffie, vooral de ijskoffie is niet te versmaden!



(de kenners hadden ons beloofd dat wanneer Trump verkozen zou worden de US Dollar - en automatisch ook de Baht - minder sterk zou worden. Dat klopt dus ook al niet.... Eerst zeggen ze dat Hillary gaat winnen en dan daalt de koers ook nog eens. Al onze vrienden in de USA zijn danig van slag en ik ben benieuwd wat deze oetlul gaat betekenen voor de LGBT-gemeenschap in Amerika (en elders...). Geen idee hoe Thailand op Trump reageert; hier zijn ze vooral nog bezig met de koning. Er waren geruchten dat de kroonprins 1 december gekroond zou worden, maar daar horen we niets meer over. We hebben ook geen idee wat er 5 december - de geboortedag van de overleden koning - gaat gebeuren....)

Monday, November 14

Loy Krathong 2016 in Chiang Khan


Chiang Khan – onze laatste bestemming aan de Mekong – is een klein dorp met nog veel oude houten huizen. Het dorp is vooral zeer geliefd door de Thai. Ons hotel (Baan Supichaya, schoenen uit voordat je naar binnen gaat…) is ook gevestigd in zo’n huis, direct aan de rivier en de “walking street”. Schitterend uitzicht op de aanlegsteiger voor de veerbootjes naar Laos en o zo romantisch al dat hout. Maar – zo zou later blijken – het was toch iets minder idyllisch dan gedacht…


De dag van aankomst wordt het belangrijkste feest van Thailand gevierd; Loy Krathong, het feest van licht en water. Lang was onduidelijk of dat nu wel of niet door zou gaan in verband met de rouwperiode. Vorige jaren waren ze al dagen van te voren bezig met het in elkaar flansen van de krathongs, maar nu leek er niets te gebeuren. De 30 dagen periode is precies vandaag afgelopen (het nieuwsbulletin op TV is opeens weer in full colour!) en plotsklaps schieten de kraampjes met de krathongs als paddenstoelen uit de grond. Er wordt dus toch gevierd (weliswaar zonder vuurwerk en muziek)! En hoe; het dorp stroomt vol. De ’s middags zo rustige straat is aan het begin van de avond één en al leven; vooral lekkere hapjes, met als absoluut hoogtepunt de dame die als toetje ‘roti met banaan’ voor ons klaarmaakt! Da’s pas feest!

                                    

Ook onze krathong – die we voor 50 Baht (= €1,25) van een aardige dame iets verderop in de straat kochten – verdwijnt samen met honderden anderen (ze staan soms in de rij om het ding te water te kunnen laten!) in de rivier. Het idee is dat-ie met het (zover mogelijk) wegdrijven ongeluk en ellende met zich meeneemt en dat lukt nu prima in de snelstromende Mekong! Elke keer weer ’n leuk gezicht al die lichtjes in het water. De beloofde ‘super maan’ was helder, maar helaas bepaald niet erg veel groter dan anders, me dunkt…

                                      

Bij terugkomst in de kamer blijkt dat er – om de steiger te kunnen verlichten voor de feestvierders – een fikse generator onder ons balkon is geplaatst. Het apparaat staat tot bijna 12 uur als een wilde te brommen. En in combinatie met de één-planks dikke muren bevordert dat nu niet bepaald de nachtrust.

En om de ellende compleet te maken staan er ’s ochtends al rond 6 uur zo’n 20 monniken – als echte Sint-Maarten zangers – luidkeels gebeden te scanderen bij de open voorpui van het hotel. De andere hotelgasten zitten dan al lang al klaar met hun aalmoezen… Ook wij trekken snel wat aan en laten ons gezicht even zien. En nu maar hopen dat het de komende nacht iets rustiger zal zijn..!


Zitten nu wat uit te puffen op ons heerlijke balkonnetje en beginnen morgen (woensdag) aan onze reis richting het zuiden en arriveren vrijdag aan het einde van de middag in Hua Hin. Nog 2 leuke dagen in de Isaan te gaan!



Saturday, November 12

oranje boven!

Vlak na die heerlijke lunch in Mukdahan begon het flink te regenen en vluchtten we de overdekte “indo-china-market” in, later konden we buiten van luifel naar luifel rennen. Maar plotseling brak er een enorme tropische zondvloed los; daar was niets meer tegenop gewassen. We hebben bijna een half uur staan schuilen…. Klaarblijkelijk ‘n laatste stuiptrekking van de regentijd!
Door het voortschrijden van de techniek zien we trouwens dat het in Leiden ook geen top weer is; op de app van onze nieuwe  thermostaat zien we dat de temperatuur in de woonkamer flink gedaald is. Gelukkig kunnen we van hieruit de kachel ’n graadje hoger zetten! En de app van de gloednieuwe zonnepanelen (vlak voor ons vertrek op ons gloednieuwe dak geplaatst) geeft aan de we nog niet veel kilowatts produceren; we kijken wat dat betreft uit naar het voorjaar!

winter in Thailand; 't is welliswaar 33 C, maar bij winter hoort 'n
warme wollen wintermuts....!
Het aantal Westerlingen dat we de afgelopen week gezien hebben is op de vingers van 2 (nou ja, misschien 3) handen te tellen. En dan zijn het voornamelijk oudere mannen, die in Pattaya “verliefd zijn geworden” op ’n Thaise dame, trouwen en met haar mee teruggaan naar haar geboortegrond. Je kan nog zo verliefd zijn, maar hier de rest van je leven slijten lijkt me niet ideaal….

Hier in de grensstreek wonen veel gevluchte Laotianen en Vietnamezen (ik heb gelezen dat er zelfs meer Laotianen wonen dan in Laos zelf…!) Ze drukken hun stempel op de bouwstijl van de tempels en op de menukaart. (net als in Vietnam opeens veel baguettes; als ontbijt krijgen we een baguette met ’n flinterdun plakje paté. Toch lekker na alle rijstgerechten en eieren….) Het hotel is een nieuw gebouw in de indo-chinese/koloniale stijl en staat vol met “vintage artikelen”, volgens mij een sjiek woord voor “ouwe zooi”… Toch is het zeer stijlvol ingericht en hangt er een perfecte sfeer. Op ons balkon – met uitzicht op de Mekong – komt heerlijke oude Franse jazz vanaf het terras beneden ons naar boven borrelen. Echt top!


We blijven de Mekong (stroomopwaarts) volgen en op weg naar Nakhon Phanom maken we een tussenstop bij een leuke 9 holes golfbaan. Erg veel banen zijn er niet in de Isaan (die bekend staat als armste regio van het land), maar juist in steden waar de Verenigde Staten grote bases hadden tijdens de Vietnamoorlog (de Vietnamezen noemen het trouwens de Amerikaanse oorlog…) lijken wel golfbanen te bestaan. Hier in Nakhon Phanom is buurland Laos op z’n smalst (maar zo’n 100 km breed) en Vietnam dus snel te bereiken. Zelfs onze mobiele telefoon heette ons welkom in Vietnam….?! Ook de prima infrastructuur – onder andere de Friendship Highway – stamt uit die tijd. 

Het hotel (“the River”) is gloednieuw en ligt prachtig aan de rivier; wanneer we ’s ochtends om 6 uur de gordijnen opentrekken zien we dit uitzicht op Laos door de ramen van vloer tot plafond…


Het ligt wat ver van het centrum, maar met de fietsen die we mogen lenen is dat geen probleem en rijden we een heel stuk langs de boulevard. Er is onlangs een nieuw boeddhistisch beeld (de zevenkoppige draak) onthuld en - net zoals bij zoveel andere religieuze plekken - staat ook hier een groepje beroepsfotografen klaar om de toeristen vast te leggen en in te lijsten. Eén van de heren ziet mijn camera in m’n fietsmandje liggen en maakt daarmee ’n foto. Hij is blijkbaar niet tevreden met het resultaat en staat een ’n hele poos aan de instellingen te prutsen. Dan is hij tevreden!


Tijdens de 3 ½ uur durende rit naar Bueng Kan bezoeken we weer een tempel(tje) van onze lijst: wat Phu Tok.  ’n Kleine tempel boven op ’n berg. De heftige trappen zijn nog niet eens zo erg; het zijn de houten bruggen, die op onduidelijke manier aan de bergwand zijn bevestigd, die het een spannende onderneming maken. Om de zoveel tijd ligt er een berg rotte planken langs het pad; die wekken de illusie dat er regelmatig onderhoud wordt gepleegd. Maar – in combinatie met m’n hoogtevrees – zorgen de krakende en schommelende planken ervoor dat we sommige stukken toch maar overslaan… Uiteindelijk het tempeltje wel bereikt!


Het hotel in Bueng Kan heet “the One” en is inderdaad het enige behoorlijke hotel in het dorp. Geen uitzicht op de rivier deze keer, maar op onze favoriete supermarkt Tesco Lotus (en iets verderop  de Makro!) Dat levert de volgende ochtend een mooi ochtendritueel op. Lang voordat de supermarkt opengaat stelt het personeel buiten tafeltjes op, zet er allerlei lekkernijen op en wacht keurig totdat de monniken voor hun dagelijkse bedelronde langskomen. Dan rijdt er een auto voor, daar stappen een stuk of 10 monniken uit en wordt er een gebed voorgelezen. Vervolgens worden de kommen volgeladen met de artikelen en wat daar niet meer in past verdwijnt in 2 winkelwagentjes. Het clubje stapt weer in de bak van de auto en het winkelpersoneel laadt de inhoud van de  wagentjes in. En nu op naar de Big C (de concurrent)?! Da’s nog ‘ns mooi winkelen…!


(ik zie net dat alle foto's in deze blog een oranje tintje hebben....!)

Tuesday, November 8

natuurschoon....

Pha Taem NP (Khong Chiam)
Pha Taem NP (Kong Chiam)
Kaeng Tana NP (Khong Chiam)

Sam Phan Bok (Pho Sai)
Phu Pha Thoep NP (Mukdahan)
(in Mukdahan met het naderend natuurgeweld op de achtergrond...)

Monday, November 7

monnikenwerk

Hier is-t-ie dan, de tempel met een Nederlands tintje. Het is de “Temple of a Million Bottles” en alle groene flessen zijn van Heineken (de bruine van het lokale “Chang”-bier). De monniken hebben jarenlang flessen verzameld (inmiddels zijn het er veel meer dan ’n miljoen!) en zijn nu alle tempelgebouwen aan het opbouwen met de flessen.


Zelfs het crematorium bestaat geheel en al uit glas. En dan te bedenken dat een ware boeddhist geen druppel alcohol drinkt…..  Dacht ook nog even een muur van Bokma flessen te ontdekken, maar dat bleek ’n fata morgana te zijn. De wat is blijkbaar ook een bestemming voor schoolreisjes; er waren 2 bussen vol jolige pubers, en die wilden maar wat graag met de 2 oude falangs op de foto…

We bulderen verder over de 24 en hebben alweer snel de Thaise rijstijl te pakken. De Toyota Vios is een pittig autootje met voldoende power om truck na truck - met gevaar voor eigen leven – in te halen. Ook een beetje oppassen voor de drogende rijst. Aan beide kanten van de 24 bijna alleen maar rijstvelden en er wordt op het ogenblik druk geoogst. Vervolgens wordt de rijst op grote blauwe zijlen - bij voorkeur midden op de binnenwegen en op de vluchtstroken van de snelwegen - gedroogd (want lekker vlak om het heen en weer te kunnen harken). Werkelijk overal ligt rijst, de rijstteelt is dan ook belangrijker dan het toerisme. En hoewel het van rijkswege flink gesubsidieerd wordt is het geen vetpot voor de boeren geloof ik….

lekker warm jasje aan....
Vlak voordat we onze bestemming bereiken slaan we af om aan het stuwmeer in Pattaya Noi op een drijvend restaurant te lunchen. Pattaya Noi betekent Klein Pattaya, maar behalve dan dat beide Pattaya’s aan het water liggen is er verder geen enkele overeenkomst. Hier is het uitgestorven buiten de weekends en we zitten dan ook met z’n 2-en op de boot. Bovendien verwachten ze hier geen falangs en is de menukaart niet te lezen en spreken ze beiden geen woord Engels. Gelukkig had ik voor dit soort gevalletjes een populair Isaan-gerecht achter de hand;  “Gai Yang” (gegrilde kip) – ook nog makkelijk uit te spreken -  en ja, dat hadden ze! Nu maar hopen dat de kip ’n beetje vers was en dat we niet 2 weken Gai Yang moeten eten…..

room with a view....
In Khong Chiam - aan de Mekong River - logeren we in het heerlijke Tongsah Resort en hebben een kamer met balkon aan de rivierkant; uitzicht op Laos! We lummelen wat bij het zwembad, eten ’s avonds bij kaarslicht aan de Mekong en genieten 2 ochtenden van een geweldig Thais ontbijt.

’n Week voor vertrek zie ik op internet een video van m’n favoriete ‘vlogger’ Pai met ‘n onuitspreekbare achternaam (http://hot-thai-kitchen.com/ ) over “Kai Grata”; ’n Isaans ontbijtgerecht… En warempel, er staat een dame kai grata te maken bij het ontbijtbuffet. Geweldig, hoewel ze niet dezelfde ingrediënten gebruikte als Pai. Dat zien we door de vingers….. Alleen al dat ontbijt maakt het verblijf perfect; verder zijn de muren zo dun als papier en is de wifi is zeer onbetrouwbaar…. (Pai heeft trouwens ook onlangs een leuk kookboek uitgegeven)


kai grata
De volgende ochtend rijden we weer naar het stuwmeer en halen voor het eerst de golfclubs uit de achterbak (helaas is de driver van Paul tussen Amsterdam en Bangkok onthoofd…) We hebben geboekt op een 9-holes baan, die plotsklaps een 18 holes baan blijkt zijn. Althans, wanneer-ie echt af is dan… De conditie van de baan is niet best, de caddies spreken geen woord Engels (gelukkig kan ik tot 100 tellen in het Thais; da’s handig voor de afstanden!) en m’n vorm is abominabel, maar desondanks toch een leuk rondje! Ach ja, wat verwacht je voor €17,50 inclusief caddie….


We rijden verder langs de Mekong naar het noorden en bij het Plaifah Resort logeren we in een koddig Thais huisje (godzijdank met airconditioning; hoewel de winter is begonnen en we al heel wat wollen wintermutsen hebben geconstateerd (!), vinden wij het nog steeds bloedheet…. Even wennen, en bovendien gaat de temperatuur en de luchtvochtigheid binnenkort hopelijk flink dalen) De jonge eigenaresse komt als welkom een grote  schaal met longans  (lijkt een beetje op een lychee) uit eigen tuin brengen en vraagt – terwijl ik druk bezig ben met het pellen van de vruchten – tussen neus en lippen door of we van plan zij om straks alcohol te gaan drinken. Dat gaat blijkbaar niet goed samen met de longans. Ik weet niet hoe gauw ik moet stoppen met pellen…. Inmiddels zitten we te borrelen en wordt er aan de overkant hard gewerkt aan het avondmaal!


Vlak voor de borrel rijden we even door het dorp en zien we hoe het gras daar gemaaid wordt; echt monnikenwerk met een ingenieuze zelfgemaakte grasmaaier!


Thursday, November 3

van wat naar wat....

Vlak voordat we aan boord gaan van de gloednieuwe “Dreamliner” van Etihad voor de lange reis naar Bangkok – met tussenstop in Abu Dhabi – spreken we met Nelleke en Sjoerd (Kagerzoom-vrienden) onze reizen nog even door. Zij vertrekken 2 gates verderop richting het westen (en belanden uiteindelijk op Paaseiland), wij vliegen naar het oosten… Lekker toestel die nieuwe 787 en goeie Arabische gastvrijheid aan boord! Jammer van de lange overstaptijd (5 uur), maar wel even mooi tijd om bij te tukken. Al met al komen we – na zo’n 22 uur reizen – precies op tijd aan in Bangkok!

Daar staan op het vliegveld overal dozen met zwarte lintjes klaar voor de binnenkomende toeristen; ik geloof dat er weinig gebruik van wordt gemaakt. Zelf heb ik er meteen één op m’n shirt gespeld; ’s lands wijs, ’s lands eer! Toch zijn de “rouw-regels” ondertussen al enigszins aangepast; zo lijken veel evenementen die in eerste instantie niet door zouden gaan nu toch weer plaats te vinden. Ook “Loy Krathong”, het belangrijkste feest van Thailand zal – hoewel waarschijnlijk iets minder uitbundig – op 14 november doorgaan. Het festijn - altijd tijdens volle maan in november - gaat dan trouwens wel gepaard met de grootste “supermaan” van de eeuw; dat alleen lijkt me al een feestje!


Werkelijk alle etalagepoppen dragen zwarte kleding en de kledingverkopers hebben de verplichting voor de Thai om zwarte kleding te dragen handig gebruikt om de prijzen voor alles wat zwart is  flink te verhogen… Inmiddels heeft de junta daar een stokje voor gestoken!

Zelfs nu we voor de 6e keer in Thailand zijn kunnen we maar niet genoeg krijgen van de wats… Sterker nog, er staan een paar hele bijzondere wats op ons lijstje voor deze reis. Zo hebben we – nog voordat we Bangkok uit waren – de Wat Phra Dhammakaya bezocht. Had op internet geweldige foto’s gezien van futuristische gebouwen met honderdduizenden monniken; het blijkt om een bijzondere (en schatrijke) boeddhistische orde te gaan die door meditatie wereldvrede wil bereiken (“World Peace Through Inner Peace”) We willen de bijzondere gebouwen even gaan bekijken en rijden nonchalant het terrein op. Maar we zijn – met de camera in de aanslag – nog maar net uit de auto gestapt of we worden al door een beveiliger aangesproken en meegenomen naar de “information desk”…


 Daar treffen we een alleraardigste dame die binnen no time een charmante (en goed Engels sprekende!) jongedame en een open busje tevoorschijn tovert en tot slot nog even een non van d’r fiets plukt om het busje te besturen. Zo komen we op plekken waar we anders nooit zouden zijn gekomen en horen van de hoed en de rand! We toeren over het immense terrein en rijden langs waanzinnige gebouwen, alles op veel volk berekend. En dat is maar goed ook, want aanstaande zondag is er een jaarlijkse ceremonie waar 1.000.000 gelovigen vanuit de hele wereld worden verwacht! ’t Heeft iets weg van een enge sekte en ik heb begrepen dat er ook allerlei fraudezaken lopen…
Na alle moderniteiten van woensdag besteden we de donderdag in de meer dan duizend jaar oude (resten van de) Khmer tempels; de voorlopers van de Angkor Wat in Cambodja, hier niet ver vandaan. Wellicht iets minder kolossaal, maar zeker erg indrukwekkend en bijzonder. En dat vond het personeel van het bijbehorende museum blijkbaar ook van ons, want één van de dames wilde graag foto’s van ons nemen… 


Trouwens elluk nadeel heb z’n voordeel, want in het kader van de rouwperiode zijn alle historical parks en musea tot eind januari gratis te bezoeken! (en dan te bedenken dat de buitenlanders normaal gesproken een poot uitgedraaid worden, we betalen meestal heel veel meer dan de Thai…)

De lokale specialiteit in Phimai is "pad mii Phimai"(pad Thai, maar dan met een lokale noedelsoort). Godzijdank heeft dit leuke stel op de nachtmarkt nog precies genoeg ingrediënten om 2 porties te maken! Alle zakjes worden leeg gekieperd in de gloeiende wok... En terwijl wij aan het enige tafeltje zitten wordt de kar opgeruimd en schoongemaakt. De markt loopt al om 7 uur leeg; ze zijn hier duidelijk geen toeristen gewend. Elke keer wanneer we een etablissement binnenkomen valt er een korte stilte en daarna wat gegiechel. Uiteindelijk blijkt dat er dan altijd iemand is die prima Engels spreekt; dat hebben we wel eens anders meegemaakt... Toch is de Isaan de minst bezochte streek van het land, over 2 weken weten we of dat terecht is!


Eerder die dag had ik voor de lunch in de foodcourt van de lokale Albert Heijn m'n favoriete gerecht gevonden. Er gaat niets boven een bordje "crispy pork" met 'n kopje soep (voor €1)... Wat 'n mooi begin van de reis!!

We gaan straks op pad naar de derde etappeplaats en bezoeken onderweg ’n wat met een Nederlands tintje…!