Vanaf Chiang Khan rijden we in twee etappes naar Hua Hin en
logeren de eerste nacht in Dan Sai, ’n slaperig dorpje in de heuvels van Loei.
Hier draait alles om Thailand’s meest betoverende festival (3 dagen in juni of juli)
met kleurrijke maskers van geesten. Bij één van de tempels is een aardig museum
over de maskers, maar verder is er (nu) niet veel spannends te beleven.
‘Ben nog steeds op zoek naar 4 kleine pannetjes om “kai grata” (ei in het pannetje) te maken. Een ontbijtgerecht uit de Isaan, dus hier de laatste kans om ze te vinden, me dunkt…. Helaas, geen succes!
‘Ben nog steeds op zoek naar 4 kleine pannetjes om “kai grata” (ei in het pannetje) te maken. Een ontbijtgerecht uit de Isaan, dus hier de laatste kans om ze te vinden, me dunkt…. Helaas, geen succes!
We overnachten in het Phunacome Resort, ’n schitterend – ze
zeggen zelf ’n “groen” – resort. Gebouwd als dorpje, met ’n vijver vol lotusbloemen,
eigen groentetuin , waterbuffels en al… Dat groene
betekent onder andere dat ze je vragen de airconditioning niet lager dan 25C in
te stellen. Ja, ammehoela…Dan maar even iets minder duurzaam! En met een
kamerprijs van €68 is ’t ook nog eens de duurste overnachting van de trip. (de
goedkoopste was €16!)
Tijdens de tocht naar Nong Phai (inmiddels niet meer in de
Isaan) bezoeken we nog één National Park en ook hier worden we als westerlingen
flink te grazen genomen. De Thaise bezoekers betalen 40 Baht (€1), alle blanke falangs
mogen 500 Baht per persoon betalen. Daar wordt op alle internetforums flink
over gemopperd, vooral door de ouwetjes die hier met een Thaise vriendin/vrouw
wonen. Maar ja, ’t is dan ook wel een heel groot prijsverschil. De dames en
heren bij de poort zijn onverbiddelijk….
Het is overigens een schitterend park met mooie vergezichten
en wonderlijke rots structuren. Bovendien is het in de jaren 60 – 80 de
schuilplek voor de communisten geweest die toen zwaar in gevecht waren met de
koninklijke troepen. De vlag bovenop een klif resteert nog; de communisten hesen na elke
overwinning de rode vlag. Sinds 1982 wappert er natuurlijk fier een Thaise vlag!
Via ‘n korte omrit komen we langs één van de laatste wats
van ons lijstje. Wanneer we het kolossale parkeerterrein oprijden (betaald
parkeren, hoogst ongebruikelijk voor een tempel!) overvalt ons het
“Efteling-gevoel”… Eigenlijk lijken de gebouwen meer op de bouwsels van Gaudí
met de prachtige mozaïeken; het geinige is dat ze daarvoor allerlei
schoteltjes, borden en porseleinen deksels gebruikt hebben.
Ook spectaculair
zijn de 5 immense boeddha-beelden op ’n rijtje en dan ook nog zo schitterend
gelegen boven op een bergtop. Al met al een unieke tempel die zich - naar
verluid - kan meten met de Notre Dame, de Sixtijnse Kapel en de Taj Mahal. ’t
Omritje dus meer dan waard!
Het Bestiny Hotel ligt midden in het dorp, op loopafstand
van de markt. Zelfs aan het einde van de middag is het daar nog een drukte van
belang. Ik heb één limoen nodig; kost 2 Baht, maar heb helaas maar één munt ven
1 Baht (2 ½ cent) of een biljet van 1000 Baht. Het tandenloze vrouwtje neemt
genoegen met die ene Baht. Wanneer we later – nadat we het 1000 Baht biljet
stukgeslagen hebben – alsnog met 2 Bahts aan komen lopen, slaat ze steil
achterover….. Heb hier ook de pannetjes gevonden (3 stuks, de vierde heb ik
later in de winkel van Malle Pietje in Hua Hin gescoord. Daar koop ik elk jaar
m’n kookgerei en krijg meestal leuke deals; wanneer ik heel voorzichtig om
korting vraag stopt-ie me met een gemeen glimlachje een 5 Baht-stuk toe. Ik
complimenteer ‘m met z’n generositeit!
Het laatste stuk is ruim 500 kilometer met daarbij ook nog
‘ns de rondweg rondom Bangkok; we zetten ons dus even schrap (en zorgen er voor
dat het navigatieapparaatje ons niet weer dwars door de stad zal leiden...). We
hebben in de buurt van Bangkok bovendien de laatste ‘wat’ te gaan; deze Wat
Samphran staat al een paar jaar op m’n lijstje, maar is normaal gesproken
lastig te bereiken. Nu rijden we er bijna langs, dus ’n prima gelegenheid om
door de draak naar boven te klimmen; de tempeltjes staan boven op het dak van
een gebouw van 17 verdiepingen.
Een non met een heftige slis gooit echter roet
in het eten. Ze probeert ons duidelijk te maken dat dat alleen maar op zondag
kan, maar met die slis is dat lastig te volgen. Een donatie is wel van harte welkom… Ja ja zuster, de
groeten! “You get donation if we may go upstairs!” Ze blijft ons helaas
hardnekkig tegenhouden en loopt onze donatie dus mis…. We doen ons - in plaats daarvan - in de foodcourt van de Tesco Lotus tegoed aan
een heerlijk hapje en moeten tevreden zijn met wat vergezichten en de onderste
verdieping! Nog ruim 2 uur te rijden.
1 comment:
Hallo daar, eerst maar eens de foto's bekeken.
Deze zijn echt schitterend al die kleuren. Hebben jullie zelf nog een masker gekocht?
Lijkt me zo mooi, al die kleuren prachtig.
Wat zijn jullie toch een paar keiharde kerels, om dat nonnetje niets te geven, misschien had je dan wel
naar boven gemogen, zo kom je nooit in de hemel. Hahahaha.
Nee geintje, ik blijf in herhalingen vallen.
Het is zo kleurrijk de foto's prachtig.
Wij komen een keer ontbijten bij jullie want ik wil wel een eitje uit een pannetje.
Nou nog een goeie maand te gaan, en veel te zien, ik kijk er naar uit.
Genieieieieieten.
Liefs Loes.
Post a Comment