Saturday, November 12

oranje boven!

Vlak na die heerlijke lunch in Mukdahan begon het flink te regenen en vluchtten we de overdekte “indo-china-market” in, later konden we buiten van luifel naar luifel rennen. Maar plotseling brak er een enorme tropische zondvloed los; daar was niets meer tegenop gewassen. We hebben bijna een half uur staan schuilen…. Klaarblijkelijk ‘n laatste stuiptrekking van de regentijd!
Door het voortschrijden van de techniek zien we trouwens dat het in Leiden ook geen top weer is; op de app van onze nieuwe  thermostaat zien we dat de temperatuur in de woonkamer flink gedaald is. Gelukkig kunnen we van hieruit de kachel ’n graadje hoger zetten! En de app van de gloednieuwe zonnepanelen (vlak voor ons vertrek op ons gloednieuwe dak geplaatst) geeft aan de we nog niet veel kilowatts produceren; we kijken wat dat betreft uit naar het voorjaar!

winter in Thailand; 't is welliswaar 33 C, maar bij winter hoort 'n
warme wollen wintermuts....!
Het aantal Westerlingen dat we de afgelopen week gezien hebben is op de vingers van 2 (nou ja, misschien 3) handen te tellen. En dan zijn het voornamelijk oudere mannen, die in Pattaya “verliefd zijn geworden” op ’n Thaise dame, trouwen en met haar mee teruggaan naar haar geboortegrond. Je kan nog zo verliefd zijn, maar hier de rest van je leven slijten lijkt me niet ideaal….

Hier in de grensstreek wonen veel gevluchte Laotianen en Vietnamezen (ik heb gelezen dat er zelfs meer Laotianen wonen dan in Laos zelf…!) Ze drukken hun stempel op de bouwstijl van de tempels en op de menukaart. (net als in Vietnam opeens veel baguettes; als ontbijt krijgen we een baguette met ’n flinterdun plakje paté. Toch lekker na alle rijstgerechten en eieren….) Het hotel is een nieuw gebouw in de indo-chinese/koloniale stijl en staat vol met “vintage artikelen”, volgens mij een sjiek woord voor “ouwe zooi”… Toch is het zeer stijlvol ingericht en hangt er een perfecte sfeer. Op ons balkon – met uitzicht op de Mekong – komt heerlijke oude Franse jazz vanaf het terras beneden ons naar boven borrelen. Echt top!


We blijven de Mekong (stroomopwaarts) volgen en op weg naar Nakhon Phanom maken we een tussenstop bij een leuke 9 holes golfbaan. Erg veel banen zijn er niet in de Isaan (die bekend staat als armste regio van het land), maar juist in steden waar de Verenigde Staten grote bases hadden tijdens de Vietnamoorlog (de Vietnamezen noemen het trouwens de Amerikaanse oorlog…) lijken wel golfbanen te bestaan. Hier in Nakhon Phanom is buurland Laos op z’n smalst (maar zo’n 100 km breed) en Vietnam dus snel te bereiken. Zelfs onze mobiele telefoon heette ons welkom in Vietnam….?! Ook de prima infrastructuur – onder andere de Friendship Highway – stamt uit die tijd. 

Het hotel (“the River”) is gloednieuw en ligt prachtig aan de rivier; wanneer we ’s ochtends om 6 uur de gordijnen opentrekken zien we dit uitzicht op Laos door de ramen van vloer tot plafond…


Het ligt wat ver van het centrum, maar met de fietsen die we mogen lenen is dat geen probleem en rijden we een heel stuk langs de boulevard. Er is onlangs een nieuw boeddhistisch beeld (de zevenkoppige draak) onthuld en - net zoals bij zoveel andere religieuze plekken - staat ook hier een groepje beroepsfotografen klaar om de toeristen vast te leggen en in te lijsten. Eén van de heren ziet mijn camera in m’n fietsmandje liggen en maakt daarmee ’n foto. Hij is blijkbaar niet tevreden met het resultaat en staat een ’n hele poos aan de instellingen te prutsen. Dan is hij tevreden!


Tijdens de 3 ½ uur durende rit naar Bueng Kan bezoeken we weer een tempel(tje) van onze lijst: wat Phu Tok.  ’n Kleine tempel boven op ’n berg. De heftige trappen zijn nog niet eens zo erg; het zijn de houten bruggen, die op onduidelijke manier aan de bergwand zijn bevestigd, die het een spannende onderneming maken. Om de zoveel tijd ligt er een berg rotte planken langs het pad; die wekken de illusie dat er regelmatig onderhoud wordt gepleegd. Maar – in combinatie met m’n hoogtevrees – zorgen de krakende en schommelende planken ervoor dat we sommige stukken toch maar overslaan… Uiteindelijk het tempeltje wel bereikt!


Het hotel in Bueng Kan heet “the One” en is inderdaad het enige behoorlijke hotel in het dorp. Geen uitzicht op de rivier deze keer, maar op onze favoriete supermarkt Tesco Lotus (en iets verderop  de Makro!) Dat levert de volgende ochtend een mooi ochtendritueel op. Lang voordat de supermarkt opengaat stelt het personeel buiten tafeltjes op, zet er allerlei lekkernijen op en wacht keurig totdat de monniken voor hun dagelijkse bedelronde langskomen. Dan rijdt er een auto voor, daar stappen een stuk of 10 monniken uit en wordt er een gebed voorgelezen. Vervolgens worden de kommen volgeladen met de artikelen en wat daar niet meer in past verdwijnt in 2 winkelwagentjes. Het clubje stapt weer in de bak van de auto en het winkelpersoneel laadt de inhoud van de  wagentjes in. En nu op naar de Big C (de concurrent)?! Da’s nog ‘ns mooi winkelen…!


(ik zie net dat alle foto's in deze blog een oranje tintje hebben....!)

1 comment:

Anonymous said...

Ja hoor daar is ze weer een keer.
Ga ik eerst de foto's bekijken in het fotoboek, zie ik alleen een halfblote Paul.
NIet verkeerd hoor, maar het is maar één foto.

Wat is regen eigenlijk, we hebben dat al een poos niet gezien. Ja één klein buitje.
Verder steeds is het hier nog steeds zonnig. Golfen in korte broek en met zonder mouwtjes.
Jongens blijf genieten ook al komt de regen met bakken uit de hemel.
Tot de volgende keer.

Lieve groet Loes.