Monday, June 13

van Quebec naar 1000 Islands...

We verlaten PEI via de 13 km lange brug (met behulp van Nederlandse expertise gebouwd) terug naar het vaste land. Ons laatste onderkomen op het (schier-)eiland is een eenvoudige cabin direct aan zee. Het huisje is alleen te bereiken via een zogenaamde “mud-road” en aangezien de aarde op het eiland donkerrood is en de regen van de afgelopen dagen heeft gezorgd voor een “blubber-road” is de auto vanaf nu niet meer zwart maar donkerrood… Maar ‘ns kijken wat Hertz daarvan zal vinden!


De grootte van de watervallen die we bezoeken tijdens deze rondreis bouwen we langzaam maar zeker op, met als grote apotheose op de laatste dag de Niagara Falls bij Toronto! Na de – laten we maar zeggen – pietluttige watervalletjes in het Fundy National Park rijden we op weg naar Quebec langs de Grand Falls in Grand Falls. Midden in het dorp en dus niet echt een natuurlijke setting, maar dat is naar verluid in Niagara met alle casino’s nog veel erger…
De goedlachse madame van de toeristeninformatie vertelt trots dat er hier nu (in het voorjaar) 90% van de hoeveelheid water in Niagara naar beneden dondert. (en dan hebben we ‘t over 6.000.000 liter per seconde…!) “So, why go to Niagara?” zegt ze nog met haar heerlijke Franse accent. Nou mevrouw, we gaan lekker toch!

Ook de Airbnb in Quebec is weer met veel beleid uitgezocht (er was heel veel keus!) en blijkt ’n prima keus qua locatie om de stad – in 2 dagen – te ontdekken. Het is de benedenverdieping van het ouderlijk huis (uit 1845) van Jean-François, die zelf op de derde woont. Hij heeft het pand onlangs zelf helemaal gerenoveerd en ziet er geweldig uit. (we hebben geluk en kunnen de auto voor de deur parkeren!) Prima keuken; we doen boodschappen in de buurtwinkel en fabriceren 2 keer een lekkere maaltijd. ’n Salade Niçoise is wel op z’n plaats hier… (met – voor het eerst – heerlijk brood)


Het huis staat in de trendy St-Jean-Baptiste wijk en J-F heeft dan ook even tijd nodig om allerlei winkeltjes, restaurants en kroegen aan te prijzen. ’t Is haast niet te geloven hoe Frans de stad aanvoelt met z’n cafeetjes, boulangeries en Intermarché’s. Nog nergens eerder gezien op dit continent! Zelfs jongelui blijken moeite te hebben met de Engelse taal en de sfeer komt er al goed in als we onderweg zijn met louter Franstalige zenders en Franse chansons op de autoradio… Er is veel gerestaureerd ondertussen; de stad is gesticht in 1608 (of zoiets) en er is nadien veel gestreden tegen de Britten en Amerikanen. Hier hebben de Fransen standgehouden. 
Met een grote citadel, ommuurde oude stad  en veel culturele activiteiten geen verkeerde stad om te wonen, zo denken we. Hoewel, het is – net zoals in Amsterdam – wel erg druk met toeristen.  Terwijl de foto’s die indruk niet zullen wekken; die zijn dan ook zondagochtendvroeg gemaakt… Maar na alle rust in de Marititmes wel even een overgang!


We bezoeken het Musée de la Civilisation; in de oude stad, maar in een schitterend modern gebouw. Er is onder andere een tentoonstelling over 25 revolutionaire gebeurtenissen van de afgelopen jaren. Daar zien we plots Job Cohen (en de betreffende echtparen) in z'n steenkolen Engels uitleggen hoe trots hij erop is dat hij in 2001 de eerste homohuwelijken ter wereld heeft voltrokken. Zeker iets om trots op te zijn! Canada was het tweede land waar dat mogelijk was en is – zoals eerder gememoreerd – een zeer homovriendelijk land. Tja, en dan gebeurt er zoiets gruwelijks als in Orlando. Jezus mina, wat gebeurt er allemaal in de wereld..?! Hoezo civilisatie?

Zoals de kaasverkopers in Amsterdam - voor veel geld - de kleine kaasjes (in allerlei smaken) aan de man proberen te brengen, zo zijn er hier veel “maple syrup winkeltjes” die het spul in verschillende vormen verkopen.
De siroop wordt in het vroege voorjaar uit de bomen getapt en ‘n ouderwetse lekkernij is dan ook de “snow candy”; warme siroop uitsmeren over de sneeuw en op een stokje rollen. Lekker, maar pas op voor je glazuur…..



Vandaag gaan we op pad naar de Thousands Islands; een archipel in de Saint Lawrencerivier tussen Amerika en Canada in. En jawel, hier komt inderdaad de wereldberoemde dressing vandaan!

Thursday, June 9

kreeft in de kerk!

Church Lobster Suppers zijn door de kerken georganiseerde maaltijden waarbij soms wel 500 eters aanzitten… Kompleet met chowder (soort vissoep), gestoomde mosselen, allerlei salades en veel kreeft. Plus nog een taartje toe! Mooie manier om fondsen te werven… Gelukkig zijn er steeds meer restaurants die de church lobster suppers in een iets meer verfijnde versie op de kaart hebben staan. 


In Charlottetown treffen we een zomerse avond en een leuk restaurant waar we buiten kunnen eten. Wel aan de prijzige kant, aangezien de aanvoer van kreeften door de aanhoudende kou achterblijft gaat de marktprijs flink omhoog. Bovendien wordt er maar kort (half mei – half juni en in het najaar) gevist naar de geliefde beestjes; ze vissen dan trouwens flink door en bewaren er tienduizenden in grote zoutwatertanks, zodat ze de hele zomer door levende kreeften kunnen aanbieden.

’t Is even een gedoe met de kraker en andere materialen, maar wel heerlijk. Peuteren en dan door de gesmolten boter halen. Mmmmmm! De serveerster is zeer te spreken over m’n prestaties wanneer ik haar vertel dat ’t m’n eerste keer is en vraag of er nog meer te kraken valt. Ondertussen gaan 2 oudere dames, die ’n paar tafeltjes verder zitten, zich er ook mee bemoeien! Het blijken 2 Nederlandse dames te zijn die blijkbaar veel verstand hebben van kreeften. En voor ik het weet heeft één van de twee mijn kreeft in haar knuistjes op zoek naar meer eetbare delen. Uiteindelijk zonder succes, vraagt ze of ze Paul’s servet even mag gebruiken… Hilarisch!


Charlottetown is ’s lands kleinste provinciehoofdstad en Prince Edward Island (ofwel PEI) is dan ook de kleinste provincie. Wel één met groot historisch belang, want hier waren in 1864 de eerste onderhandelingen die 3 jaar later hebben geleid tot het ontstaan van Canada. Volgend jaar dus groot feest! (het provinciehuis waar één en ander in 1864 geregeld is wordt dan ook flink onder handen genomen en is helaas niet toegankelijk…) 

De stad is zeer compact met veel oude huizen en geen enkele hoogbouw; ook ons Airbnb-huisje (midden in de stad!) kunnen we als knus omschrijven! We maken voor het eerst kennis met de eigenaar van een Airbnb-locatie, maar dat komt omdat ze ons pas een dag later verwachtte en de boel nog moest schoonmaken. Dat wordt dus misschien voor het eerst een slechte review, maar wij hebben nu wel tijd om een “Cows-ijsje” te scoren. Cows is een lokale (PEI) ijsmaker die inmiddels flink aan de weg timmert. Wacht maar af; binnenkort Cows bij AH! Ga dan voor ‘Gooey Mooey’, zulk lekker ijs heb ik nog nooit gegeten…


De zomerse avond was een gelukje tussen veel grijzig- en nattigheid door. Het wil hier nog steeds maar niet erg zomeren. Helaas valt de volgende dag ons “rondje eiland” daarom ’n beetje in het water en wordt wat ingekort. De lunch bij het befaamde restaurant “the Blue Mussel” (lobster roll!) maakt ‘n boel goed! Het begint er nu op te lijken dat we de laatste week veel beter weer zullen krijgen, dus de korte broeken kunnen weer uit de koffer komen…





Tuesday, June 7

"in de karrek, in de karrek, zei de dominee..."

Zondag naar de kerk… normaal gesproken niet ons ding! Maar deze zondag rijden we naar Annapolis Royal waar we voor 3 nachten de St Alban’s Anglican church hebben gehuurd. Die is door ’n vriendenstel (één van de 2 heren is “interior designer”…) omgebouwd tot een prachtig onderkomen, dat ze via Airbnb verhuren. Echt weer zo’n “wow-moment” als je binnenkomt en later kom je steeds meer schitterende details tegen. 

(meer foto's in het fotoalbum)
Het altaar is veranderd in een – zoals ze zelf zeggen –  ‘gourmet kitchen’, van alle gemakken voorzien. Het spreekgestoelte is verwerkt tot kastenwand…. Eén van de kerkbanken staat aan de lange eettafel die gedekt is voor 8, dus net niet genoeg plek voor alle apostelen.

Het design van de ramen is tot in detail overal verwerkt en de heren hebben overduidelijk een zwak voor het Britse koningshuis (per slot van rekening ook het hunne), want door de hele ruimte vind je memorabilia in de vorm van koekblikjes, bordjes, kussentjes and so on… (hoezo nichterig..?) Er  ligt bovendien een stapel houtblokken waarmee we de houtkachel continue zouden kunnen laten branden. Al met al een feestje om hier te mogen logeren.

In eerste instantie was er sprake van dat de maandag een totaal verregende dag zou worden (als straf van onze lieve heer voor de 2 ongelovigen in zijn huis zou er een zondvloed komen; 63 mm regen….!), maar dat bleek uiteindelijk erg mee te vallen en inmiddels is het strakblauw. Toch mooi weer om de haard te laten snorren; de hele kerk wordt warm en – ‘t moet gezegd worden – er gaat een heerlijke rust uit van het gebouw!


In onze achtertuin staan we even stil bij de overleden dorpsgenoten.  We staan hier trouwens regelmatig even stil bij overledenen… In Halifax bezoeken we de begraafplaats waar de slachtoffers van de Titanic begraven liggen. De boot ging voor de kust van Nova Scotia ten onder; we weten inmiddels dat er zich 2 jaar later een dergelijke ramp voordeed met een Canadees schip (“the Empress of Ireland”), waarbij ook ruim 1000 mensen omkwamen. Door het uitbAeken van WO I verdween het nieuws van de voorpagina’s en is het nu de “Vergeten Titanic”…


En vlakbij de beroemde vuurtoren van Peggy’s Cove is een monument opgericht voor de inzittenden van Swissair vlucht 111 die hier in 1998 (ten gevolge van kortsluiting) in zee stortte. Mooi monument voor een moment van bezinning.

Veel historie trouwens hier in de regio. Zo bezoeken we in Halifax “Pier 21”. Een museum in het gebouw waar jarenlang de immigranten Canada binnenstroomden (zeg maar het Ellis Island van Canada). En hier in Annapolis Royal is de allereerste Europese nederzetting op dit continent gesticht. Na flink wat strijd tussen de Fransozen, Britten en M’ikmaqs hebben de Britten uiteindelijk gezegevierd en hebben de Fransen een paar regio’s toegewezen gekregen. Maar wat er met de M’ikmaqs is gebeurd is ons niet helemaal duidelijk. (overigens leuk detail: hier staan de meeste opschriften niet alleen in het Engels en Frans, maar ook regelmatig in het Mikmaks)

In het Kejimkujik National Park maken we 2 wandelingen en net buiten het park zien we een schildpad die – volgens de waarschuwingsborden – tot een uitstervend soort behoort. Helaas zien we ‘m maar heel kort, want 2 seconden later rijd ik met een vaartje van 80 km/uur over het arme beestje heen en daar is zijn schildje niet op berekend. Had de druiloor maar niet in een stijgende bocht moeten oversteken… Wel heel vervelend, en dat terwijl er tientallen vrijwilligers bezig zijn om het ras te laten overleven. Mea culpa maxima!!
Laten we ook hier maar even bij stilstaan.



Friday, June 3

"alles ziet er anders uit als de zon schijnt..."

Tja, niets zo veranderlijk als het weer…. Zitten we dinsdag tijdens de borrel te puffen voor onze cabin, op woensdag komt de thermometer niet boven de 7°C! In combinatie met de straffe gure wind zorgt dat qua weer voor ’n onplezierige grijze dag. Maar ’t hoort wel bij het ruige landschap en de Schotse enclave waar we die avond bivakkeren.  En laten we wel zijn; we zijn hier niet op zoek naar strandweer (maar hebben wel stiekem ’n korte broek ingepakt…)

Bay Saint Lawrence is ’n klein vissersdorpje aan het noordoostelijkste puntje van het eiland en bestaat uit een handjevol huizen, ’n paar kerkjes en een Co-op winkel. Het toeristenseizoen is duidelijk nog niet begonnen; de take-aways zijn nog niet open en de vissers die ’s zomers met hun bootjes vol toeristen uitvaren om walvissen te spotten zijn nu (met diezelfde bootjes) buitengaats om kreeften te vangen. Één van hen trof die dag tijdens het vissen een groep orka’s (heel zeldzaam daar!) aan en had spijt als haren op z’n hoofd dat-ie geen toeristen had meegenomen, zo vertelde de eigenaar van Burton’s Sunset Oasis, waar we die nacht logeren. 

't witte streepje is Burton's Sunset Oasis....
De oude (en bijna blinde) baas van het 5 kamers tellende motel heeft trouwens op de klif (z’n eigen klif, zo vertelt-ie trots; hij heeft ook een paar honderd meter kustlijn….) 4 stoeltjes neergezet van waaruit je de walvissen zou moeten kunnen zien springen. Wij niet helaas….
De spraakzame oude man heeft niets te klagen en heeft al sinds half april al z’n kamers verhuurd. ’t Is dan ook een A-locatie met als bonus de schitterende ‘sunsets’. Wanneer ik ‘m ’s middags vraag hoe het met de sunset van die avond is gesteld kan de grapjas me alleen garanderen dat de zon onder zal gaan… Gelukkig breekt de lucht aan het einde van de dag  en kunnen we alsnog genieten van het spektakel!


Donderdag is het weer ’n stralende dag; het is toch ’n stuk prettiger om onder die omstandigheden te wandelen. Onder het aloude motto: “alles ziet er anders uit als de zon schijnt”! Het wildste ‘wild’ dat we tot nu toe tijdens allerlei ‘hikes’ (in 2 National Parks) hebben gezien zijn ’n paar eekhoorns, maar de verse hoefafdrukken in de modder en keutels doen denken dat de elanden in ieder geval in de buurt zijn….
Niet alleen het weer is veranderlijk; ook onze verblijfplaatsen zijn erg verschillend. Zo logeren we donderdag in ’n erge ‘basic’ cabin op een camping bij Baddeck; meer dan ’n bed, toilet, douche en ’n magnetron is ’t niet. En….’n geweldige barbecue op de veranda! Gelukkig verkopen ze bij de plaatselijke Co-op ‘n mooie sirloin steak  en samen met ’n bak aardappelsalade en coleslaw toch ’n heerlijke maaltijd. (we hadden gelukkig 2 kampeerbordjes + bestek in de koffer gestopt…)
Voor het weekend hebben we via Airbnb een karaktervol ‘town house’ in het centrum van Halifax gehuurd. (www.airbnb.nl/rooms/970836 ) Voor 9 tientjes per nacht heb je dan 2 verdiepingen prachtig huis inclusief goed geoutilleerde keuken. Not bad, eh?





Wednesday, June 1

wild...

De truc bij Airbnb is dat er als huurder van je verwacht wordt dat je een review schrijft over je verblijf (ik lees overigens zelden of nooit een slechte review, dus of ’t helemaal eerlijk gaat weet ik niet) en dat de verhuurder een review schrijft over de huurders, zodat andere verhuurders een idee krijgen wat ze in huis halen. Ik ben blijkbaar een pietlut wat schoonmaken betreft en wordt daar door de verhuurders om geprezen; misschien de volgende keren toch maar wat minderen met de dweiltjes en de plumeau…..


De Bay of Fundy (tussen New Brunswick en Nova Scotia) staat bekend om z’n enorme getijdenverschillen. Afhankelijk van de stand van de maan kan dat tot 14 meter zijn! Bij Hopewell zijn - doordat er 2 keer per dag een enorme hoeveelheid water heen en weer gaat - wonderlijke rotsformaties ontstaan die je alleen kan bezoeken wanneer het eb is. Eigenlijk is onze hele reis zo gepland dat we daar op een goed moment eb aantroffen. Dat was gisteren; de enige dag tot nu toe dat er beestenweer werd voorspeld.
Maar terwijl we ’s ochtends over de zeebodem langs de bizarre rotsen wandelen en klauteren is er gelukkig nog niets aan de hand. De dag ervoor waren er 2500 bezoekers; nu – waarschijnlijk in verband met de weersvoorspellingen – moeten we alleen een bus vol Chinezen en ‘n schoolklas van ons afschudden  om een paar foto’s te maken…. Wanneer we in de auto stappen vallende eerste druppels en dan wordt het snel van kwaad tot erger. De rit naar Cape Breton was beslist geen pretje; leve onze zoab!


Met enige moeite vinden we onze volgende bestemming en nog geen 5 minuten later staat de (gas)openhaard te snorren en warmen we weer lekker op! En nog wat later gaat zelfs de(gas)BBQ op de veranda aan om de drumsticks te garen…. (bij gebrek aan braadpan!) Een dag later is het plotsklaps weer stralend en zitten we te puffen voor onze cabin in Pleasant Bay. Ook nu blijft er wat te klagen, want nu zijn het de uiterst hinderlijk “blackflies” die roet in het eten gooien. (hebben wel ’n goeie insectenspray getipt gekregen door de Duijzen!) Niet teveel zeuren want morgen blijft ’t mooi, maar dan zakt de temperatuur met zo'n 15°C…

‘Zijn nu een paar dagen in het Cape Breton National Park en rijden de Cabot Trail (allebei hoog aangeschreven door de lonely planet: “One of Canada’s most dramatic parks and its lively surrounds are accessible via the famous Cabot Trail. The drive is at its best along the northwestern shore of Cape Breton and then down to Pleasant Bay”) Hier geen Airbnb's of ketenhotels dus reizen we van de ene oubollige cabin naar de andere; wel steeds een perfecte locatie!


Wanneer  je bij het begin van een wandeling een dergelijk bord ziet staan beneemt dat je toch wel een beetje de lust om te wandelen… Zelfs de elanden blijken niet geheel ongevaarlijk en kunnen je ’n flinke lel geven met hun hoeven en geweien. Naar verluid is het aantal elanden in Canada – na een rupsenplaag –  geëxplodeerd en dat kan je zien aan de kapot gevreten bossen. Maar ja, wij hebben er ondertussen nog steeds geen één gezien…. Ook de berenteller staats nog steeds op nul!

Je begrijpt dat het water ons in de mond loopt bij de aanblik van deze lentefrisse varens …!  ;-) Deze stonden in een National Park, en hebben we dus maar niet geplukt. Bovendien wisten we niet of dit wellicht de giftige soort was....