Sunday, December 11

karri-, marri- & kerstbomen

Nadat we bij de vuurtoren op Cape Leeuwin de Indische Oceaan zien veranderen in de Zuidelijke Oceaan rijden we langs de kust door een reeks bijna aaneengeregen National Parks. Door prachtige bossen met kolossale “Karri – trees” (kunnen 90 meter hoog worden!) en langs schitterende kustlijnen. Eén van de hoogtepunten aan de Zuidkust is de “Tree-top-walk” in the Valley of the Giants; hoog boven de kruinen van de bomen kan je via ’n serie – schommelende – hangbruggen een spectaculaire wandeling maken. Op andere plaatsen kan je dwars door de bomen heenlopen of erin omhoog klimmen. (in ‘n aantal bossen zijn bomen omgebouwd tot brand-uitkijktorens; gelukkig heb ik een hartaandoening en mag ik niet omhoog…….) Vol verbazing lopen we vanaf het strand bij Denmark de “Elephant Cove” in. Vaak heb je bij rotsformaties met ’n naam heel veel fantasie nodig; hier lijkt het werkelijk of er een kudde olifanten de zee in wandelt.


De etappeplaatsen tijdens deze laatste dagen zijn Pemberton, Denmark en Albany; vooral de laatste is een gezellige (en grote) stad. Het gebied rondom Albany is prachtig, met name het Torndirrup NP. (veel namen van dorpjes en nationale parken eindigen met “- up” ; het achtervoegsel betekent “plaats met water” in aboriginal dialekt) We vinden er zelfs een idyllisch strandje, waar we uit de kleren kunnen; Australië is niet rijk bedeeld met “clothes optional beaches” ,dat zal de preutse achtergrond van de Britten wel zijn…. Zondag is al weer rustdag; deze keer halen we voor de laatste keer de stokken uit het bagageruim en slaan al om half acht af op de prachtige links course van Albany; ook nog eens super weer! Lunchen aan de kust in Emu Point en dan uitbuiken middels ’n rustige wandeling over de boardwalk richting de stad.

We zijn na bijna 7 weken ook wel een beetje aan de tax wat betreft het opnemen van nieuwe indrukken, ’t doorbladeren van de Lonely Planet en de vele brochures op zoek naar ‘must-sees’ (in Tasmanië vonden we zelfs ’n brochure speciaal voor de ‘gay travellers’…!), en ’t kamperen, hoe comfortabel de camper dan ook is. Hoewel we met deze RV een aantal unsealed routes niet hebben kunnen rijden, moeten we er niet aan denken om met ’n klein 4WD-campertje te moeten rondtoeren.
Morgen staan voor de één na laatste dag nog een paar stevige wandelingen op het programma in het Porongurup NP (laatste kans om een ‘tiger-snake’ te spotten….; we worden er al weken voor gewaarschuwd) en logeren we de laatste nacht in Kojonup.
(gelukkig geen tiger-snake; wel tot onze grote verrassing na de flinke klim naar de Castle Rock de gloednieuwe "Granite Skywalk".


'n Verbazingwekkende constructie, die je pas bereikt na 65 meter klauteren over rotsen en 7 meter steil omhoog via 'n ladder. Vooral voor dat laatste onderdeel heeft Paul veel overtuigingskracht moeten gebruiken om mij op de boardwalk te krijgen... 'n Paar jaar geleden is 90 % van het park afgebrand; inmiddels is het goed aan 't herstellen. Rond Margeret River hebben we kilometers door afgebrande bossen gereden. Dat was pas een paar weken geleden gebeurd en daar zijn nu rechtzaken over bezig; het waren zogenaamde "controlled fires", maar die zijn uiteindelijk volledig uit de hand gelopen met veel ellende als gevolg...)
Dinsdag rijden we vroeg terug naar Perth en vliegen om half vier via Singapore en Londen naar Schiphol. ‘Begrijpen dat het in Leiden ’n tikkeltje nat en koud is, echt kerstweer dus. Hier vieren ze kerstmis met ’n barbie op het strand…

Wednesday, December 7

eindelijk spelen op Augusta..!

De overgang van noord naar zuid is enorm; ten zuiden van Perth is het plotsklaps razend druk en toeristisch en – maar dat zal toeval zijn – het weer is drastisch veranderd. ’t Is ruim 10°C koeler en voor ’t eerst sinds lang regent het weer eens. (we hebben pech met golf dit jaar: regen op de mooiste baan van Tasmanië, regen tijdens de Presidents Cup in Melbourne en nu regen op de mooiste baan van WA… En ’t maffe is; alle andere dagen hebben we stralend weer gehad!)

Tijdens een korte lunchpauze in Freemantle (’t Scheveningen van Perth), oftewel ‘Freo’ (de Australiers hebben de wonderlijke gewoonte om woorden af te korten; zo wordt bijvoorbeeld ‘breakfast’ verkort tot ‘brekkie’ en ‘barbecue’ wordt ‘barbie’) maken we 2 races van de wereldkampioenschappen zeilen mee. Het schijnt dat hier 32 Nederlanders in verschillende disciplines strijden voor een ticket voor London 2012. We hebben geen idee hoe de resultaten zijn; lezen er niets over in de Telegraaf, dus ’t zal wel niet geweldig zijn… De koala’s in het Yanchep NP liggen er in ieder geval niet wakker van.


Ook bij “the Cut” is dinsdag damesdag; we starten om 9 uur na een dames ‘comp’ . Helaas hebben de dames hier niet de gewoonte om een wedstrijd te annuleren als ’t een beetje regent. Sterker nog; wanneer wij na hole 17 als een razende naar het clubhuis vluchten, omdat dan de donder wel heel erg dichtbij door de duinen rolt spelen ze onverdroten door en vinden ons maar 2 watjes! Eigenlijk hadden we niet eens zoveel last van de regen, maar meer van de vliegen. Vliegen overal! En dan de snelle greens; daar is de naam van de club (maar dan met ’n andere beginletter…) zeer frequent gevallen.

Margaret River is het (wijn-)gebied tussen Cape Naturaliste en Cape Leeuwin; het plaatselijke ‘Pieterpad ’heet hier ‘Cape to Cape Walk’, loopt langs de kust en duurt 7 dagen. Wij doen rondom de highlights een paar kleine stukje van die wandeling en bezoeken één van de grotten. De (hippe)wijnhuizen laten we aan ons voorbij gaan; wijn is hier niet te betalen.


De volgende dag spelen we op Augusta! ’n Iets minder chique versie van de Amerikaanse naamgenoot; we zien de sandgreens dan ook maar door de vingers. Zelf noemen ze de baan “sand-sational”…
(hier geen rhodondendrons, maar veel pre-historisch aandoende 'grasstrees' (ook wel 'blackboys'genoemd ) en ,tja, die staan ook wel 'ns in de weg!)

Sunday, December 4

wild and wooly

Terwijl we vertrekken van de camping in Denham rijden we langs het Dirk Hartog monument; hij was de eerste Europeaan die - in 1616 - hier voet aan wal zette in Australië. Heel veel andere landgenoten hebben schipbreuk geleden op de kliffen en het rif hier vlak voor de kust. De bekendste boot was “de Batavia” ; dit deel van de kust – tot aan Dongara – heet de Batavia Coast.
In Kalbarri NP maken we 2 hele korte wandelingen naar lookouts; de “loop-hike” die we van plan waren te maken kan je alleen via 26 km unsealed road bereiken. Daar hebben we geen zin in, dus we lopen “Nature’s Window” mis. Maar ja, het is ook niet erg aanlokkelijk om 8 km te wandelen met 38C op de thermometer (er wordt bovendien gewaarschuwd dat het in de gorges 10 graden warmer kan zijn). Wanneer we aan de kust in het dorpje Kalbarri aankomen is het 30°C; da’s ’n mooi temperatuurtje om 6 km te lopen op de lokale golfbaan! Ze adverteren met grass-greens, en de groene greens lachen ons inderdaad toe wanneer we arriveren (we zijn weer in de bewoonde wereld!). Als we op de eerste green komen zien we echter dat er kortgeleden bezand is en dat er op elke green ’n dikke laag zand ligt…… Jottum! Terwijl we op de green van hole 16 zijn zien we van alle kanten auto’s arriveren; klep open, trolley eruit en golfen maar. Blijkbaar zij we midden in ’n shotgun-wedstrijd beland en gaat iedereen hier met de auto naar de betreffende hole. ’s Lands wijs, ’s lands eer….

Zaterdagochtend omschrijft een van de buurmannen het weer als “wild and woolly” ; er staat inderdaad ’n straffe wind vanuit het oosten en die blaast warme lucht vanuit de woestijn (de wollige deken), ’s ochtends vroeg alweer hoog in de 30°C…... (’t kan ook zijn dat-ie Paul z’n kapsel bedoelde) Wanneer we over de kliffen van het Kalbarri NP naar de ‘Mushroom Rock’ wandelen waaien we er dan ook bijna vanaf.


Later rijden we langs het “Pink Lake”; inderdaad een meer in onze favoriete couleur. (één of andere vreemde alg die mineralen produceert die gebruikt worden voor vitaminepillen) Nog nooit zoiets vreemds gezien! (en net vandaag heeft Australië gestemd vóór ‘same-sex-marriages’)

Het landschap rond Geraldton doet met de cactussen, olijfboomgaarden en agaves denken aan Spanje; eindelijk weer eens boerderijen, elektriciteitsleidingen, stoplichten, lage brandstofprijzen…. Wel een prettig gevoel om de outback nu achter ons te hebben gelaten. Na de ellende met de vorige camper waren we eigenlijk van plan om zo snel mogelijk deze kant op te rijden; we zijn blij dat we dat niet gedaan hebben en gewoon de geplande route hebben afgelegd! In Geraldton slaan we flink boodschappen in en bezoeken het moderne Western Australia Museum met een mooie tentoonstelling over de Batavia en andere Nederlandse schepen die hier ten onder zijn gegaan. Waaien doet ‘t hier blijkbaar altijd flink; zie de wereldberoemde “leaning tree” in Greenough.


Zondag, rustdag. We tuffen op ons gemakkie zo’n 200 km langs de kust naar beneden en bezoeken een paar haventjes (die zijn helaas niet zo gezellig als de Spaanse kustplaatsjes…) op zoek naar kreeften voor de bbq. Ze melden overal trots dat het kreeftenseizoen net weer is begonnen; we hebben nog geen kreeft gezien. Morgen rijden we dwars door Perth naar Mandurah, om daar ons laatste rondje – langs de zuidwest kust – te beginnen. Vlakbij Mandurah ligt één van de mooiste golfbanen van Australië; “the Cut” (www.the-cut.com.au ) We hebben voor dinsdagochtend een afslagtijd, maar de voorspellingen geven juist voor die dag eindelijk regen aan….

Thursday, December 1

monkey mia

Afdalend richting Perth zijn de afstanden tussen de verschillende etappeplaatsen gelukkig iets minder groot. Toch nog wel steeds saaie stukken. Kilometers rechte weg zonder enige afleiding. (ook geen radio-ontvangst).In de outback zwaaien alle tegenliggers (iedereen is blij om weer ‘ns ’n teken van leven te zien…!); dat wordt hier op de North West Coastal Highway iets minder, er is ook meer vakantieverkeer (de zomervakantie begint hier over 2 weken). We hadden gedacht dat de temperatuur richting zuiden af zou nemen, maar we zitten hier nog steeds dik boven de 30°C…. Inmiddels komt de wind uit zee en zijn er bijna geen vliegen meer. Tijdens ’n tussenstop in Carnarvon – ’n havenplaatsje aan de monding van een rivier met veel fruitplantages (70% van het fruit van de staat komt hier vandaan!) – staan we op een camping tussen de mango-, avocado- en bananenboomgaarden; tropischer kan je het haast niet krijgen!


Onderweg – bij de Hamelin Pools – zien we wel een heel bijzondere diersoort; de stromatolieten, levende fossielen. Deze bacteriën waren de eerste vorm van leven 3 biljoen jaar geleden en hebben er voor gezorgd dat er zuurstof kwam op aarde! Vanaf de boardwalk zie je de rotsachtige formaties, die nog steeds zuurstof produceren. Bijzondere plek.

De volgende bestemming is het Monkey Mia Resort, op een schiereiland midden in Shark Bay (weer ‘n “world heritage area”). Daar wanen we ons op een tropisch eiland; de foto’s spreken voor zich, me dunkt. We boeken voor de volgende dag de “wildlife cruise”en krijgen voor ’n koopje de “sunset cruise”op de koop toe. ’t Enige dat we te zien krijgen tijdens die zeiltocht is dan ook de zonsondergang… Dat zou de volgende dag wel anders zijn!
Die volgende dag begint overigens ’s ochtends vroeg met ‘n “dolphin interaction” op het strand. Monkey Mia staat bekend om de wilde dolfijnen die hier dagelijks naar het strand komen in ruil voor een paar vissen. Daar staan we dan met z’n honderden aan de waterrand; toch wel leuk om ze van zo dichtbij te zien en te horen ‘piepen’. De cruise met de grote catamaran later op de ochtend wordt spectaculair; doel is om dugongs (soort zeekoeien) te zien en we zijn op de juiste plek op de juiste tijd. Veel dugongs dus! Ze zijn erg schuw, dus benaderen en fotograferen is niet eenvoudig. Ondertussen zwemt er ook nog ‘ns een luipaard-haai en ’n grote groep dolfijnen voorbij… ’s Avonds gaan de tijgergarnalen uit Exmouth op de BBQ; ’t blijft super BBQ-weer, na zonsondergang koelt het lekker af.


(de dagelijks gedownloade NRC en het Australische Tv-journaal – zelfs in de outback ontvangen we vaak digitale TV op de ingebouwde flatscreen – brengen ons de slechte berichten over de euro-zone. Gisteren zagen we zelfs onze eigen Jan-Kees nog ‘ns even uitleggen aan de Australiërs hoe het bij ons in mekaar steekt….)

Monday, November 28

shark-attack....!

Op zaterdag verruilen we de rode stof van de outback voor het witte zand van de Coral Coast. Wanneer we om 7 uur beginnen met onze tocht naar Exmouth (650 km) is het al 30°C; later zal het oplopen naar de 40! Terwijl de airconditioner in Tasmanië moeite had om de camper ’s ochtends lekker warm te krijgen vecht-ie hier ’n oneerlijke strijd tegen de hoge buitentemperaturen. De camping ligt direkt aan zee en met het briesje is het heerlijk toeven hier. Het lijkt er even op alsof er zojuist ’n bus met Duitsers vertrokken is; overal kuilen op het strand… Al snel zien we de zeeschildpadden in zee zwemmen.


Met hoogtij (vanavond om 10 uur) komen ze aan land om eieren te leggen. Wij kunnen niet zo lang wachten en staan met ’n stuk of wat anderen al om 7 uur boven op ’t duin richting zee te turen. En warempel, een kwartier later komt het eerste bakbeest (zo’n 1 ½ meter lang!) het strand op schuiven. Op gepaste afstand (er zijn strikte regels voor het “schildpad-spotten”; flitsen is bijvoorbeeld uit den boze) zien we het beest uiterst langzaam richting duinen schuiven. Dan wordt het zo donker (nieuwe maan) dat we bijna niets meer zien en teruglopen naar de strandopgang. Onderweg zien we nog 3 schimmen de zee uitkomen. Wauw!!

De volgende dag eindelijk weer ‘ns wat aktie na een paar lange reisdagen. 2 Mooie wandelingen in het Cape Range NP; langs de Yardie Creek en door de Mandu Mandu Gorge. Tijdens de eerste wandeling stuiten we op “moe emoe en haar emoetjes”.


’s Middags met een gehuurd snorkelsetje heerlijk snorkelen in Turquoise Bay bij het Ningaloo Reef. Het rif is wellicht iets minder spectaculair dan de Barrier Reef ten oosten van Australië, maar daar moet je eerst 2 uur op ’n boot en hier zwem je er gewoon naar toe. Op mijn vraag aan de mevrouw van de verhuur of er haaien rondzwemmen antwoordde ze “yes the ‘reefsharks’, but they’ll probably won’t hurt you” Zo’n opmerking blijft toch door je hoofd spelen als je aan ’t zwemmen bent! De felgekleurde vissen, zeekomkommers en zeeschildpad leken me bepaald niet gevaarlijk…

Het landschap tussen Exmouth en Coral Bay (± 180 km) is ’n tikkeltje mysterieus; ’t is ’n kale vlakte (“coastal outback”) met daarin honderden enorme mierenhopen van soms wel 2-3 meter hoogte. ’n Wonderlijk gezicht. Onderweg rijden we stiekem 30 km over één van de vele ‘unsealed roads’ naar de Shothole Gorge; we mogen eigenlijk maar 12 km over dit soort wegen rijden, en dan ook alleen maar wanneer we een camping als doel hebben….’t Wasbord-rijden is nu ook bepaald geen pretje en het is telkens weer ‘n wonder dat het porselein en glaswerk het overleeft. Coral Bay is ’n gehucht met 120 inwoners aan een schitterende baai. Wel veel toeristen hier, ’t is een backpackers-paradijs. We zien hier meer campers dan we de afgelopen weken in totaal gezien hebben. Erg veel meer dan zwemmen, snorkelen en tochtjes maken (over het rif, zwemmen met walvis-haaien of reuze roggen) is hier niet te doen. ’n Baai op 20 minuten wandelen langs het strand is de broedplaats van de rif-haaien. Terwijl de fotograaf veilig op ’n duin zit, worden Paul ’s voeten als lokaas gebruikt; maar wanneer één van de jonge haaien (toch al zo’n 1½ meter lang) op het aas afkomt springt-ie snel het water uit. Shark-attack! De lafaard….. Ondanks deze kennis toch ook hier gesnorkeld; dankzij de sterke stroming en de 2 pijlstaart-roggen ’n beetje spannend.

Friday, November 25

gay campsite..?

Al om half tien de volgende ochtend rijdt de vervangende camper (na ’n reis van 8 uur vanaf Perth) de camping op. Da’s prima service! We hevelen snel al onze spullen over en wensen de vriendelijke mevrouw van Maui een veilige terugreis toe. Ze heeft geen idee hoe, want de camper blijkt daadwerkelijk kapot te zijn…. Allebei ’n beetje gespannen beginnen wij aan de reis nog dieper de outback in; de 4 uur durende tocht naar Newman verloopt echter zonder problemen. De nieuwe camper heeft maar 13000 km op de teller en wekt meer vertrouwen dan de vorige. Newman is een afgelegen dorp rondom twee enorme ijzerertsmijnen. Heel veel bedrijvigheid hier. We denken even op een gay-campsite (tja, die bestaan….!) te zijn beland; er lopen hier alleen maar mannen rond. Al snel blijkt dat de camping bestaat uit ’n klein veldje met plaats voor een paar kampeerders en verder tientallen barakken waar de mijnwerkers zijn ondergebracht. Ze zijn de wooncontainers inmiddels aan het stapelen, dus ijzererts is blijkbaar big business.

Newman beschikt maar liefst over ‘n 18-holes golfbaan. Vlak nadat we $ 20 (€ 7 elk) in de honest\ybox hebben laten vallen en hebben afgeslagen constateren we dat “outback-golf” weinig met golf te maken heeft. De fairways bestaan voor 75% uit gravel en stenen en 25% uit plukjes gras, de greens zijn van zand; hier hark je dus niet de bunkers maar de greens nadat je hebt uitgeholed….. Nadat we ’n paar holes de ballen alle kanten op hebben zien stuiteren en de greens uiteindelijk oversloegen (nog minder leuk dan wintergreens…!) rapen we halverwege hole 6 de bal op en wandelen terug naar de camper over ’n volledig lege baan.


Vrijdagochtend vertrekken we al om 7 uur richting Karijini NP aangezien het volgens de verwachtingen 37°C zal worden vandaag en we van plan zijn ’n flinke wandeling te gaan maken door Dales Gorge. Ondanks de warmte is het ’n prachtige wandeling boven langs de gorge en over de bodem van de gorge langs Fortescue Falls en ’n aantal pools (prima plek om even af te koelen!).


Vlak voordat we gisteren in Newman aankwamen zijn we de Steenbokskeerkring gepasseerd wat betekent dat we weer in de Tropen zijn en aangezien het regenseizoen net is begonnen is het hoogseizoen hier in het plaatsje Tom Price al voorbij voordat de zomer nog moet beginnen. Dat houdt in dat er niet genoeg animo is voor de tripjes die we plan waren te maken naar de mijn (dit dorp is in 1970 gebouwd voor de mijnwerkers van de Rio Tinto mijn) en naar plekken in het Karijini NP die je alleen met een 4WD kunt bereiken. Dus rijden we morgen maar door naar de kust (Exmouth) en zijn we weer helemaal op schema.
Mooi tijd om de was te doen; door de warme wind (’t is inderdaad 37,5 °C!) zijn de shirts die we als eerste ophangen al droog wanneer we de laatste sok aan de lijn hangen…. Even later tijdens de borrel komen ook hier de mijnwerkers thuis en zijn de kaketoes – in allerlei kleuren – niet bij ons weg te slaan wanneer ze doorhebben dat we pinda’s eten….

Wednesday, November 23

Ontberingen in the outback….

(In Melbourne koopt Paul ’n nieuw speeltje; ’n klein kastje – ter grootte van een mobiele telefoon – waarmee we overal internet hebben op de laptop en de iPad. Die hadden we eigenlijk al op Tasmanië willen kopen, maar aangezien de verkoper in Hobart niet erg enthousiast was over de dekking hebben we dat toen niet gedaan. De verkoper in Melbourne was overtuigend, dus gekocht. Dat zou later nog goed van pas komen…)
In Western Australia (WA; dubbeljoe-eeee) moeten we weer even wennen aan de nieuwe tijdzone (-3 uur), zodat we ’s ochtends al om kwart over zeven – op weg naar het camperverhuurbedrijf – zitten te ontbijten bij McDonalds. We bereiden ons voor op de spannende tocht door de outback; eenmaal op de Great Northern Highway blijken de ontberingen wel mee te vallen. Wel merken we al snel dat het bloed- en bloedheet is en dat de vele vliegen bij voorkeur in je ogen, oren en neusgaten gaan zitten. Gelukkig hebben we de vliegennetjes meegenomen die we 5 jaar geleden hier gekocht hebben. Tonen niet zo charmant, maar zijn wel zeer effektief! De weg (de “95” van Perth naar Port Hedland in het noorden, over 1650 kilometers) is niet al te breed, maar verder in goede conditie; we komen weinig personenauto’s tegen, maar des te meer “road trains”. Dat zijn enorme vrachtwagen-combinaties met soms wel 4 enorme aanhangers. (ze mogen maximaal 53 meter lang zijn!)Daar ga je wel voor aan de kant……. Ook slechts om de 100-150 km een gehucht langs de weg, dus dat is ’n beetje oppassen met de diesel.


Ondanks de tamelijk versleten schokbrekers (we hebben hetzelfde model als op Tasmanië, maar wel ’n stuk ouder) rijden we 560 km in 6 uur naar onze eerste etappeplaats Mt Magnet, ’n oud golddiggers-dorpje in de middle of nowhere. Met maar liefst bijna 1000 inwoners is dit één van de grootste dorpje langs de route.

Vlak nadat ik de voorgaande alinea’s heb geschreven vertrekken we op woensdag voor nog eens 600 km op de “95” richting Meekatharra en uiteindelijk Newman (waar we ’s middags willen gaan golfen); na ruim 300 km geeft de motor het om 12 uur op…. De dichtstbijzijnde gehuchten zijn 2 uur naar het zuiden of 2 ½ uur naar het noorden, hier midden in de outback heeft ’t mobieltje natuurlijk geen bereik; kortom de paniek slaat toe! Gelukkig stopt de eerste “road train” die we langs zien komen en kunnen we via z’n satelliettelefoon kontakt opnemen met de hulpdienst van Maui. Ze beloven dat er ’n takelwagen zal komen… Die komt uiteindelijk na 7 uur (!) en brengt ons weer 2 uur naar het zuiden , waar we met onze laatste krachten om 21.00 uur de campsite in Meekatharra op rijden.En nu komt 't... Hoewel we die 6 uur in de brandende zon geen bereik hadden voor de telefoon, hadden we via Paul’s apparaatje wel internetverbinding, zodat we via e-mail en later zelfs via skype contact hadden met de mevrouw van Maui. Dat zal me de rest van m’n leven worden nagedragen en ’t moet gezegd worden het was ’n godsgeschenk!


Inmiddels is er vanuit Perth ’n nieuwe camper onderweg, die morgen rond het middaguur hier zal arriveren; we gaan er alsnog vanuit dat we dan weer dezelfde route zullen gaan rijden…..

Sunday, November 20

een huis vol somers-en....

(bij het inleveren van de RV geldt het motto: “don’t ask, don’t tell” en aangezien de chagrijnige dame bij de inspectie niets vraagt (we concluderen dat ze ongesteld moet zijn…) vertellen we niets en wordt het deukje niet geconstateerd. So far so good!)

De laatste nacht op Tasmanië logeren we in een heerlijke cabin op diezelfde camping naast het vliegveld. De cabin is van alle gemakken voorzien en we zakken dus languit op de bank om de eerste ronde van de Presidents Cup te bekijken. De volgende 3 rondes maken we van dichterbij mee; vrijdag rijden we in ruim ’n uur met ons huurautootje van het vliegveld (NW) naar het heerlijke huis van Jeff en Veronica in Rowville (ZO). Jeff heeft nog maar net de serre omgebouwd tot een fantastische barbecue-ruimte, dus je begrijpt waar het menu de komende dagen uit zal bestaan! Top!
Terwijl het vrijdag prachtig weer en bloedheet is, is het zaterdag – wanneer we om 7 uur naar de Royal Melbourne gaan voor de derde ronde – regenachtig en later in de middag ook nog eens erg koud. Desalniettemin is het fantastisch om daar rond te lopen tussen al die golf-sterren en 25.000 andere bezoekers. We zien Tiger vlak voor onze neus z’n bal midden in het publiek slaan; tja hij is vandaag niet erg op tik (met het risico van de baan te worden gestuurd maak ik toch maar even stiekem ’n foto van ‘m met m’n telefoontje). Tussen de ochtend- en middagsessie willen al die 25.000 bezoekers lunchen, dus dat wordt even wachten voordat we – met de paraplu in de ene hand – ons hapje met de andere naar binnen kunnen werken. Het duurt ook even voordat we de nieuwe Presidents Cup-pet hebben afgerekend….. ’s Middags staan we naast de fairway van hole 6 en zien de 5 groepen van de 4 Ball Better Bal middagsessie afslaan, de approach doen en uitholen (korte hole!) en zien dan zelfs even het zonnetje verschijnen. Later wordt het zo koud dat we het om 4 uur voor gezien houden en naar huis gaan om bij de bbq op te warmen.


Zondagochtend maken we ’n kort tripje naar de Dandenong Ranges NP en rijden door Sassefras en Olinda. Bij toeval belanden we bij de William Ricketts Sanctuary; een beeldhouwer heeft vorige eeuw ’n stuk eucalyptus-bos met ruim 90 beelden omgetoverd tot een zeer bijzondere plek. Helaas hebben we niet veel tijd en rennen we er min of meer doorheen; om 12 uur zullen (bijna) alle Somers-en arriveren voor een heerlijke bbq. Het wordt een lange gezellige middag en er wordt heel wat bijgepraat. Met een super-australische Pavlova (toetje) sluiten we de middag af.

Maandagavond vliegen we door naar Perth, maar voordat we vertrekken banjeren we nog een dagje door de stad. Hoogtepunt hier is de gloednieuwe Eureka-tower met een spectaculair uitzichtspunt; “the Edge”, ’n soort glazen doos die hoog boven de stad uitsteekt uit het gebouw.( http://www.eurekaskydeck.com.au/)

Tuesday, November 15

chocola en....

Een dag nadat we langs de prachtige kliffen van het Tasman NP schommelden lopen we op diezelfde kliffen; hole 8 (par 3, 124 meter) van de Tasman Golfclub gaat van de ene naar de andere klif. Werkelijk ’n spectaculaire hole. De rest van de baan is ook mooi en erg rustig; de spelers die we tegenkomen stellen zich keurig voor en maken ’n praatje. Dat is nog ‘ns een gastvrije ontvangst! Er zijn op dit eiland – met nog geen 500.000 inwoners – 76 golfbanen terwijl we in Nederland met ons 17 miljoenen 153 banen hebben. Hier zijn het vooral 9-holesbanen en maar 14 18-holesbanen. Voor donderdag hebben we om 08.00 uur een afslagtijd op de schitterende 18-holes Tasmania Golfclub (zie “leuke links”); was ’n gedoe om te regelen aangezien het dan damesochtend is en de dames graag geen andere spelers in de buurt hebben. Waar hebben we dat meer gehoord…?! De Tv uitzendingen staan inmiddels bol van de Presidents Cup; de Amerikanen hadden gisteren het lef om in Australische kleuren te trainen… Ook het bezoek van Obama aan Australië is natuurlijk groot nieuws. ’t Zou me niets verbazen wanneer hij komend weekend Melbourne aandoet voor de Cup.

Dinsdag bezoeken we ook Port Arthur, het toeristische hoogtepunt van Tasmanië en dus een must-visit. Het zijn de restanten van een nederzetting waar halverwege de 19e eeuw het Engelse uitschot gevangen werd gehouden. Inmiddels, na vandalisme en bosbranden, is daar niet veel van overgebleven, maar mooi gerestaureerd en door de manier van presenteren geeft het een prima beeld van hoe het er in die tijd aan toe ging.

Inmiddels zijn we voor de laatste 3 dagen Tasmanië in Hobart beland; eigenlijk zo’n beetje de enige echte stad op het eiland. En, zoals blijkt, een hele leuke stad met veel oude gebouwen en gezellige haven. We rijden eerst Mount Wellington op voor de prachtige vergezichten over de stad en verre omgeving. Bij de foto’s moet je wel een straffe ijskoude wind bedenken en een fotograaf die in z’n shorts tamelijk underdressed was…

Woensdagochtend om 9 uur zitten we – als ware chocaholics (nog zo’n nare verslaving….) – al bij de demonstratie en proeverij van de Cadbury chocoladefabriek. Valt wel wat zwaar op de maag zo vroeg in de morgen…. Om maar niet te spreken over de zwarte muur met witte gipsen afgietsels van 150 verschillende vagina’s; da’s pas schrikken! Overigens is het MONA (Museum of Old and New Art), waar we tegen dat work of art aanliepen ‘n schitterend en gloednieuw museum iets buiten Hobart. Hoogtepunt is ook hier het voederen. Eén van de kunstwerken – Cloaca Professional – wordt 2 per dag gevoerd (en poept één keer per dag, om 14.00 uur) en krijgt ’n heerlijke wrap en ’n toetje uit het museum-restaurant. Vervolgens werkt het kunstwerk als spijsverteringskanaal; je moet maar op ’t idee komen…… ’n Museum van wereldklasse!


Staan nu op een camping onder de startbaan van het vliegveld (gelukkig landen en vertrekken er per dag maar ’n handje vol vliegtuigen) en leveren morgen, na ons rondje op de Tasmania Golfclub de RV weer in en vliegen vrijdag door naar de familie in Melbourne. (wordt nog even spannend hoe ze bij Maui met ’t deukje om zullen gaan…)
Ondertussen kijken we, met ’n borrel in de hand, naar de openingsceremonie van de Presidents Cup. Helaas zijn de weersverwachtingen voor zaterdag niet geweldig, dus ga op TV op zoek naar de blauw-groene paraplu van Deloitte om ons te spotten!

Sunday, November 13

boottochtje

De langste etappe van de trip – van Freicinet NP naar Tasman Penisula – (zo’n 3½ uur) gaat via de Tasman Highway en de Arthur Highway. (met tussenstops in Swansea, Sorell (’n prachtige Woolworths supermarkt!) en Eaglehawk Neck)
De highways zijn nou niet bepaald als de péages in Frankrijk of de highways in de USA…. Ondanks de waarschuwingsborden liggen er opvallend veel dode dieren op de weg (voornamelijk kleine kangoeroes); dat gebeurt meestal tussen zonsondergang en zonsopkomst , vandaar dat er tijdens die uren een snelheidsbeperking geldt. Ook omdat we geen “wild-rek” op onze motorkap hebben proberen we niet te rijden na zonsondergang.

Vlak voordat we het schiereiland oprijden staan we even stil bij het Abel Tasman Monument; terwijl ze zonder het te merken aan het vaste land van Australië voorbij waren gevaren zette onze Abel in 1642 als eerste voet op dit eiland. Dan gaan we voor het gemak even voorbij aan de aboriginals die hier al sinds mensenheugenis woonden en later door de nieuwkomers (vooral Britten) op beestachtige wijze werden behandeld en afgeslacht. We krijgen bijna ’n brok in onze keel bij het zien van het Nederlandse wapen en ‘t “Je Maintiendra”….. Tijdens onze tocht komen we frappant weinig Nederlanders (toch ’n reislustig volkje) tegen; nu - na bijna 2 weken - slechts 2 koppels en dat was 5 jaar geleden wel anders. ’t Schijnt dat toerisme in Australië door de crisis ‘n flinke knauw heeft gekregen!


We zijn dan ook weer bijna de enige op de camping in White Beach en staan aan het witte strand (het zoute water is heilzaam voor de pijnlijke voetjes!) ; hier gelukkig geen glurende kangoeroes, want ’s avonds gaan de kangoeroe-biefstukjes op de BBQ…. (kangoeroevlees is erg gezond, want mager, veel proteïnen en smaakt ’n beetje naar haas)

Voordat we zondag aan boord gaan van het bootje dat ons langs het Tasman NP zal varen wordt verteld dat we perfekte vaaromstandigheden hebben. Wel ’n beetje verdacht dat iedereen zich in een water- en winddichte overall moet hijsen en dat de ‘motion-sickness-pilletjes’ als snoepjes worden uitgedeeld…. ’t Tochtje begint inderdaad schitterend langs de hoge kliffen, maar eenmaal op volle zee – varend rondom Tasman Island – komen we in 2 meter hoge golven terecht. Inmiddels is de hemel asgrijs geworden, is het gaan regenen en de wind aangetrokken; ziehier hoe snel het weer om kan slaan op zo’n klein eilandje midden in de oceaan…. Weer terug bij de kliffen zie ik in de verte een walvis omhoog springen en roep trots: “look overthere !”. Daar krijg ik nog spijt van, want vervolgens gaan we met volle kracht vooruit de oceaan weer op…… Het is uiteindelijk toch de ellende dubbel en dwars waard, want we belanden midden in een groep migrerende walvissen. Super! We krijgen ook ’n paar keer de staart (to get the tail , in plaats van the finger!), en dat is één van de hoogtepunten bij ‘whalewatching’. Ook gejuich wanneer er ’n paar zeldzame albatrossen voorbij scheren. Inmiddels zijn ’n paar medereizigers geel en groen en scheuren we snel nog even langs de kliffen richting de haven.

Wanneer we weer ’n beetje zijn opgewarmd rijden we langs het Tasmanian Devil Conservation Centre en zijn net op tijd om het voeren van moeder en 3 jongen bij te wonen. Ze lijken weinig geïnteresseerd en blijven rustig liggen. Gelukkig zien we later nog wel een paar bewegende exemplaren van dit diertje dat alleen hier op Tasmanië leeft, maar bijna uitgestorven is.

Friday, November 11

vree-sjie-nee

Voordat we donderdag doorreizen naar het Freicenet [vree-sjie-nee] National Park zien we nog even hoe de Bay of Fires er uit hoort te zien met zon en blauwe lucht. ’n Stuk vriendelijker dan gisteren! Onderweg maken we ’n korte wandeling in het Douglas Aspley NP naar de ‘waterhole’ ; door overstromingen is een andere wandeling helaas niet mogelijk. In Bicheno [Bisjenóo] doen we boodschappen bij de IGA; ’n landelijke buurtsuper - in de meeste dorpjes de enige winkel – waar je wel heel veel fantasie moet hebben om voor ’n paar dagen in te slaan...


In Coles Bay gaan we op zoek naar de Freicenet Golfclub; ’n leuke – of zoals ze zelf zeggen – pittoreske 9-holes baan met de bergen van het National Park op de achtergrond en fraaie uitzichten over de baai. Geen gezeur met caddiemasters; gewoon ’n hok met ‘n “honesty-box”, AUS$ 20 (= € 15 !) per persoon in ’n envelopje en spelen maar. Halverwege hole 1 staat ’n oude schuur met 2 enorme koelkasten; achter de ene glazen deur staan tientallen bierflesjes opgestapeld, de ander staat vol met flessen champagne. Blijkbaar ’n baan waar veel holes in one geslagen worden. Dat is helaas zelfs de Nederlandse Neary Kampioen 2011 niet gelukt vandaag….

Onder perfecte weersomstandigheden beginnen we vrijdag aan de 4 uur durende Isthmus Track Circuit (9,5 km) met als hoog(s)te punt de Wineglass Bay Lookout. Vlak voordat de we aan de wandeling beginnen belanden we bijna in ‘n “huwelijkscrisis” als Paul achteruit parkerend door onoplettendheid van Marc (mea culpa, mea culpa!) de RV tegen ’n overhangende eucalyptusboom parkeert. We zijn tot in de puntjes verzekerd; de vraag is of dit deukje onder de ‘overhead damage’ valt, als dat zo is dan wordt het nog ’n duur grapje…… De sfeer tijdens de eerste beklimming is dus ietwat grimmig, maar slaat om zo gauw we uitkijken over het Wineglass Bay Beach (het icoon van het eiland heeft inderdaad de vorm van een wijnglas).


Als we later over het strand wandelen begrijpen we waarom het in de top 10 van de mooiste stranden van de wereld staat! Voor het tweede deel van de wandeling zijn we gewaarschuwd voor ‘tigersnakes’; de vriendelijke juffrouw van het visitor’s centre meldt ook nog even tussen neus en lippen door dat alle slangen op Tasmanië giftig zijn. Da’s altijd prettig om te weten….

Wednesday, November 9

van noord naar oost

Zo zie je de ene dag voor het eerst van je leven ’n wombat langs hobbelen, en zo zit je ’n dag later van ’n wandeling uit te puffen en komt er één haast aan je voeten snuffelen… We zijn maar 2½ uur rijden naar het noorden (via Devonport voor het foerageren) aan de kust beland in het Narawntapu National Park, ook wel het ‘buideldier Serengeti’ genoemd. Er zijn echter niet alleen maar buideldieren; tijdens de wandeling ’s middags verstijft Paul plotsklaps bij ’n bochtje. ’n Gitzwarte, 2 meter lange slang blokkeert de weg… Godzijdank kunnen we geen onderscheid maken tussen giftige en niet-giftige slangen; we zullen dus nooit weten hoe het had kunnen aflopen. Terug maar via het strand gewandeld. We zijn de enige op de camping en staan per abuis bijna in een ’n wombat-nest/hol; de kleine laat één keer z’n neus zien, maar de rest van de familie loopt rustig te grazen rondom onze plek. En als we later de bbq weer uitklappen komen ook de kangaroes, wallabies en de pademelons ons even uitchecken. Gelukkig ligt er lamsvlees op de grill! Na het eten wandelen we nog even over de “Spring Meadow” en met de ondergaande zon levert dat ’n echte ‘wauw-ervaring’ op!


Op het TV nieuws (we liggen elke ochtend heerlijk met ’n kop koffie naar het ochtendprogramma te kijken en wakker te worden) zien we dat het zuidoosten van het vaste land het flink te verduren krijgt met storm en onweer; wij krijgen daar 2 dagen – in de vorm van ’n paar buitjes – ’n staartje van mee. Mooi weer om Launceston (2e stad van Tasmanië) te bezoeken; we doen de 2 highlights. Het Wood Design Museum en de Cataract; alle twee – net als de rest van de stad – niet spectaculair…. Verder zoeken we de lokale McDonalds weer ‘ns op om op ons gemak te internetten; wat is dat toch ’n mooie service, ze hebben inmiddels trouwens ook echte koffie! Het is in ieder geval weer dat past bij Barnbougle Dunes, één van de mooiste links banen van Australië. (de Presidents Cup-fever begint trouwens al aardig op gang te komen; alle hot shots – waaronder Tiger natuurlijk – doen dit weekend al mee aan de Australian Open)
Van Bridport rijden we via de Tasman Highway naar St Helens aan de oostkust ; de highway is een smal en kronkelig tweebaans weggetje, dus elke keer weer oppassen bij een tegenligger. “Weg van de snelweg” bezoeken we in Legerwood een bijzonder oorlogsmonument. In 1918 zijn hier ter ere van de omgekomen dorpsgenoten tijdens WOI bomen geplant; toen deze bomen tien jaar geleden in verband met de veiligheid eigenlijk gekapt zouden moeten worden heeft een artiest met een kettingzaag ze omgetoverd tot beelden van de soldaten. Bijzonder!


De parelwitte stranden, turquoise baaitjes en oranje rotsen (tgv ’n soort schimmel) van de Bay of Fires vragen eigenlijk om een zonnetje en blauwe lucht; nu lijkt ’t alsof er een enorme rookwolk boven de Bay of Fires hangt…..We kopen een bak oesters en ’n citroen en brengen de rest van de dag door in de camper (die overigens tot aan de nok toe vol hangt met ondergoed, sokken en shirts, aangezien de droger de fikse hoeveelheid wasgoed niet aan kon…. )

Sunday, November 6

Tasmaanse Alpen

Tasmanië (één van de zes staten van Australië) is 1½ keer zo groot als Nederland; er wonen 457.000 mensen…. Lekker rustig op de wegen dus en da’s prima om weer even te wennen aan het links rijden. We rijden in 17 dagen het eiland helemaal rond in etappes van zo’n 2 - 2½ uur.

Strahan is een vrij druk havenplaatsje. Alles draait hier maar om 2 dingen: de fishfarms (zalm) en de boottocht over de Gordon River. Het gebied is ’n poos geleden tot “World Heritage Area” (zoals bijvoorbeeld ook de Chinese muur en de Amsterdamse grachtengordel) uitgeroepen, en daar zijn ze maar wat trots op! Het is dan ook ’n leuke tocht; we gaan 2 keer aan land (één keer op ’n klein eilandje waar 200 jaar geleden Engelse gevangenen werden gedropt) en lunchen aan boord met haast onbeperkt gerookte zalm… Onze KLM Open jacks geven aanleiding tot een paar leuke gesprekjes; ’n oude golfer vraagt zich af of we mee gaan doen met de Presidents Cup (later in Melbourne) en 3 Nederlanders – al jaren geleden verhuisd naar Australië – vinden het fijn om hun verhaal weer ‘ns te vertellen.



Op zaterdag rijden we terug naar het Cradle Mountain NP, maar nu naar de noordkant van het park. Onderweg zien we ’n devil, maar die is zo plat als ’n dubbeltje en ligt midden op de weg; weer eentje minder…. De Tasmaniërs hebben ’n lang weekend en aangezien dit park het hoogtepunt van het eiland is, is het lastig om een “powered site” te krijgen op de camping. De RV’s (recreational vehicles) gaan weliswaar mee met de tijd (we hebben ’n zonnepaneel op het dak!), maar voor de verwarming, flatscreen-TV en magnetron hebben we toch echt 220V nodig…. Uiteindelijk blijkt er een annulering te zijn en steken we de stekker alsnog in het stopcontact. Dit is ook het park waar het bijna altijd regent; wij treffen 2 schitterende dagen!


In het linker gedeelte van de berg kan je met ’n beetje fantasie inderdaad een krib (cradle) met kinderhoofdje zien. Het blijkt dat maar weinigen de berg met zo’n strak blauwe achtergrond zien. De meeste dieren in dit NP zijn nachtdieren en wij zijn ochtendmensen; die beesten lopen we dus mis! Later zien we plotseling wel op klaarlichte dag een wombat langs hobbelen! Maf beest.
’s Avonds klappen we de bbq uit de zijwand van de RV; veel Australischer kan het niet worden! Wanneer we de volgende dag de shuttlebus richting Ronny Creek inspringen (“nog even snel de bus halen”) zien we in de verte dat op de parkeerplaats één van de voorportieren van de RV nog wagenwijd openstaat; we mogen er echter niet meer uit, nemen bij de eerste halte ’n bus terug en 30 minuten later blijkt alles er gelukkig nog te zijn en beginnen we opnieuw…. (wel effen stressen).Zondag doen we ’n klein stuk van de “Overland Track” (= een 6-8 daagse wandeltocht van noord naar zuid door het park) en komen uiteindelijk na lang klauteren uit bij Marions Lookout. Werkelijk spectaculaire vergezichten over Crater Lake, Dove Lake en Cradle Mountain. Zwaarbepakte hikers verdwijnen er voor 6 dagen de bergen in; wij zijn na 4 uur klimmen en dalen weer bij de shuttlebus. Dat vonden de voeten meer dan voldoende…

Op de TV zien we dat een gloednieuwe A380 van Qantas tijdens de vlucht van Singapore naar Londen (zitten we over ’n paar weken in) ’n noodlanding heeft moeten maken; zal ik iets te vroeg gejuicht hebben…?!

Thursday, November 3

wallabies, wombats & platypus

Door de flinke wind in de rug duurt de vlucht van Singapore naar Melbourne maar 6 ½ uur; we vliegen met de gloednieuwe A380. Maar ook in deze super-de-luxe dubbeldekker zitten we op het beneden-deck met onze knieën tegen de kin. Wel valt op dat de motoren een stuk geruislozer zijn dan normaal en dat we vrijwel geen turbulentie hebben. Leve de A380!
Na het oppikken van de camper slaan we bij de dichtstbijzijnde Woolworth proviand in voor de komende dagen; we hebben al snel door dat het levensonderhoud hier op dit eiland aan de prijzige kant is. Brandstof voor de camper valt nog mee (iets meer dan een euro per liter), maar voor ons eigen motortje is het ’n stuk duurder, terwijl het spul waarmee we de lever smeren haast onbetaalbaar is…

Het Mountfield NP (80 km ten noord-westen van Hobart) doet – met de prachtige watervallen, de pré-historisch aandoende ‘fern trees’, de fel groene mossen en de immense ‘Swamp Gums’ denken aan ’n sprookjesbos. We zijn nog maar nauwelijks op Tasmanië of we lopen daar tijdens onze wandeling tegen de eerste Walibi (met jong in de buidel; het is per slot van rekening voorjaar hier…) aan! Het is een prettig gevoel dat we geen beren op ons pad kunnen tegenkomen; we hoeven dan ook niet – zoals we dat vorig jaar in Canada deden – uit volle borst te zingen om ze weg te jagen. Maar ja, hier kan ’n plotsklaps wegspringende kangoeroe ons al flink doen schrikken… Het enige venijnige beestje dat je hier kan tegenkomen is de “Tasmanian Devil” ; een agressief roofdiertje met het formaat van het welbekende nichtenhondje. De kans dat je ‘m in het wild tegen komt is niet zo groot aangezien ze – als gevolg van een bijzondere vorm van kanker – in een rap tempo aan het uitsterven zijn. We zullen het beestje dan waarschijnlijk ook alleen zien in één van de breeding-centres, waar ze uit alle macht proberen de diersoort van de ondergang te behoeden. De Tasmanian Tiger is inmiddels 25 jaar geleden uitgestorven; sommigen zeggen dat-ie nog rond loopt op het eiland…



Woensdag en donderdag maken we wandelingen in het Cradle Mountain NP rondom Lake St Clair en later – op weg naar Strahan [Stroon] aan de west kust – in het Franklin Gordon Wild Rivers NP. We horen dat het hier het hele jaar door 7 van de 10 dagen regent; met slechts ’n paar miezer buitjes zijn we dus best wel blij. We kunnen in Derwent Bridge niet heen om de nieuwe attractie; the Wall in the Wilderness, ’n uiteindelijk 100 meter lange houten beeldhouwwerk over de geschiedenis van Tasmanië (zie www.thewalltasmania.com ) Prachtig!

Monday, October 31

hot & humid

Zes uur na vertrek vanaf Schiphol vliegen we over ……Amsterdam! En nog eens twaalf uur later arriveren we in Singapore, onder de warme, natte deken en met de heerlijke luchtjes die bij de Tropen horen. We logeren 3 nachten bij Jeroen (neef van Marc) en Trix; Jeroen moest plotsklaps toch op reis voor Shell, dus die lopen we helaas net mis. Ze wonen in een prachtige oude koloniale villa met mooie teakhouten vloeren en een tuin met allerlei tropische fruitbomen doorlopende in een grote jungle. Naar verluid komen de apen dan ook regelmatig de tuin in om fruit te jatten!


Hoewel Singapore natuurlijk een grote, drukke stad is zijn er ook nog vrij veel groene stukken. Zo doen we de eerste middag de Southern Ridges wandeling, die bestaat uit een aantal parken door prachtige moderne bruggen met elkaar verbonden. De volgende dag bezoeken we een wonderlijke beeldentuin bij de Haw Par Villa en de schitterende botanische tuin, terwijl we ’s middags voor het echte werk gaan in de jungle en samen met Trix en Sip (’n vriend van J&T die 30 jaar in Singapore heeft gewoond en de jungle klaarblijkelijk op z’n duimpje kent) in Bukit Timah een voor ons vrij heftige wandeling (zij doen het bij voorkeur rennend; dat houden we niet bij….)doen. We klimmen en klauteren langs prachtige bomen, idyllische meertjes en ’n groep apen. Wonder boven wonder blijft het droog; normaal gesproken heb je hier ’s middags toch op z’n minst één tropische donderbui.
Bij thuiskomst zien we via een ‘CNN allert’ op de iPad dat Qantas alle vluchten wereldwijd heeft stilgelegd; dat zorgt voor een paar spannende momenten aangezien we maandagavond met die maatschappij verder zullen vliegen naar Melbourne en Hobart…. Hoewel de reisorganisatie in Amsterdam in eerste instantie zegt dat we zelf maar een oplossing moeten zoeken, zorgen ze er later voor dat we keurig overgeboekt worden naar vluchten van Singapore Airlines en Jetstar. Maandagmiddag 12 uur gaan de meeste vluchten van Qantas weer de lucht in….. Ook ontvangen we een e-mailbericht met de boodschap dat tante Lenie (“de oude tante uit Den Haag”) is overleden; dat was niet onverwacht en zij verlangde er zelf al jaren naar.


’s Avonds neemt Sip neemt ons mee naar het beste “hawker centre” (’n verzameling kleine restaurantjes buiten op straat) voor saté en laat ons de Marina Bay by night zien; bij toeval nemen we de laser-show ook nog op de koop toe.
De volgende dag bezoeken we Marina Bay met zonneschijn; ’n stuk ‘reclaimed land’ met een waanzinnig hotel en andere moderne architectuur, met daarbij dan nog eens ’n mooi uitzicht op de skyline van de stad. De laatste dag nog even naar Orchard Road (de winkelstraat van Singapore; shoppen kan je hier overigens overal in de meest mooie shoppingmalls) en Little India voordat we dus ’s avonds doorreizen naar Tasmanië.

Friday, October 7

Maui

Met deze camper toeren we in november en december rond op Tasmanië en doorkruisen West Australië...

Monday, May 16

keep Austin weird!

Het is hier al maanden kurkdroog geweest wanneer op donderdag het noodweer losbreekt. Het begint weer met dreigende tornado-waarschuwingen en op het hoogtepunt – rond 10 uur ’s ochtends – valt in de hele hoofdstad van Texas de stroom uit…! André veronderstelt dat het door de verouderde bovenleidingen wel eens een ’n paar dagen zou kunnen duren. Godzijdank heeft-ie , omdat hij verwacht dat de dollar en de Amerikaanse economie binnenkort volledig in elkaar zullen storten, een fors noodpakket opgebouwd, zodat het ons de komende dagen aan niets zal ontbreken (behalve dan aan koelkast en airco….). Na ruim een uur floepen de lampen echter weer aan en voelt het buiten ’n stuk prettiger aan! Dan kan het grote shoppen weer gaan beginnen: we rijden naar de outlet stores in San Marcos en Georgetown, de Golfsmith en de prachtige Barton Creek Mall, waar onder andere ’s lands 5 grootste warenhuizen van de partij zijn (Macy’s, JC Penney, Sears, Nordstrom en Dillard’s ; in die laatste tikken we nu al een paar jaar prachtige Ralph Lauren overhemden op de kop voor zo’n € 20 per stuk. Kom daar maar ‘ns voor in Nederland! En waar anders krijg je een Levi’s 505 spijkerbroek voor € 22….?), het chique “the Domain” en de hippe Central Market. De iPad 2 gaat aan m’n neus voorbij; daarvoor in de plaats komt een Kindle e-Reader van Amazon; ’n mooi, licht en handzaam apparaatje waar zo’n 3500 boeken op passen.


Hoewel we nu al 5 jaar op rij bij André en Chris logeren, zijn er nog veel dingen in Austin die we niet gezien hebben. Dit keer gaan we als ware toeristen te werk. We rijden Mount Bonnel op en zien onder ons de prachtige huizen langs de Colorado River, bezoeken de Lyndon B Johnson Library (alle ex-presidenten hebben zo’n museum in hun home-town), de farmersmarket, de enorme campus van de University of Texas, Zilker Park… En op vrijdag de 13e hebben we ’n tafeltje op de patio gereserveerd bij TGIF (“Thank God It’s Friday”). Vanaf ons tafeltje hebben we prima zicht op de brug vanwaar elke avond rond zonsondergang zo’n 1.500.000 vleermuizen uitzwermen boven de stad. Een prachtig gezicht en de toeristische attraktie van Austin; de brug en de oevers staan vol met toeschouwers! Austin staat bekend als de hoofdstad van de live muziek en is een relaxte stad; het motto luidt dan ook “Keep Austin Weird” . In South Austin bezoeken we ’n weirdo die in z’n achtertuin van afval een 3 etage hoge “Cathedral of Junk”gebouwd heeft gebouwd. Leuke stad!


Op zaterdag worden er ’n paar buren uitgenodigd voor een super Amerikaanse BBQ met ribs, corn on the cob, baked beans , cole slaw en chocolate brownies als toetje. De begeleidende wijn zorgt voor een paar leuke buurt-roddels; het lijkt hier wel op Wisteria Lane van de Desperate Housewives! De dag erna kijken we naar de season-finale van die serie. Gelukkig maken de dames hier niet van die bijzondere dingen mee….. Leuk land!

Tuesday, May 10

Obama is te duur....!

Met een vaartje van maximaal 70 m/h (= 110 km/u) toeren we de 1820 km over de "Interstate 10 West" naar Austin; de brede – en over het algemeen rustige – highways ten spijt kan je hier niet lekker even ‘gassen’ (vooral niet na die waarschuwing van een paar dagen geleden….) We rijden door 5 staten en met de Sirius-radio (een satelliet radio met themazenders; bijvoorbeeld één kanaal met alleen maar Elvis, Frank Sinatra en Love Songs) hebben we bij elke staat toepasselijke achtergrondmuziek: ’n stevige blueszender in Mississippi ("the birthplace of American music"), het blue-grass kanaal in Louisiana en louter country in Texas. ’n Mooie afsluiting van de 3000 mijl lange roadtrip! Wanneer we aankomen op de Hartnell Drive wijst de thermometer 100 F (minus 32 en gedeeld door 2 = 34 C)aan bovendien is het ietwat vochtig.Later zal het iets afkoelen. Leve de aircondtioners!


Tijdens de rit door de zuidelijke staten zien we tussen de enorme billboards voor casino’s, hoerenhuizen en de “judgementday” (21 mei zal de wereld vergaan, we denken dan ook maar hier te blijven voor die laatste paar daagjes….!) staan ook reclameborden voor helplijnen voor mensen met problemen naar aanleiding van de ’BP-oil-spill’ van vorig jaar; bij ons is dat al weer volledig uit het nieuws, hier leeft het nog volop. In Baton Rouge lopen we langs de Mississippi; de rivier is al flink buiten z’n oevers getreden, maar nog lang niet op het hoogste punt. Dat komt hier pas over 2 weken, terwijl iets stroomopwaarts in Vicksburg en Memphis (waar we tijdens de vorige roadtrip zijn geweest) de piramide al flink onder water staat. Hier liggen de zandzakken klaar!
Na afloop van de trip roepen we Arby’s uit als ons favoriete lunch restaurant: in dit fastfoodrestaurant geen kleffe hamburgers, maar broodjes met bijna 2 ons rosbief in plakjes. Zo proberen al die tenten zich te onderscheiden met nieuwe hapje en gezonde salades. Gaat de goede kant op!



Het zijn roerige tijden; de Schwarzeneggertjes gescheiden, Seve overleden, Jan Kees uit de kast (nu Mark nog….) en Obama op bezoek hier in Austin. Hij is hier in het kader van de geldinzameling voor zijn herverkiezings campagne. We hadden ‘m natuurlijk dolgraag gezien vandaag, maar alleen al voor het bijwonen van de (geweldige!) speech betaal je al $1000(gelukkig zend de lokale nieuwszender het bezoek én de speech volledig uit) terwijl je voor het diner zo’n $35.000 (vijfendertig duizend)moet neertellen. We besluiten om thuis een pastaatje in mekaar te flansen ! ( “Salmon – Cilantropesto Linguini” : 4 sjalotjes doorzichtig aanbakken in flinke klont boter, gesnipperde gerookte zalm (75 g pp) kort meeroeren. Afblussen met ’n forse scheut wodka of jenever en met deksel erop laten rusten. Voor de pesto 50 g koriander (blad en steel), 75 g cashewnoten, 3 tenen knoflook een ferme groene Spaanse peper en 50 g gemalen Parmezaanse kaas, royaal verse peper en zeezout en scheut olijfolie (later eventueel olie toevoegen als de pesto te droog is) in de keukenmachine fijnmalen. Linguini koken volgens de gebruiksaanwijzing, en mengen met zalmmengsel en pesto. Extra Parmezaanse kaas, koriander en verse peper over het gerecht strooien. ’n Rucola-salade maakt het mooi af. ‘Kan me nauwelijks voorstellen dat Obama en z’n gasten zo lekker gegeten hebben…! We horen later dat-ie wel met $2.000.000 naar huis is gegaan)

Friday, May 6

the Deep South

Uit die 150 golfbanen kiezen we – na grondige voorbereidingen thuis – een mooie baan met een paar schitterende holes langs de Shalotte River en moeras. We spelen met Tom en Bruce, 2 heren op leeftijd die dagelijks hun rondje lopen(of liever: rijden…) op de River Edge golfbaan en ons dus kunnen wijzen op de ins en outs van de baan.Je kunt merken dat we weer in "the Deep South" zijn nu er alligators op de baan rondlopen... De greens zien er niet uit, dus krijgen we ’n prachtig prijsje! Ook prachtige prijsjes in de outlet malls; en dan mogen we ze ook nog ‘ns met 0,7 vermenigvuldigen! We hebben inmiddels door dat de dollar iets sterker aan het worden is (de negatieve kant van Osama’s dood….?), dus we moeten snel toeslaan!


Op reis door South Carolina bezoeken we de Brookgreen Gardens (’n oude plantage omgebouwd tot beeldentuin; het park is mooi, de beelden Amerikaanse kitsch van de bovenste plank) en de Hampton Plantation (’n verlaten rijstplantage aan een riviertje, waar de muggen ondertussen het heft in handen hebben genomen). Vol met muggenbeten rijden we Charleston (eind 17e eeuw gesticht ter ere van Charles II en bakermat van de dans) in en logeren midden in het ‘historic district’. De stad is zo on-amerikaans; geen hoogbouw, maar prachtig gerestaureerde huizen uit de 17e eeuw, bakstenen straatjes, kinderhoofdjes. En door de hele stad ruik je de zoete geur van de jasmijn, die in bijna alle tuintjes uitbundig staat te bloeien. Leuke stad met veel historie! De donkere kant van de stad is de slavenhandel; we bezoeken in “the old slavemarket” (waar zo’n 150 jaar geleden nog slaven werden verhandeld) ’n indrukwekkende tentoonstelling over de gang van zaken in die dagen. Niet iets waar ze trots op kunnen zijn! We zijn hier vlakbij Augusta; ’n golfbaan waar tot voor kort geen zwarten mochten spelen, totdat Tiger daar als eerste zwarte één van de belangrijkste toernooien van het jaar won. In de buurt van Mira zijn banen waar kortgeleden joden niet welkom waren; André roept om de haverklap dat de Amerikanen volledige geschift zijn (met uitzondering van echtgenoot Chris waarschijnlijk…) en we begrijpen wel waarom hij dat zegt…



Op de ’ I 95 ’– de highway tussen Charleston en onze volgende bestemming Savannah (Georgia) – worden we met veel bombarie door de lokale sherrif aan de kant gezet, Marc uit de auto gehaald en ondervraagd. (de antwoorden worden gecontroleerd bij de medepassagiers!) Uiteindelijk krijg ik ’n waarschuwing voor het overschrijden van de middenstreep (wat ’n k..smoes!) en heb ik ’n strafblad in de USA. Gelukkig begreep-t-ie m’n rijbewijs niet helemaal en sta ik geregistreerd als Marc Alkmaar… Ook volledig geschift dus!
Leefde Charleston van de rijstproductie, Savannah is groot geworden door de katoenplantages. Iets meer stad dan Charleston, maar ook hier veel oude huizen, geschiedenis en de karakteristieke eikenbomen met het “Spaanse mos”. Gezellig riverfront met restaurants en vlakbij Tybee Island, waar we aan het strand crabcakes en hotdogs eten. Morgen begint de reis naar Austin (1820 km) met overnachtingen in Tallahassee (hoofdtstad van Florida) en Baton Rouge (hoofdstad van Louisiana), waar we door alle hotelovernachtingen nu genoeg puntjes hebben verzameld voor 2 gratis nachten bij La Quinta en Hampton Inn. Ergens moeten we ook de Mississippi over; we horen voortdurend dat de rivier flink buiten haar oevers is getreden, maar rekenen erop dat we er zo vlak bij de kust zonder problemen over kunnen.

Tuesday, May 3

feestje....

Zoals je je kunt voorstellen is het vandaag (de dag nadat Osama Bin Laden omgebracht is) groot feest in Amerika. Tegelijkertijd wordt iedereen gewaarschuwd voor represailles en geadviseerd om “big gatherings” te vermijden. Wij rijden vandaag naar Myrtle Beach, het golf-walhalla van de USA met zo’n 150 golfbanen…! De reisgids vertelt dat dit het Mallorca van de USA is en dat de Amerikaanse studenten hier hun ‘spring break’ vieren; dat blijkt waar te zijn.(wel degelijk ’n fikse ‘gathering’) Het lijkt alsof wij de enige ouderen zijn tussen honderden studentjes en het schijnt dat het één groot bacchanaal en waanzinnige orgie is hier; we hopen dat het vannacht ’n beetje rustig blijft…. We hebben een enorm 3-kamer appartement met grote keuken, dus kunnen we eindelijk ‘ns zelf koken en de was doen. Bovendien hebben we een geweldig uitzicht over ‘the Atlantic’.

Na de tornado-watch in Ocean City is het weer volledig omgeslagen en hebben we nu stralend en heerlijk zomerweer; dat schijnt zo even te blijven! Mooi reisweer. Tijdens deze trip bezoeken of doorkruisen we 15 staten (voor de statistieken: New York, New Jersey, Pennsylvania, Maryland, Virginia, Delaware, Washington DC, North - & South Carolina, Georgia, Florida, Alabama, Louisiana, Mississippi en Texas) We bedenken ons dat het reizen wel erg veranderd is sinds 1981, toen we voor het eerst door de USA hebben gereisd (nog maar nauwelijks m’n rijbewijs en meteen met zo’n Amerikaanse slee door Los Angeles rijden. Spannend!). Nu zoveel gemak met het navigatie-systeem, mobiele telefoon, digitale fototoestel en internet; we weten precies hoe laat we ergens aankomen en boeken hotels en greenfee’s en checken reviews van hotels en restaurants via het internet, lezen de NRC en zien films op de iPad, hebben met André’s iPhone onderweg internet en luisteren om 17.00 uur in de auto live naar “Met het oog op morgen”! 'The Times They Are a-Changin'….
De afgelopen dagen veel historie en natuur; we zijn in Jamestown, de geboorteplaats van Amerika en de democratie: in 1607 hebben de Britten hier de eerste nederzetting gesticht. Archeologische opgravingen hebben ’t één en ander blootgelegd. Hier speelde zich ook de geschiedenis met Pocahontas af; het waargebeurde verhaal van het indianenmeisje dat trouwt met een Britse militair. In het nabijgelegen Williamsburg is het oude centrum volledig gerestaureerd. De in klederdracht gehesen ‘bewoners’ maken het geheel ’n tikkeltje toeristisch, maar geven toch wel ’n prima idee hoe Amerika eruit zag ten tijde van de burgeroorlog. De Amerikanen zelf zijn er dol op; het is hier razend druk!


De volgende dag rijden we door naar de Outer Banks; een reeks smalle eilanden voor de kust van North Carolina. De bewoners van deze staat teren nog steeds op het feit dat de Wright broers hier ruim 100 jaar geleden de eerste gemotoriseerde vlucht hebben uitgevoerd ( van – let wel – 3 ½ second!). Het motto van de staat luidt dan ook: “first in flight”. We staan even stil bij het kolossale monument dat ter ere van de broers op de betreffende airstrip staat op één van de eilanden van de Outer Banks. Tja, ’t is wel een uitvinding die de wereld veranderd heeft…. In Ocracoke, ’n piepklein dorpje rondom een baai hangt een typisch jaren-60 sfeertje. Je kan er eigenlijk alleen maar vissen of op het strand zitten; wij vinden er bij Jolly Roger een prachtige plek voor de avondmaal met een niet te evenaren zonsondergang…. Na een tocht van 2 ½ uur met de ferry komen we de volgende dag in Atlantic Beach aan. We golfen er op de Country Club Crystal Coast en vinden eindelijk ’n restaurant met krabben op de kaart.

Friday, April 29

tornado-watch

Voordat we André op dinsdag oppikken op het vliegveld van Baltimore wandelen we door het centrum van de stad, rondom de Inner Harbour en de overdekte markt. Rond zessen arriveren we in Atlantic City, het Las Vegas van de oostkust, maar ’n stuk minder indrukwekkend dan de gokstad in de woestijn. Hier liggen de casino’s - als de “Tropicana”, “Ceasar’s” en de “Taj Mahal”- aan de boardwalk en direkt aan het strand. Dat moet in de zomer ’n stuk prettiger zijn dan in de woestijn; de 2 dagen dat wij hier zijn verhult de mist de hoge hoteltorens en ook vanuit onze ”waterfront kamer” in Harrah’s op de 17e verdieping zien we maar zo nu en dan het water….


Zo halverwege de week kost een kamer hier bijna niets, bovendien krijg je dan allerlei extra’s als gratis parkeren, eetgeld, drinkgeld; ’t arrangement dat we hebben heet dan ook “Virtually for Free”….. André gooit geld in de ‘eenarmige bandiet’ en heeft een winst van 200% ($ 10!) Paul wint ook, maar dan op de Brigantine Links; ’n oude links course waar we om 8 uur ’s ochtends (terwijl André lekker uitslaapt…) de baan helemaal voor ons zelf hebben en dus lekker kunnen doorlopen.
De volgende dag rijden we door naar Ocean City, het Zandvoort van Washington DC; de bedoeling is dat we halverwege de ferry nemen in Cape May, we rijden echter ’n stuk om vanwege de heftige wind en de tornado warning. Voordat we aan de d-tour om de baai heen beginnen wandelen we door het oude dorp (ooit gesticht door de Nederlander Cornelius Mey) en langs de “painted ladies” , de prachtige Victoriaanse huizen die in alle kleuren van de regenboog zijn geschilderd.


Wanneer we in Ocean City in het hotel - direkt aan het strand - arriveren blijkt dat er ook hier tot 9 uur ’s avonds een tornado-watch geldt; zo erg als het gisteren in de naburige staten is geweest (284 doden) zal het hier hopelijk niet zijn. Naast het breaking news over de tornado’s en Donald Trump gaat het ook hier verder alleen over “the marriage”. We zullen er morgenochtend niet voor opstaan om 05.30 uur….. Toevalligerwijs waren we 30 jaar geleden tijdens het huwelijk van z’n ouders ook in de USA. ’t Goede nieuws is dat de dollar richting de € 1,50 gaat; dat wordt straks lekker shoppen in Texas!

Tuesday, April 26

de tanden van George...

Voor de trip van Newark naar Bethesda (Washington) kiezen we de “weg-van-de-snelweg-route” en rijden via Dutch County en Lancaster (de regio waar de Amish leven) naar het zuiden. Eenmaal aangekomen in Ephrata waarschuwen verkeersborden voor de zwarte koetsjes, en warempel ; ze racen met grote regelmaat over de weggetjes en hebben zelfs een aparte (overdekte) parkeerruimte bij supermarkets.


Eind van de middag arriveren we bij Mira (vriendin sinds 1976), echtgenoot David, hyperintelligente puberzoon Marc en ‘poolhond’ Arlo; vooral de laatste is nogal opgewonden en maakt door z’n geblaf de conversatie praktisch onmogelijk…. Later went-ie aan ons en worden we vriendjes. De Lilly Stone Drive ligt in een typische Amerikaanse buitenwijk van Bethesda (bosrijk en glooiend met de kranten op de oprit)en op maar 20 minuten rijafstand van the Mall in Washington. (the Mall is geen mall maar de boulevard die vanaf het Capitool naar Lincoln Memorial loopt)
Mira chauffeert ons op zaterdag vakkundig langs alle highlights van de stad. Vooral het Vietnam Veterans Memorial is indrukwekkend; na het kippevel-gevoel in het War Remnants Museum in Saigon afgelopen november over de ‘Amerikaanse’ oorlog, hebben we hier hetzelfde gevoel maar dan vanuit Amerikaans perspectief gezien. Voor de lunch rijden we naar U Street en staan buiten in de rij bij Ben’s Chili Bowl, waar ze - sinds Obama hier heeft geluncht – dezelfde hotdogs met chili verkopen, maar wel veel meer eters hebben! Op the Mall bezoeken we ’s middags 2 van de vele (gratis) musea. Inmiddels is het weer opgeklaard en loopt de temperatuur op richting 30°C.



Eerste Paasdag gaat aan ons voorbij, omdat de familie al vorige week het Passover feest heeft gevierd. Ook zijn we niet uitgekozen om samen met 30000 anderen eieren te komen zoeken in de tuin van het Witte Huis…. We rijden die dag naar Anapolis, ’n leuk oud stadje aan de Chesapeake Bay met als belangrijkste doel het eten van ‘n emmertje krabben bij “Mike’s”. Mira maakt ons al maanden lekker met dit vooruitzicht, dus de teleurstelling is groot wanneer blijkt dat ze “out of crabs” zijn…..De plek en ambiance maken veel goed! Later die middag – wanneer wij met ons tweeën in het Air & Space Museum rondlopen – breekt de paniek uit in huize Rosen als er ’n tornado-warning wordt uitgegeven. Wij hebben nergens iets van gemerkt…..
Maandagochtend rijden we 30 minuten voor de beste bagles in de buurt en ’t moet gezegd worden de bagles met creamcheese en zalm zijn niet te versmaden. We doen later ’n rondje Virginia (bezoeken Arlington Cemetry, lunchen in Alexandria en doen ’n tour in Mount Vernon, de prachtige estate waar George Washington de laatste 40 jaar van z’n leven heeft doorgebracht met als hoogtepuntje de display met z’n onderprothese…..) Het autotochtje door Washington-by-night na het afscheidsetentje bij Amalfi’s loopt in de soep, omdat Mira de weg ’n beetje kwijtraakt.