Alle reisgidsen die we hebben gelezen vinden San José geen
bezoekje waard; wij hebben er ’n middagje rondgewandeld en vonden het toch leuk
om de sfeer te proeven, de grote overdekte markt te bezoeken, over pleintjes te
kuieren…. Opvallend is dat de Amerikanen, nadat ze vanuit Costa Rica de ‘rode
rakkers’ in Nicaragua hebben bestreden, nog steeds het straatbeeld bepalen;
alle fastfood ketens zijn hier rijkelijk vertegenwoordigd. Eten in Costa Rica
doe je echter in ‘n soda en daar eet je dan
bij voorkeur ‘n casado (’n soort dagschotel met rijst en bonen, vlees, kip, of
vis, salade en gebakken banaan, rijkelijk besprenkeld met ‘salsa lizano’). We
laten het fancy restaurant in ons boutique hotel dus links liggen en gaan om de
hoek bij de befaamde Soda Tapia buiten eten! En dat voor maar 10.000 colones…..
(€ 14) ¡Muy Rico!
(€ 14) ¡Muy Rico!
De volgende ochtend worden we al voor dag en dauw opgehaald
voor de tocht naar Tortuguero National Park; ruim 3 uur dwars door het Parque
Nacional Braulio Carrillo en de bananenplantages van Chiquita, met ’n stop voor
ontbijt bij Roberto’s in Guapiles (gallo pinto!) en 2 luiaards hoog in de
bomen. Tortuguero is niet via het land bereikbaar, dus het laatste uur varen we
over de rivier richting Caribische kust. Prachtig tropisch regenwoud; krokodillen,
kaaimannen, luiaards, allerlei apen en
ontzettend veel soorten vogels. Ook weer heerlijk “hot & humid”!
’s Middags bezoeken
we het dorpje Tortuguero en het strand waar zeeschildpadden nesten hebben
gemaakt; volgens gids Chito kunnen uit verschillende nesten elk moment kleine
schildpadjes komen die vervolgens naar de zee rennen. We geloven er niets van;
volgens de reisgidsen zijn we daarvoor in het verkeerde seizoen…..
In deze regio valt gemiddeld 6000 mm regen per jaar; tijdens
de eerste boottocht (in 'n open bootje) op vrijdag krijgen we dan ook een paar millimeter op ons dak. De
grond is zo zompig dat - tijdens de
zoektocht naar de pijlgifkikker –
onze (geleende) rubberen laarzen bijna verdwijnen in de blubber…. Op de foto
lijkt ’t heel wat, de meest giftige kikker ter wereld, maar in werkelijkheid
is-t-ie niet groter dan 1 cm! Voor de zekerheid maar flink ingezoomed.
Vrijdag varen we ’s ochtends en ’s middags ’n paar uur door
het Parque Nacional en zien van alles aan ons voorbijkomen. Veel watervogels,
waarvan we de namen maar weer snel vergeten (sorry Ans en Cor; maar wij hoeven ’s
avonds niet te “lijsten” …) Daarnaast 3 maal daags ’n uitgebreide maaltijd, dus
we zullen thuis echt aan ’n dieet moeten gaan denken. De Manatus Lodge is 'n idyllische plek met 12 kleine huisjes pal aan de rivier; aan de overkant van de rivier 'n smalle landtong (met nog 'n paar lodges) en daarachter de Caribbean Sea, zodat we de hele dag de branding horen bulderen.'s Ochtends worden we wakker met de geluiden van tropische vogels en het geschreeuw van de brulapen. Morgen varen we al weer
terug landinwaarts en krijgen in Guapiles de huurauto waarmee we de volgende 2
weken rond gaan toeren. Na onze slechte ervaringen in Namibië schijnen de wegen
hier ook niet geweldig te zijn; we krijgen dus weer ‘n 4WD! (overigens hebben
we van Alamo ’n charmant aanbod gekregen voor ’n huurauto in Houston later deze
maand; de schade lijkt mee te vallen)
1 comment:
Hoi, boy 's wat was het weer een leuk verhaal.
De kleine giftkikker lijkt wel een grote giftkikker .
Kan me niet voorstellen dat hij maar 1 cm klein is.
Maar om te zien is het wel een mooi beestje hij heeft een mooie kleur.
De foto's ga ik gauw weer bekijken.
Veel plezier weer verder.
Groetjes Loes.
Post a Comment