Wednesday, November 7

cheeta op schoot.....


Onze één na laatste etappeplaats – vlakbij Keetmanshoop – is ‘n wonderlijk gebeuren, wederom ’n omgebouwde boerderij (van Coen en Ingrid Nolte). We staan geboekt voor één van de 8 ietwat groot uitgevallen kunststof ” inzamelcontainers voor lege flessen”; zelf noemen ze de onderkomens iglo’s. Binnen zijn deze iglo’s – in tegenstelling tot wat de naam suggereert – bloedheet. Ook omdat we blijkbaar niet in ’n tweepersoonsbed horen worden we “ge-upgrade” naar ’n soort verzamelbungalow met meerdere kamers; we krijgen de toezegging dat ze de andere kamers niet aan andere gasten zullen geven. Maar ja, we zijn dan ook de enige geboekte gasten voor de nacht….. (later komt er nog ’n eenzame Duitser aanrijden, die verdwijnt  in ‘n iglo)
 
Verder lopen er hier – weliswaar achter hekwerken – 5 gedomesticeerde cheeta’s rond en die worden om 5 uur gevoerd.  Daar worden alle gasten bij uitgenodigd, dus daar staan we dan – binnen het hek –  op 2 meter afstand van ’n paar roofdieren die ’n stuk paardenvlees liggen te verscheuren. We staan toch liever naar Saar en Bommel (de poezen van Trees) te kijken wanneer zij hun design-bakjes leeg slobberen…..

Verder is ‘t ’n beetje ’n oude zooi, de avondmaaltijd niet bijzonder, het ontbijt summier…. Al met al; ’n groter contrast met Wolwedans, Camp Kipwe en Okonjima is niet mogelijk. Nu zat deze bestemming niet in het pakket van onze reisorganisatie (Tico, Amsterdam), we hadden ‘m zelf gevonden op het internet. (voortaan maar weer alles aan Tico overlaten…) Maar wel locatie, locatie! En daar ging het ons om.  De huisjes staan namelijk bijna midden in het Quiver Tree Forest; ’n grote groep “Kokerbomen” (de Hottentotten gebruikten de holle takken van de boom als koker voor hun pijlen), die we tijdens zonsondergang bezoeken en prachtige beelden oplevert. Ook vlakbij is de “Giant’s Playground”;  we bezoeken ‘t landschap met wonderlijke rotsformaties die lijken te bestaan uit blokken uit ’n blokkendoos op het heetst van de dag. Puffen en veel water drinken!
 
Ongelukkigerwijs juist op de dag van de verkiezingen in de Verenigde Staten hebben we geen internettoegang en horen we pas bij het ontbijt dat Obama gewonnen heeft. We kunnen ’n gepaste vreugdekreet niet onderdrukken. We hopen dat de blanke Namibische boerin het ons niet kwalijk neemt…..

Na het ontbijt beginnen we aan onze laatste etappe over de B1 van Keetmanshoop naar Windhoek, zo’n 500 kilometer over de belangrijkste verkeersader van Kaapstad naar het noorden. Ook hier blijft het rustig tijdens de hele rit, totdat we in de buurt van Windhoek komen. Daar leveren we de auto in bij ASCO en krijgen onenigheid over de reparatie van het glasplaatje van ’n mistlampje (kapot door steenslag ten gevolge van ’n tegenligger die te snel reed). Daar moeten we NA$ 1600 (= 160….) voor betalen. En hoewel we ’t in Nederland weer denken vergoed te krijgen door een extra verzekering vinden we het niet gepast en gaan er werk van maken…!? Mooi dat ze de enorme ster in de voorruit en de losse treeplank niet hebben opgemerkt anders zou het ’n veelvoud zijn geweest J. Tja, ’t blijft ’n mirakel dat het autootje door dat wasbord-rijden niet helemaal uit elkaar is geschud. Overigens gelukkig wel ’n tocht zonder autopech en lekke banden. Gisteren hebben we de reserve benzine in de tank gegoten, omdat er vanaf hier om de haverklap ’n tankstation is.

Ter afsluiting logeren we nog één nachtje in de Olive Grove, waar we ook de eerste nacht van de reis hebben doorgebracht, en herinneren ons het gesprek met Bram (de orthopeed). Hij zat te mopperen over het feit dat er wel heel veel Duitsers rondtoeren in Namibië; toen glimlachten we wat besmuikt, maar nu moeten we ‘m gelijk geven. Germans everywhere…..  Hij vertelde ook dat Okonjima (onze eerste stop) het hoogtepunt van hun reis was geweest en hoewel de reis uit veel hoogtepunten heeft bestaan moeten we ‘m daarin misschien ook wel gelijk even. Daar hebben de upgrade naar de prachtige honeymoon suite en de wandelsafari tussen de 3 jagende cheeta’s en de 2 giraffen zeker in mee gespeeld. Ook de Duitse fotograaf had ’t bij het rechte eind toen hij Namibië als “Africa-light” omschreef; waarschijnlijk door de jarenlange overheersing door Zuid Afrika is het land veel geciviliseerder dan andere Afrikaanse landen die we bezocht hebben. We hebben ons ook verbaasd over het afwisselende karakter van de reis; wat betreft de landschappen, de onderkomens, de mensen, de ervaringen.  Alleen het weer was ’n stabiele factor (met uitzondering van de 2 mistige dagen aan de kust); elke dag stralend en ronde de 35°C. De wind die ’n paar dagen aanhield was volgens de verhalen de aankondiging van het regenseizoen, maar tot op heden hebben we nog geen druppel gezien (en dat tot verdriet van de bevolking hier….)

1 comment:

Loes said...

Mijn laatste commentaar.
Wat was het leuk om jullie verhalen te lezen en de mooie foto's te bekijken.
Wij wensen zulle een goede vlucht terug naar Ned.
Lief Gerard en Loes