Thursday, December 27

Christmas in Austin


Maar ‘n paar uur voordat het noodweer los zou barsten in de USA arriveerden we – ruim ’n half uur te vroeg – in Houston en reden we binnen 1 ½ uur na  landen met de huurauto in 2 ½ uur naar Austin. Toen was ’t nog 22°C….. Kerstdag wandelden we door Zilkerpark, toerden door ‘t hippe South Austin en wandelden ’n stuk door downtown. Vreemd genoeg is ALLES dicht; en dat in ’n stad waar normaal gesproken de supermarkets 7 dagen per week, 24 uur per dag open zijn…..


Daarna ging de temperatuur snel omlaag en waaide ’t flink, maar alle ellende (de tornado’s, sneeuwstormen) gaat aan Austin voorbij. Wel treffen we de koudste dag van het jaar (’n paar graden onder nul)  De TV nieuwsprogramma’s gaan echter weer helemaal uit hun bol en blijven berichten over de enorme verkeersproblemen en vertragingen op vliegvelden in de rest van het land! (’t is vandaag  de drukste reisdag van het jaar) Kerstmis blijft ’n enorme hype hier…
De middag staat in het teken van het kerstdiner; de traditionele ham ligt ruim 4 uur in de oven ('t is 'n enorm ding, waar we de rest van de week nog van zullen eten....), de limoenen uit de tuin gaan de ijsmachine in en Chris bakt ’n zalige banana-pecan-pie. De grote citroen-oogst uit eigen tuin heeft André gebruikt om ’n paar flessen Limoncello te maken; ’n mooie afsluiting van ’n reuze gezellig X-mas dinner!


Tussen de kerstkaarten op het dressoir zien we ook de kaart van de Obama’s; het lijkt alsof de kaart met de hand geschreven is, maar dat is maar schijn. Om ’n handgeschreven kaart te ontvangen zal je wel nog meer moeten bijdragen aan de campagnekas…..
2e Kerstdag bestaat hier niet, dus alles is weer open…! We gaan toeren door the Hill Country ten zuidwesten van Austin. Het is ’n mooi glooiend gebied bezaaid met enorme “ranches”. We bezoeken de ranch van oud-president Lyndon B. Johnson (the Texas White House). Het is ingericht met de oorspronkelijk meubels uit 1973 toen hij na ’n derde hartaanval overleed (hij dronk ’n fles whiskey, rookte 3 á 4 pakjes cigaretten en werkte zo’n 20 uur per dag….) Prachtig jaren zeventig!

Nu is het tijd om te gaan shoppen; ‘after holidays sales’! Gisteren heeft iedereen ongewenste cadeau’s omgeruild en was het razend druk in alle winkels, we hopen dat het nu wat rustiger is…


Sunday, December 23

happy holidays!


Sunday, December 2

rijst met bonen....

 
 
De Costa Ricaanse keuken is naar verluid niet spectaculair: veel rijst met bonen (gallo pinto)! De borrelhapjes zijn echter veelbelovend. Wel 'n hele klus om bijvoorbeeld tamales zelf te maken....
 

Wednesday, November 7

cheeta op schoot.....


Onze één na laatste etappeplaats – vlakbij Keetmanshoop – is ‘n wonderlijk gebeuren, wederom ’n omgebouwde boerderij (van Coen en Ingrid Nolte). We staan geboekt voor één van de 8 ietwat groot uitgevallen kunststof ” inzamelcontainers voor lege flessen”; zelf noemen ze de onderkomens iglo’s. Binnen zijn deze iglo’s – in tegenstelling tot wat de naam suggereert – bloedheet. Ook omdat we blijkbaar niet in ’n tweepersoonsbed horen worden we “ge-upgrade” naar ’n soort verzamelbungalow met meerdere kamers; we krijgen de toezegging dat ze de andere kamers niet aan andere gasten zullen geven. Maar ja, we zijn dan ook de enige geboekte gasten voor de nacht….. (later komt er nog ’n eenzame Duitser aanrijden, die verdwijnt  in ‘n iglo)
 
Verder lopen er hier – weliswaar achter hekwerken – 5 gedomesticeerde cheeta’s rond en die worden om 5 uur gevoerd.  Daar worden alle gasten bij uitgenodigd, dus daar staan we dan – binnen het hek –  op 2 meter afstand van ’n paar roofdieren die ’n stuk paardenvlees liggen te verscheuren. We staan toch liever naar Saar en Bommel (de poezen van Trees) te kijken wanneer zij hun design-bakjes leeg slobberen…..

Verder is ‘t ’n beetje ’n oude zooi, de avondmaaltijd niet bijzonder, het ontbijt summier…. Al met al; ’n groter contrast met Wolwedans, Camp Kipwe en Okonjima is niet mogelijk. Nu zat deze bestemming niet in het pakket van onze reisorganisatie (Tico, Amsterdam), we hadden ‘m zelf gevonden op het internet. (voortaan maar weer alles aan Tico overlaten…) Maar wel locatie, locatie! En daar ging het ons om.  De huisjes staan namelijk bijna midden in het Quiver Tree Forest; ’n grote groep “Kokerbomen” (de Hottentotten gebruikten de holle takken van de boom als koker voor hun pijlen), die we tijdens zonsondergang bezoeken en prachtige beelden oplevert. Ook vlakbij is de “Giant’s Playground”;  we bezoeken ‘t landschap met wonderlijke rotsformaties die lijken te bestaan uit blokken uit ’n blokkendoos op het heetst van de dag. Puffen en veel water drinken!
 
Ongelukkigerwijs juist op de dag van de verkiezingen in de Verenigde Staten hebben we geen internettoegang en horen we pas bij het ontbijt dat Obama gewonnen heeft. We kunnen ’n gepaste vreugdekreet niet onderdrukken. We hopen dat de blanke Namibische boerin het ons niet kwalijk neemt…..

Na het ontbijt beginnen we aan onze laatste etappe over de B1 van Keetmanshoop naar Windhoek, zo’n 500 kilometer over de belangrijkste verkeersader van Kaapstad naar het noorden. Ook hier blijft het rustig tijdens de hele rit, totdat we in de buurt van Windhoek komen. Daar leveren we de auto in bij ASCO en krijgen onenigheid over de reparatie van het glasplaatje van ’n mistlampje (kapot door steenslag ten gevolge van ’n tegenligger die te snel reed). Daar moeten we NA$ 1600 (= 160….) voor betalen. En hoewel we ’t in Nederland weer denken vergoed te krijgen door een extra verzekering vinden we het niet gepast en gaan er werk van maken…!? Mooi dat ze de enorme ster in de voorruit en de losse treeplank niet hebben opgemerkt anders zou het ’n veelvoud zijn geweest J. Tja, ’t blijft ’n mirakel dat het autootje door dat wasbord-rijden niet helemaal uit elkaar is geschud. Overigens gelukkig wel ’n tocht zonder autopech en lekke banden. Gisteren hebben we de reserve benzine in de tank gegoten, omdat er vanaf hier om de haverklap ’n tankstation is.

Ter afsluiting logeren we nog één nachtje in de Olive Grove, waar we ook de eerste nacht van de reis hebben doorgebracht, en herinneren ons het gesprek met Bram (de orthopeed). Hij zat te mopperen over het feit dat er wel heel veel Duitsers rondtoeren in Namibië; toen glimlachten we wat besmuikt, maar nu moeten we ‘m gelijk geven. Germans everywhere…..  Hij vertelde ook dat Okonjima (onze eerste stop) het hoogtepunt van hun reis was geweest en hoewel de reis uit veel hoogtepunten heeft bestaan moeten we ‘m daarin misschien ook wel gelijk even. Daar hebben de upgrade naar de prachtige honeymoon suite en de wandelsafari tussen de 3 jagende cheeta’s en de 2 giraffen zeker in mee gespeeld. Ook de Duitse fotograaf had ’t bij het rechte eind toen hij Namibië als “Africa-light” omschreef; waarschijnlijk door de jarenlange overheersing door Zuid Afrika is het land veel geciviliseerder dan andere Afrikaanse landen die we bezocht hebben. We hebben ons ook verbaasd over het afwisselende karakter van de reis; wat betreft de landschappen, de onderkomens, de mensen, de ervaringen.  Alleen het weer was ’n stabiele factor (met uitzondering van de 2 mistige dagen aan de kust); elke dag stralend en ronde de 35°C. De wind die ’n paar dagen aanhield was volgens de verhalen de aankondiging van het regenseizoen, maar tot op heden hebben we nog geen druppel gezien (en dat tot verdriet van de bevolking hier….)

Monday, November 5

Morre morre!

Tijdens de eerste 3 uur van onze tocht van Wolwedans naar Aus  - tot aan Helmringhausen – zijn we welgeteld 2 tegenliggers tegen gekomen en hebben we één ezelwagen ingehaald. Niet bepaald ’n weg waar je wilt komen vast te zitten…. Het moet overigens gezegd zijn dat de gravelroads tijdens deze etappe ’n stuk beter zijn dan wat we eerder hebben meegemaakt (de iPod, aangesloten op de radio, slaat nu niet eens over!); eigenlijk zoals we ze allemaal verwacht hadden. Je mag 100 km/uur rijden op deze wegen, maar aangeraden wordt om niet harder dan 80 km/uur te rijden aangezien er toch met enige regelmaat toeristen over de op slaan.

Het autoverhuurbedrijf vindt  dat we (verzekeringstechnisch) niet harder dan 80 km/uur mogen rijden, maar ze adviseren 60 km/uur; al hun auto’s zijn uitgerust met ‘n “black box”, zodat ze precies kunnen zien hoe hard er gereden werd op ’t moment van ’n ongeluk. (ook zijn we via GPS precies te traceren; Big Brother is watching you!) Normaal gesproken kan je echt niet sneller dan 60, maar nu zoeven we (stiekem) met meer dan 80 door de woestijn.
De eindbestemming vandaag is Aus; weer ’n dorp van niets aan de rand van de het “ Sperrgebiet” ; ’n enorm gebied ten zuiden van de Namib woestijn waar diamanten gedolven worden. Het is streng verboden om het gebied in te gaan en de ‘diamond police’  is volgens de Lonely Planet gids onverbiddelijk. Later tijdens ’n wandeling zien we ‘n – met kogels doorzeefde – auto waarmee in de dertiger jaren diamantdieven, zonder veel succes, probeerden te vluchten.  Tijdens de wandeling wel veel mooie glinsterende stenen gezien, maar diamanten ho maar…. Aus en omgeving staan ook bekend om de grote kudde wilde woestijnpaarden; waarschijnlijk nakomelingen van  door de Duitsers achtergelaten cavalerie-paarden  na de inval van Zuid Afrika in 1915 en inmiddels aangepast aan de omstandigheden van de woestijn. We logeren bij Klein Aus Vista, opgezet door een van oorsprong Nederlands/Duitse boerenfamilie, die na de onafhankelijkheid in 1990 de schapen de deur uit heeft gedaan en inmiddels ’n mooi accommodatie heeft opgebouwd. Piet, één van de zonen, geeft ons de volgende ochtend advies over de ‘Mountain Hike’ die we willen maken; leuk taaltje dat Afrikaans! (Morre morre = goedemorgen) Mooie wandeling trouwens ook, ondanks de fikse bergrug die we over moeten.
Daarna zoeven we over het asfalt van de B4 en 100 km gravel richting Fish River Canyon, na de Grand Canyon in de Verenigde Staten de één na  grootste canyon ter wereld.  We logeren er in de Canyon Roadhouse, ’n unieke locatie met veel oude auto’s: de receptie is in ’n oude vrachtwagen, de bar is ’n tankstation en de openhaard is in de grill van ’n oude Buick.
 
Het restaurant staat ook vol met auto’s en roept de sfeer op van de Route 66 in Amerika. ( we hopen één en ander mee te krijgen van de verkiezingen daar, maar tot op heden hebben we alleen in Windhoek en Swakopmund ’n beeldbuis gezien. En dan natuurlijk die prachtige flatscreen in Wolwedans…..) Hier in de Roadhouse ontmoeten we de eerste Namibische nicht; ’t lijkt ons onmogelijk dat hij hier in de woestijn zo heeft leren lopen, dus ’t moet toch in de genen zitten J!
De canyon kan je alleen vanaf de rand bekijken; wandelen in de canyon is in verband met de hitte verboden van oktober tot en met maart, maar ook langs de rand kan je prima wandelen. Er is een zestal uitzichtspunten, daar rijden we vanzelfsprekend naar toe. Eén van de viewpoints heet “the Edge”; vorig jaar november bezochten we in Melbourne ook “the Edge” (de glazen constructie die uit één van de wolkenkrabbers van Melbourne schuift….). Even hoog en  spectaculair uitzicht, maar anders…..



’s Middags rijden we in het Gondwana Cañyon Park de Wildebeest Drive; volgens de beschrijving ‘n “moderately easy self-drive”, wij zitten echter regelmatig met het zweet in onze handjes en Paul kan nu eindelijk 45 kilometer laten zien dat hij ’t echte 4x4 rijden (door mul zand en over rotsachtige afdalingen) onder de knie heeft. We hebben weinig oog voor het wild, maar gelukkig nog wel voor het schitterende landschap! Spannend ritje…..
 


Friday, November 2

Wolwedans


Vanaf de C27 (gravelroad) is het nog 20 km westwaarts (ruim ’n half uur rijden) de woestijn in over ’n smal zandpad naar de receptie van Wolwedans. Daar worden we met ‘n 4x4 safariwagen nog ‘ns  15 minuten verder  gereden door het mulle zand en arriveren dan uiteindelijk midden in de Namib bij 6 prachtige tenten. En de schitterende omgeving is met geen pen te beschrijven…..


Zeer stijlvol ingerichte tenten met oog voor detail; de foto op de website waarmee we lekker gemaakt zijn (de tent met alle wanden omhoog gerold) is niet helemaal eerlijk… Op de foto zie je niet dat er op 30 meter afstand links en rechts  ’n andere tent staat, waardoor je niet heel veel privacy zou hebben. De achterwand blijft echter wel de hele nacht open; we worden dan ook wakker met ’n prachtige zonsopkomst in beeld! Bij aankomst in de tent werden we gewezen op de flatscreen met slechts 1 kanaal: het schitterende uitzicht….. Vlak voor zonsopkomst (iets voor zessen) wordt er ’n kan koffie op je dek gezet ; al met al ‘n mooi begin van de dag.
zonsopkomst vanuit ons hemelbed....


’s Middags staat er nog steeds ’n flinke wind waardoor het canvas met veel kabaal klappert en de grote houten palen kraken dat het ’n lieve lust is. De oordopjes die naast het hoofdkussen liggen bieden niet veel soelaas. Gelukkig gaat bij zonsondergang (we staan weer met sundowners en snacks op ’n duin; da’s ’n prettige gewoonte J)  – zoals naar verluid elke dag –  de wind liggen en hebben we ’n heerlijk rustige nacht. Het diner aan de family-table is heerlijk, maar minder gezellig dan andere keren; de andere 10 gasten zijn Duitstalig en niet erg genegen om ons in het gesprek te betrekken. Het menu wordt uitgelegd in Namlish (Engels) en de kliktaal; toch handig die cursus…..

De volgende dag rijden we tijdens de ‘day drive’ met de safariwagen ruim 7 uur van hot naar her door het reservaat; vooral mooi vanwege het steeds wisselende landschap. Qua wild voornamelijk oryxen en springbokken. Gids Ben weet verder op ’n vakkundige manier een grote “dancing white lady” (spin) te spotten en 30 cm diep met z’n handen uit warme zand te scheppen.  Later ziet-ie met z’n scherpe ogen 2 kameleons in de struiken; dacht altijd dat dat flinke beesten waren, maar ze zijn niet veel groter dan ’n centimeter of 15. Aan het begin van de middag stoppen we bij ’n berg enorme rotsblokken, waar binnen ‘n paar minuten ’n prachtig gedekte tafel met heerlijke lunch klaar staat in de schaduw onder de rotsen. Ze noemen het ’t Hardrock Café! ‘Kunnen we er weer één toevoegen aan ons lijstje Hardrock Cafe’s!
Hardrock Café

De tweede avond komen de andere gasten ’n beetje los tijdens het heerlijke 5-gangen diner (met als hoogtepunt ’n super malse en mooi rode springbok-biefstuk; we hebben inmiddels ’n heel scala aan wild gegeten (zebra, impala, oryx, kudu, eland en springbok)) en komen de wilde verhalen toch nog ter tafel. De 4 Zwitsers hebben inmiddels 3 lekke banden gehad, de 4 Duitsers hobbelen met ’n eenvoudig VW-busje over het wasbord en rijden veel langere etappes.
Buiten is het inmiddels zoooo stil. Alleen zo nu en dan ’n geluid dat lijkt op dat van ’n lachende kikker (of ’n bezopen vogel); het blijkt een “barking gekko” te zijn. Nooit geweten dat reptielen zo’n kabaal konden maken. Bovendien is het ’s nachts zoooo donker – geen enkele lichtverontreiniging – dat je werkelijk honderden sterren kunt zien. Wat voel je je dan nietig!
Inmiddels, terwijl ik dit schrijf, schijnt de opkomende zon weer in m’n ogen en gaan we ons opmaken voor de volgende etappe naar Aus. Weer zo’n 300 km gravelroad voor de boeg, maar in Aus gloort het asfalt! Eerst nog even 6 uur schudden en hobbelen….. (en bidden dat de Suzuki ’t blijft doen)

Wednesday, October 31

Sandy


Zoals het de echte Namibië-reiziger betaamt hebben wij ook het boekje “Solitaire” van Ton van der Lee gelezen. Hij was ’n gevierd filmproducer die de hectiek van Amsterdam heeft omgeruild voor de rust van Solitaire; ’n kruispunt midden in de Namib woestijn. Toen hij er arriveerde was er niet veel meer dan ’n tankstation en ’n klein winkeltje annex bakkerij; nu is er ’n restaurant, lodge, camping…. Hij geeft ’n mooie sfeerbeeld van de Namib .
 
Solitaire is ook ’n mooie tussenstop voor ’n kop koffie met appeltaart (van Moose, één van de hoofdpersonen in het boek) tijdens de reis van Swakopmund naar Sesriem.  Wanneer we Swakopmund ’s ochtends vroeg verlaten hangt er weer ’n dichte mist. Van Chris hebben we gisteren geleerd dat de woestijn hier leeft van die “micro-drops”; als het al regent valt er maar zo’n 20 mm per jaar! 50 km landinwaarts breekt de zon door en brandt er meteen lustig op los. Het wordt wellicht saai, maar de weg was weer abominabel…… We begrijpen niet hoe de Namibiërs kunnen  blijven volhouden dat hun wegennet zo prima is. Misschien zijn wij wel teveel verwend!

Uiteindelijk  – na zo’n 7 uur rijden  – bereiken we  Sesriem; daar logeren we in het Desert Camp en hebben ’n prima “tent” me eigen braai (bbq), waar ’s avonds de impala-steaks op liggen te sissen. De volgende ochtend weer voor dag en dauw op pad; we staan om 06.15 uur al in de rij voor het hek van het Namib Naukluft Park (50.000 km² woestijn!) om vlak na zonsopgang bij Deadvlei en Sossusvlei te kunnen zijn (nog 65 km rijden vanaf het hek) om zo de grootste hitte te vermijden en van het mooie licht en de schaduwwerking op de rode duinen te kunnen profiteren. Het laatste stuk van 4 km is alleen voor 4X4’s, dus dat zouden we in principe moeten kunnen rijden, maar op het laatste moment besluiten we toch om de shuttleverbinding verder te gaan. ‘Zijn daar later zo blij als ’n kind om wanneer we verschillende 4x4’s zien  die vastzitten in het zand; één klojo hebben we op de heen- en de terugweg uit het zand moeten duwen…. De druiloor.
 
 Sossusvlei en Dune 45  is de nummer één toeristische attraktie van Namibië maar – ook vanuit Windhoek –alleen na uren hobbelen te bereiken! Het is inderdaad schitterend, vooral Deadvlei met de dode bomen.  Helaas steekt er in de loop van de ochtend  ’n fikse zandstorm op met als gevolg dat we één van de must-do’s hier (het beklimmen van Dune 45) halverwege moeten  afbreken omdat we gezandstraald worden….. (eerlijk gezegd maken de 38° C het klimmen ook niet echt aangenaam!) We noemen de storm dan ook “Sandy”, naar de orkaan die aan de oostkust van de VS heeft huisgehouden. Inmiddels is de wind hier wat gaan liggen en gaan we zo weer terug naar het park voor ’n wandeling door de Sesriem Canyon. Later vanavond gaat de braai weer aan!  Zelden gebarbecued met zo’n spectaculair uitzicht….

Morgen slechts ’n korte etappe (120 km) naar Wolwedans; ’n privé-reservaat (Namib Rand Nature Reserve) als onderdeel van het grote nationale park. Onze verwachtingen voor Wolwedans zijn hooggespannen; het is bepaald geen toeristenklasse, maar ’n full inclusive droombestemming (zie de link) Zo nu en dan moet je ‘ns uit de band springen als het kan….. Helaas maar voor 2 nachten!  Maar hopen dat het daar niet stormt, want daar logeren we in die tent waar alle wanden van omhoog gerold worden….

(’t is jammer genoeg  zo sjiek dat er geen wifi is J)

 


Monday, October 29

the little five


De bedoeling is dat de gids van Camp Kipwe ons met z’n “nature drive” naar de ‘desert elephants’ weet te brengen. Woestijn olifanten zijn door kleine aanpassingen (grotere voetzolen in verband met het mulle zand en langere voorpoten om beter langere afstanden te kunne afleggen) aangepast aan het leven in de woestijn. Bovendien zijn het de enige olifanten ter wereld die niet in ’n omheind gebied leven en dus in principe het hele continent over zouden kunnen zwerven. Zo leven hier ook nog echt wilde leeuwen en neushoorns.

Hij had ze – zonder radiotracking ! – snel gevonden, zodat we ze  lang konden blijven volgen en daarna de scenic route terug konden nemen en tijd hadden om te stoppen bij de heksenkringen, Welwitschia’s (planten die alleen in de woestijn van Namibië groeien), boompjes, vogeltjes… Al met al ’n prachtige nature drive! 

Naast de natuur ook tijd voor kultuur. ’s Middags hobbelen we met de Suzuki naar het ‘living museum of the Damara’. Lijkt ’n tikkeltje vreemd – poppetjes kijken – maar de jongelui lijken zeer enthousiast en gedreven om  iets  van hun cultuur over te brengen (en ’n paar  NA$ te verdienen…) Leuke ervaring! Het – overigens niet te drinken – zelf gebrouwde bier bezorgt me later lichte darmprobleempjes, maar ja, weigeren was ook geen optie…..
 

Jammer genoeg moeten we de volgende dag al weer snel na het ontbijt Camp Kipwe verlaten aangezien we ’n rit van 7 uur voor de boeg hebben. Ook nu zijn de wegen erg wisselend van kwaliteit, alleen het laatste stuk langs de kust  bestaat niet uit gravel maar uit zout! Dat rijdt zelfs beter dan de asfalt wegen. Zelfs zo goed dat we met plezier de omrit van 2x 45 km richting Cape Cross maken. Daar huist de grootste zeeleeuwen kolonie ter wereld (soms wel 200.000); de stank en het kabaal zijn dan ook  ongelofelijk….. Wanneer de bezoeker vóór ons in de rij bij de kassa ons waarschuwt voor de stank zegt de dame achter het bureau gevat dat dat vandaag wel mee zal vallen, omdat het zondag is en ze dan allemaal onder de douche gaan. Hihihi…

Daarna zoeven we over het zout richting Swakopmund; ’n grotere overgang na Camp Kipwe is niet mogelijk. De stad heeft veel weg van Noordwijk aan Zee, maar is wel de tweede stad van Namibië. Tijdens de Duitse overheersing gesticht dus veel  Duits aandoende details. Er hangt vaak – en deze zondag ook – ’n zeemist langs de kust. En dus is het ook nog ‘ns ruim 10° kouder dan In Damaraland. We logeren  in hotel Eberwein waar het verkeer bijna door de kamer rijdt. Oh, wat verlangen wij weer  naar de woestijn met de serene rust en de prachtige vergezichten (en het korte broeken weer….) Dinsdag rijden we terug het binnenland in!

Maar eerst doen we op maandag de “living desert tour”; niet op zoek naar de ‘big five’ (olifant,leeuw, luipaard, neushoorn en buffel), maar de ‘little five’ (kameleon, slang, hagedis, spin en schorpioen). De laatste twee lopen we mis, maar de rest  in kombinatie met het schitterende duinlandschap ten zuiden van Swakopmund is spectaculair. Chris, de gids, brengt het op ’n geweldig grappige manier en is zeer ervaren in het vinden van de dieren. Wanneer hij ’n kleine oneffenheid in het zand ziet gaat-ie graven met z’n handen en vindt dan de meest wonderlijke dieren ; ongelofelijk! Bij onderstaande oogje gebruikte hij niet z’n handen; dat slangetje is zeer giftig…..


Sunday, October 28

a few common phrases....


Lion King - the Musical


’s Avonds in Okaukeujo installeren we ons na het avondeten met ’n glas wijn in de hand op één van de vele bankjes die rond de befaamde waterhole staan. We hebben geen idee wat ons te wachten staat. Op het maanlicht en ’n paar spotlights na is het inmiddels pikkedonker.  De eerste 20 minuten gebeurt er niets, maar dan start er een spektakel dat strak georkestreerd lijkt te zijn…. De ouverture is voor 6 giraffen en 4 jakhalzen, terwijl tijdens de entr’acte een neushoorn (!) tevoorschijn komt die zich ’n poosje tegoed doet aan het water. Nog voor zijn act over is denderen er meer dan 30 olifanten  van links uit de coulissen; ze baden en laven zich zo’n 20 minuten en gaan dan stuk voor stuk v ia de rechterzijde weer af. En net wanneer we denken dat de show over is komt er als epiloog ’n leeuwen-echtpaar uit het donker tevoorschijn! Ze maken eerst nog wat schijnbewegingen richting ’n antilope, maar al snel lonkt het water. Als de leeuwen vertrokken zijn komen de de giraffen en neushoorn – die door de olifanten en leeuwen verjaagd waren – weer terug en als ’n soort toegift buigen de lange giraffen zich weer statig richting het water. Het publiek wordt gemaand stil te zijn dus geen staande ovatie, maar je voelt dat iedereen – er staan inmiddels ontzettend veel mensen -  overdonderd is.
generale repetitie bij de waterhole......

Eerder die dag – tijdens onze reis van oost naar west  dwars door Etosha – staan we bij verschillende waterholes stil. Twee keer treffen we grote kuddes olifanten; één keer de “ghost elephants” die door het baden en het witte zand als spierwitte spoken door het park trekken. Aan de rand van de zoutpan worden we door ’n tegenligger gewezen op drie leeuwinnen die in de schaduw van ’n mopanetree liggen uit te puffen. ’n Gelukstreffer!
op de plaats rust!
Okaukuejo is een waanzinnig druk camp, met ’n camping en allerlei andere soorten accommodatie; de ‘waterhole chalets’zijn gloednieuw en staan aan de rand van de waterhole, de onze  kijkt er als één  van de weinige direkt op uit. Al weer ’n prachtige verblijfplaats en in onze ogen zeker geen (geboekte)  toeristenklasse….

De volgende dag begint de tocht met ontberingen; vanaf dan 1500 km gravelroad…..(de komende weken zullen we heel weinig asfalt meer zien) Nadat we in Outjo bij ’n garage het mankement hebben laten repareren en in Khorixas de tank voor de zoveelste keer hebben laten vullen (het wordt aangeraden om bij elk tankstation dat je tegenkomt te tanken), gaat de motor in de 4-wheel-drive-stand, de bandenspanning omlaag en karren maar. Al snel blijkt dat de wegen niet overal even goed zijn en het is dan ook ’n godswonder dat onze Suzuki na ’n paar uur ‘wasbord rijden’ niet uit elkaar valt! Het landschap van Damaraland wordt overigens steeds mooier; dat maakt ’n boel goed. Bovendien bezoeken we onderweg het “Petrified Forest” (versteende bomen die 280.000.000 jaar geleden in Midden Afrika nog leefden) en de 6000 jaar oude rotstekeningen van de bosjesmannen bij Twijfelfontein (’n bron die soms wel en soms geen water geeft). Beide attracties worden druk bezocht, dus er is toch nog best wat verkeer hier in deze ‘uithoek’.

Hoewel sinds de onafhankelijkheid Engels de officiële voertaal is wordt er nog steeds veel Afrikaans gesproken. Zo rijd je midden in de rimboe en staat er ’n bord met “Geen Toegang”….. Hier in Damaraland wordt ook de “kliktaal”gesproken; les 1 van de korte cursus was niet voldoende om de conversatie te kunnen volgen, maar wel leuk om de verschillende kliktonen te kunnen onderscheiden. Halverwege de vrijdagmiddag arriveren we - na 4 uur hobbelen – bij Camp Kipwe.  Er is maar één woord dat deze lodge kan omschrijven: WAUW! (zie link) Onze kamer is inderdaad in de rotsen gebouwd en de badkamer ligt buiten tussen de rotsblokken. Dat houdt ook in dat je tijdens het wateren  en douchen ’n schitterend uitzicht over het landschap van Damaraland hebt. En vanaf de hoogste rots heb je met ’n sundowner in je hand ‘n 360° uitzicht over de omgeving, die door de ondergaande zon vuurrood kleurt. Alweer: wauw!
uitzicht vanaf de "water-hole"!

 

Wednesday, October 24

the circle of life


’n Paar honderd asfalt-kilometers verder en na fourageren in Otjowaringo (brötchen, water en wat alcoholica…) arriveren we in de middag bij Mushara Bush Camp; ’n nieuw camp – vlak bij de Lindquist-poort van Etosha -  met 18 sjieke tenten en ’n schitterende lapa (receptie, lounge, restaurant). Helaas zijn de tenten – ondanks de temperaturen  van rond de 40 °C – niet voorzien van ’n koelkastje, maar krijgen we na geklaagd te hebben over het feit dat zelfs de kraan met “cold” erop bloedheet water geeft  ’n koelbox vol met koelelementen en ijsblokjes om ons water (en biertjes en wijn…) te koelen. Verder is de tent zeer comfortabel en koelt het ’s avonds gelukkig lekker af. De geluiden van de bush houden me ’n poosje wakker, vooral wanneer blijkt dat één van de geluiden van binnen de tent komt. Toch maar weer in slaap gevallen.
 
Als ware safari-gangers staan we ’s ochtends vroeg op en rijden al rond 7 uur het park in. De truc is om bij één van de vele waterholes te gaan staan (ook wanneer er geen dieren zijn) en maar afwachten wat er langs komt. En dat is heel wat! We zien het hele arsenaal aan ons voorbij komen en hopen dat de katachtigen morgen in beeld komen wanneer we van hier dwars door het park naar Okakuejo (het meest westelijke kamp (zo’n 150 km); het park is 22.000 km² groot!) rijden. De gravelroads zijn wisselend van kwaliteit en we zijn vandaag dan ook flink door elkaar geschud.’t Is ’n wonder dat de Suzuki Jimny het volhoudt. (we hebben echter vanmiddag al kontakt gehad met het verhuurbedrijf omdat de V-snaar flink giert bij het starten en één van de richtingaanwijzers het niet meer doet. Misschien wel niet zo gek met meer dan 100.000 km op de teller; we hadden erop gerekend ’n nieuwer model mee te krijgen….
 
’s Middags bij het zwembad vallen er 10 druppels regen; de lokale bevolking hoopt op ’n snel  begin van de regentijd, die volgens verwachting eind van deze maand gaat losbarsten. Het heeft sinds april niet meer geregend. Wij hopen dat-ie nog even op zich laat wachten, hoewel ’n beetje afkoeling wel lekker zou zijn!
’s Avonds organiseertr de Bush Camp ’n BBQ en liggen de springbokken, die we vanochtend nog zagen bij de waterholes te spetteren op het vuur. The circle of life…..

 
(de komende paar dagen even geen internet....)

Monday, October 22

orix en andere dieren....


Terwijl ik dit schrijf lijkt de “achtertuin” van onze lodge wel op de Ark van Noach; er lopen allerlei soorten antilopes, jakhalzen, wrattenzwijnen en parelhoenders in ons uitzicht. Mooi wakker worden! Gisteren was ’n lange dag; na de fantastische ochtend drive ’s middags weer zoiets moois. Al snel treffen we 4 ‘wild dogs’ (ondanks allerlei rehabilitatie-programma’s ’n uitstervende diersoort in Afrika) die zich tegoed doen aan ’n enorme orix en ’t beest met brute kracht in stukken scheuren en van de ogen ontdoen…. Geen smakelijk maar wel fascinerend gezicht. (de orix is trouwens het nationale symbool van Namibië en levert bovendien heerlijk vlees;  we eten ’t hier regelmatig, afgewisseld met kudu-vlees)

Wanneer de wilde honden vertrekken, rijden we door naar een ‘hide’ en  maken daar ’n paar prachtige foto’s van een luipaard. (eerlijk gezegd is dat ’n tikkeltje in scene gezet, maar dat zien we maar door de vingers; dat is onderdeel van het educatieve karakter van Okonjima zullen we maar zeggen) Wanneer we ’n uurtje later langs de dooie orix rijden blijkt dat zo’n 50 gieren het beest tot op het bot hebben leeg gepeuzeld. We crossen nog wat door het park en zoeken ’n mooi plekje voor de sundowners; ’n gin and tonic (G&T) werkt goed tegen de muggen, hoewel we die hier eigenlijk nog niet gezien hebben.



Vandaag rijden we(nog steeds alleen maar over asfaltwegen) door naar Etosha, één van de grootste wildparken ter wereld; we horen van andere reizigers positieve verhalen , dus dat belooft ook weer veel goeds. Het gezamenlijke diner in de lodges levert steeds  leuke gesprekken op. Gisteren aan tafel met ’n beroeps natuur-fotograaf uit Duitsland. Hij is volledig Namibië-gek en komt hier ’n paar keer per jaar. Dus veel verhalen en fotografie-tips; hij heeft ’n mooie website gemaakt met tips voor alle afzonderlijke gebieden, daar hopen we veel gebruik van te gaan maken. (www.namibia-fotospots.de)

 

radio-tracking


Dit zou je moeten zien…! We zijn best wel wat verwend op hotel-gebied, maar waar we nu zitten… We hadden ’n reservering voor de “main camp” in Okonjima, maar al bij het hek voordat we de 24 km  gravelroad naar de lodge moesten rijden,  kregen we te horen dat we waren ge-upgrade naar de “bush camp”; de exclusievere versie en bij aankomst bleek dan ook nog ‘ns dat het om de honeymoon suite ging. (en dan te bedenken dat homoseksualiteit- of eigenlijk homosexuele aktiviteit -  in Namibië strafbaar is….!) ’n Waanzinnige villa met ’n fantastisch  uitzicht, open haard, buiten douche en ’n badkamer met ‘n  inloop douche van 3x3 met daarin ’n prachtige dooie boom; je zou ’t moeten zien…. Buiten douchen midden in de bush; wat wil ’n mens nog meer??  
 
Ook met de gamedrives veel geluk! Tijdens de luipaard-track op zondag blijkt het toch nog erg lastig om op ’n reservaat met een oppervlakte van 200 km² met “radiotracking” (6 luipaarden hebben ’n halsband om die radiostralen uitzendt)  een luipaard te traceren. Precies aan het einde van de drive – net voordat de zon ondergaat – na drie uur rond hobbelen zien we ’n pracht exemplaar de bush uitkomen. De volgende ochtend vroeg (reveille om 05.30 uur….) gaan we cheeta’s te voet tracken. Als snel komen we in de buurt van 3 cheeta’s die jagen op een paar weken oud  girafje. Ongelofelijk;  we staan en wandelen (met z’n vijven en 2 gidsen) er bijna ’n uur op korte afstand tussen door.  Dit was zo bijzonder!



Gelukkig loopt het goed af (met het girafje en met ons…); de moeder biedt veel weerstand en op ’n gegeven moment geven de 3 cheeta’s het op. Okonjima zou door onze lodge en de wandeling van vanochtend inderdaad wel eens ’t hoogtepunt van de reis kunnen worden…..

 
in het cirkeltje één van de drie cheeta's, de andere 2 liggen achter ons....

Saturday, October 20

Himba's!


De KLM kreeg meer reizigers dan verwacht en zette ’n groter toestel in voor de reis naar Johannesburg.  Het grotere toestel had ’n hogere kruissnelheid zodat we flink wat vroeger arriveerden, maar het nadeel was dat het ’n andere stoelconfiguratie had waardoor onze zorgvuldige uitgekozen – en al lang van te voren gereserveerde -  stoelen niet meer aan het gangpad bleken te staan…. (Kut Luchtvaart Maatschappij….) Gelukkig viel er uiteindelijk wat te schuiven en kon Paul toch de benen enigszins strekken. De KLM profileert zich echt als Nederlandse maatschappij; bij de maaltijd kregen we rode kool met ’n gehaktbal en ’n heerlijke Bosche bol als toetje! Ook ’n prima Nederlandse film die de dag voor ons vertrek pas in de bioscoop in première was gegaan; “Alleen maar nette mensen” , waarin de hoofdrolspeler valt op donkere vrouwen met forse boezems en enorme derrieres. We hebben inmiddels door dat-ie z’n heil hier in Windhoek moet gaan zoeken!
Aangekomen in het hotel op de luchthaven – rond 10 uur ’s avonds – bleek onze reservering gecancelled, want niet betaald en het hotel “fully booked” . Da’s nog ‘ns ’n fijn begin van een reis…. Na wat héén en weer geklets bleek er toch ’n kamer beschikbaar en konden we  alsnog ’n paar uurtjes pitten. Nu maar hopen dat onze creditkaart niet(nogmaals)  belast zal worden…


Niet lang gepit, want de volgende ochtend vertrok het vliegtuig naar Windhoek al weer vroeg, zodat we de eieren met boere wors  in ’n rap tempo naar binnen moesten werken. Eenmaal gearriveerd in Windhoek blijkt de Olive Grove Guesthouse ’n oase van rust en bijzonder stijlvol oord  in de verder ietwat rommelige en oninteressante stad. Hoewel je hier in Namibië op zaterdag na 13.00 uur en zondag de hele dag geen alcohol kunt kopen toch nog ergens in ’n Pick n Pay wat biertjes kunnen scoren.  Op de markt de eerste Himba’s in ’t vizier gehad; de Himba’s zijn bekend om hun oranje-bruine kleur, bijzondere haardracht en zeer beperkte kledij. De Himba’s wonen alleen in het hoge noorden van Namibië, het enige gedeelte van het land dat we tijdens onze rondreis overslaan.

Tijdens de thee op het gezamenlijke terras en later tijdens het diner worden we overspoeld met verhalen en tips door onze buurman Bram, ’n gepensioneerde – en volgens ons ietwat dementerende – orthopedisch chirurg uit Aerdenhout. Zijn vrouw en hij sluiten morgen hun rondje af en hebben alleen maar positieve verhalen, tot vervelens toe….En wanneer de verhalen over de reis eindelijk op zijn gaat hij net zo enthousiast verhalen over het project in Kenia (’n orthopedisch ziekenhuis) dat hij daar met ’n stichting aan het opstarten is. Hij vliegt morgen dan ook door naar Nairobi. ’n Bijzondere man.

Morgen begint voor ons de grote reis; eerste bestemming is Okonjima en de Africat foundation (zie  filmpje). Het was volgens Bram het hoogtepunt van hun reis; nooit zo fijn om met ’n hoogtepunt te beginnen…..

Monday, October 15

korte cursus "klik-taal"....

 
Volstaan voor de meeste reizen de taalgidsjes Swahili, Mandarijn of Vietnamees, voor Namibië is een "wat en hoe Nama" met de meest gebruikte vragen en begroetingen niet voldoende. De "klik-taal" is zo bijzonder dat 'n korte cursus op z'n plaats is....
 

                                                                     wordt vervolgd!

Monday, September 24

eerste bestemming: Okonjima


Monday, August 6