Wednesday, October 31

Sandy


Zoals het de echte Namibië-reiziger betaamt hebben wij ook het boekje “Solitaire” van Ton van der Lee gelezen. Hij was ’n gevierd filmproducer die de hectiek van Amsterdam heeft omgeruild voor de rust van Solitaire; ’n kruispunt midden in de Namib woestijn. Toen hij er arriveerde was er niet veel meer dan ’n tankstation en ’n klein winkeltje annex bakkerij; nu is er ’n restaurant, lodge, camping…. Hij geeft ’n mooie sfeerbeeld van de Namib .
 
Solitaire is ook ’n mooie tussenstop voor ’n kop koffie met appeltaart (van Moose, één van de hoofdpersonen in het boek) tijdens de reis van Swakopmund naar Sesriem.  Wanneer we Swakopmund ’s ochtends vroeg verlaten hangt er weer ’n dichte mist. Van Chris hebben we gisteren geleerd dat de woestijn hier leeft van die “micro-drops”; als het al regent valt er maar zo’n 20 mm per jaar! 50 km landinwaarts breekt de zon door en brandt er meteen lustig op los. Het wordt wellicht saai, maar de weg was weer abominabel…… We begrijpen niet hoe de Namibiërs kunnen  blijven volhouden dat hun wegennet zo prima is. Misschien zijn wij wel teveel verwend!

Uiteindelijk  – na zo’n 7 uur rijden  – bereiken we  Sesriem; daar logeren we in het Desert Camp en hebben ’n prima “tent” me eigen braai (bbq), waar ’s avonds de impala-steaks op liggen te sissen. De volgende ochtend weer voor dag en dauw op pad; we staan om 06.15 uur al in de rij voor het hek van het Namib Naukluft Park (50.000 km² woestijn!) om vlak na zonsopgang bij Deadvlei en Sossusvlei te kunnen zijn (nog 65 km rijden vanaf het hek) om zo de grootste hitte te vermijden en van het mooie licht en de schaduwwerking op de rode duinen te kunnen profiteren. Het laatste stuk van 4 km is alleen voor 4X4’s, dus dat zouden we in principe moeten kunnen rijden, maar op het laatste moment besluiten we toch om de shuttleverbinding verder te gaan. ‘Zijn daar later zo blij als ’n kind om wanneer we verschillende 4x4’s zien  die vastzitten in het zand; één klojo hebben we op de heen- en de terugweg uit het zand moeten duwen…. De druiloor.
 
 Sossusvlei en Dune 45  is de nummer één toeristische attraktie van Namibië maar – ook vanuit Windhoek –alleen na uren hobbelen te bereiken! Het is inderdaad schitterend, vooral Deadvlei met de dode bomen.  Helaas steekt er in de loop van de ochtend  ’n fikse zandstorm op met als gevolg dat we één van de must-do’s hier (het beklimmen van Dune 45) halverwege moeten  afbreken omdat we gezandstraald worden….. (eerlijk gezegd maken de 38° C het klimmen ook niet echt aangenaam!) We noemen de storm dan ook “Sandy”, naar de orkaan die aan de oostkust van de VS heeft huisgehouden. Inmiddels is de wind hier wat gaan liggen en gaan we zo weer terug naar het park voor ’n wandeling door de Sesriem Canyon. Later vanavond gaat de braai weer aan!  Zelden gebarbecued met zo’n spectaculair uitzicht….

Morgen slechts ’n korte etappe (120 km) naar Wolwedans; ’n privé-reservaat (Namib Rand Nature Reserve) als onderdeel van het grote nationale park. Onze verwachtingen voor Wolwedans zijn hooggespannen; het is bepaald geen toeristenklasse, maar ’n full inclusive droombestemming (zie de link) Zo nu en dan moet je ‘ns uit de band springen als het kan….. Helaas maar voor 2 nachten!  Maar hopen dat het daar niet stormt, want daar logeren we in die tent waar alle wanden van omhoog gerold worden….

(’t is jammer genoeg  zo sjiek dat er geen wifi is J)

 


Monday, October 29

the little five


De bedoeling is dat de gids van Camp Kipwe ons met z’n “nature drive” naar de ‘desert elephants’ weet te brengen. Woestijn olifanten zijn door kleine aanpassingen (grotere voetzolen in verband met het mulle zand en langere voorpoten om beter langere afstanden te kunne afleggen) aangepast aan het leven in de woestijn. Bovendien zijn het de enige olifanten ter wereld die niet in ’n omheind gebied leven en dus in principe het hele continent over zouden kunnen zwerven. Zo leven hier ook nog echt wilde leeuwen en neushoorns.

Hij had ze – zonder radiotracking ! – snel gevonden, zodat we ze  lang konden blijven volgen en daarna de scenic route terug konden nemen en tijd hadden om te stoppen bij de heksenkringen, Welwitschia’s (planten die alleen in de woestijn van Namibië groeien), boompjes, vogeltjes… Al met al ’n prachtige nature drive! 

Naast de natuur ook tijd voor kultuur. ’s Middags hobbelen we met de Suzuki naar het ‘living museum of the Damara’. Lijkt ’n tikkeltje vreemd – poppetjes kijken – maar de jongelui lijken zeer enthousiast en gedreven om  iets  van hun cultuur over te brengen (en ’n paar  NA$ te verdienen…) Leuke ervaring! Het – overigens niet te drinken – zelf gebrouwde bier bezorgt me later lichte darmprobleempjes, maar ja, weigeren was ook geen optie…..
 

Jammer genoeg moeten we de volgende dag al weer snel na het ontbijt Camp Kipwe verlaten aangezien we ’n rit van 7 uur voor de boeg hebben. Ook nu zijn de wegen erg wisselend van kwaliteit, alleen het laatste stuk langs de kust  bestaat niet uit gravel maar uit zout! Dat rijdt zelfs beter dan de asfalt wegen. Zelfs zo goed dat we met plezier de omrit van 2x 45 km richting Cape Cross maken. Daar huist de grootste zeeleeuwen kolonie ter wereld (soms wel 200.000); de stank en het kabaal zijn dan ook  ongelofelijk….. Wanneer de bezoeker vóór ons in de rij bij de kassa ons waarschuwt voor de stank zegt de dame achter het bureau gevat dat dat vandaag wel mee zal vallen, omdat het zondag is en ze dan allemaal onder de douche gaan. Hihihi…

Daarna zoeven we over het zout richting Swakopmund; ’n grotere overgang na Camp Kipwe is niet mogelijk. De stad heeft veel weg van Noordwijk aan Zee, maar is wel de tweede stad van Namibië. Tijdens de Duitse overheersing gesticht dus veel  Duits aandoende details. Er hangt vaak – en deze zondag ook – ’n zeemist langs de kust. En dus is het ook nog ‘ns ruim 10° kouder dan In Damaraland. We logeren  in hotel Eberwein waar het verkeer bijna door de kamer rijdt. Oh, wat verlangen wij weer  naar de woestijn met de serene rust en de prachtige vergezichten (en het korte broeken weer….) Dinsdag rijden we terug het binnenland in!

Maar eerst doen we op maandag de “living desert tour”; niet op zoek naar de ‘big five’ (olifant,leeuw, luipaard, neushoorn en buffel), maar de ‘little five’ (kameleon, slang, hagedis, spin en schorpioen). De laatste twee lopen we mis, maar de rest  in kombinatie met het schitterende duinlandschap ten zuiden van Swakopmund is spectaculair. Chris, de gids, brengt het op ’n geweldig grappige manier en is zeer ervaren in het vinden van de dieren. Wanneer hij ’n kleine oneffenheid in het zand ziet gaat-ie graven met z’n handen en vindt dan de meest wonderlijke dieren ; ongelofelijk! Bij onderstaande oogje gebruikte hij niet z’n handen; dat slangetje is zeer giftig…..


Sunday, October 28

a few common phrases....


Lion King - the Musical


’s Avonds in Okaukeujo installeren we ons na het avondeten met ’n glas wijn in de hand op één van de vele bankjes die rond de befaamde waterhole staan. We hebben geen idee wat ons te wachten staat. Op het maanlicht en ’n paar spotlights na is het inmiddels pikkedonker.  De eerste 20 minuten gebeurt er niets, maar dan start er een spektakel dat strak georkestreerd lijkt te zijn…. De ouverture is voor 6 giraffen en 4 jakhalzen, terwijl tijdens de entr’acte een neushoorn (!) tevoorschijn komt die zich ’n poosje tegoed doet aan het water. Nog voor zijn act over is denderen er meer dan 30 olifanten  van links uit de coulissen; ze baden en laven zich zo’n 20 minuten en gaan dan stuk voor stuk v ia de rechterzijde weer af. En net wanneer we denken dat de show over is komt er als epiloog ’n leeuwen-echtpaar uit het donker tevoorschijn! Ze maken eerst nog wat schijnbewegingen richting ’n antilope, maar al snel lonkt het water. Als de leeuwen vertrokken zijn komen de de giraffen en neushoorn – die door de olifanten en leeuwen verjaagd waren – weer terug en als ’n soort toegift buigen de lange giraffen zich weer statig richting het water. Het publiek wordt gemaand stil te zijn dus geen staande ovatie, maar je voelt dat iedereen – er staan inmiddels ontzettend veel mensen -  overdonderd is.
generale repetitie bij de waterhole......

Eerder die dag – tijdens onze reis van oost naar west  dwars door Etosha – staan we bij verschillende waterholes stil. Twee keer treffen we grote kuddes olifanten; één keer de “ghost elephants” die door het baden en het witte zand als spierwitte spoken door het park trekken. Aan de rand van de zoutpan worden we door ’n tegenligger gewezen op drie leeuwinnen die in de schaduw van ’n mopanetree liggen uit te puffen. ’n Gelukstreffer!
op de plaats rust!
Okaukuejo is een waanzinnig druk camp, met ’n camping en allerlei andere soorten accommodatie; de ‘waterhole chalets’zijn gloednieuw en staan aan de rand van de waterhole, de onze  kijkt er als één  van de weinige direkt op uit. Al weer ’n prachtige verblijfplaats en in onze ogen zeker geen (geboekte)  toeristenklasse….

De volgende dag begint de tocht met ontberingen; vanaf dan 1500 km gravelroad…..(de komende weken zullen we heel weinig asfalt meer zien) Nadat we in Outjo bij ’n garage het mankement hebben laten repareren en in Khorixas de tank voor de zoveelste keer hebben laten vullen (het wordt aangeraden om bij elk tankstation dat je tegenkomt te tanken), gaat de motor in de 4-wheel-drive-stand, de bandenspanning omlaag en karren maar. Al snel blijkt dat de wegen niet overal even goed zijn en het is dan ook ’n godswonder dat onze Suzuki na ’n paar uur ‘wasbord rijden’ niet uit elkaar valt! Het landschap van Damaraland wordt overigens steeds mooier; dat maakt ’n boel goed. Bovendien bezoeken we onderweg het “Petrified Forest” (versteende bomen die 280.000.000 jaar geleden in Midden Afrika nog leefden) en de 6000 jaar oude rotstekeningen van de bosjesmannen bij Twijfelfontein (’n bron die soms wel en soms geen water geeft). Beide attracties worden druk bezocht, dus er is toch nog best wat verkeer hier in deze ‘uithoek’.

Hoewel sinds de onafhankelijkheid Engels de officiële voertaal is wordt er nog steeds veel Afrikaans gesproken. Zo rijd je midden in de rimboe en staat er ’n bord met “Geen Toegang”….. Hier in Damaraland wordt ook de “kliktaal”gesproken; les 1 van de korte cursus was niet voldoende om de conversatie te kunnen volgen, maar wel leuk om de verschillende kliktonen te kunnen onderscheiden. Halverwege de vrijdagmiddag arriveren we - na 4 uur hobbelen – bij Camp Kipwe.  Er is maar één woord dat deze lodge kan omschrijven: WAUW! (zie link) Onze kamer is inderdaad in de rotsen gebouwd en de badkamer ligt buiten tussen de rotsblokken. Dat houdt ook in dat je tijdens het wateren  en douchen ’n schitterend uitzicht over het landschap van Damaraland hebt. En vanaf de hoogste rots heb je met ’n sundowner in je hand ‘n 360° uitzicht over de omgeving, die door de ondergaande zon vuurrood kleurt. Alweer: wauw!
uitzicht vanaf de "water-hole"!

 

Wednesday, October 24

the circle of life


’n Paar honderd asfalt-kilometers verder en na fourageren in Otjowaringo (brötchen, water en wat alcoholica…) arriveren we in de middag bij Mushara Bush Camp; ’n nieuw camp – vlak bij de Lindquist-poort van Etosha -  met 18 sjieke tenten en ’n schitterende lapa (receptie, lounge, restaurant). Helaas zijn de tenten – ondanks de temperaturen  van rond de 40 °C – niet voorzien van ’n koelkastje, maar krijgen we na geklaagd te hebben over het feit dat zelfs de kraan met “cold” erop bloedheet water geeft  ’n koelbox vol met koelelementen en ijsblokjes om ons water (en biertjes en wijn…) te koelen. Verder is de tent zeer comfortabel en koelt het ’s avonds gelukkig lekker af. De geluiden van de bush houden me ’n poosje wakker, vooral wanneer blijkt dat één van de geluiden van binnen de tent komt. Toch maar weer in slaap gevallen.
 
Als ware safari-gangers staan we ’s ochtends vroeg op en rijden al rond 7 uur het park in. De truc is om bij één van de vele waterholes te gaan staan (ook wanneer er geen dieren zijn) en maar afwachten wat er langs komt. En dat is heel wat! We zien het hele arsenaal aan ons voorbij komen en hopen dat de katachtigen morgen in beeld komen wanneer we van hier dwars door het park naar Okakuejo (het meest westelijke kamp (zo’n 150 km); het park is 22.000 km² groot!) rijden. De gravelroads zijn wisselend van kwaliteit en we zijn vandaag dan ook flink door elkaar geschud.’t Is ’n wonder dat de Suzuki Jimny het volhoudt. (we hebben echter vanmiddag al kontakt gehad met het verhuurbedrijf omdat de V-snaar flink giert bij het starten en één van de richtingaanwijzers het niet meer doet. Misschien wel niet zo gek met meer dan 100.000 km op de teller; we hadden erop gerekend ’n nieuwer model mee te krijgen….
 
’s Middags bij het zwembad vallen er 10 druppels regen; de lokale bevolking hoopt op ’n snel  begin van de regentijd, die volgens verwachting eind van deze maand gaat losbarsten. Het heeft sinds april niet meer geregend. Wij hopen dat-ie nog even op zich laat wachten, hoewel ’n beetje afkoeling wel lekker zou zijn!
’s Avonds organiseertr de Bush Camp ’n BBQ en liggen de springbokken, die we vanochtend nog zagen bij de waterholes te spetteren op het vuur. The circle of life…..

 
(de komende paar dagen even geen internet....)

Monday, October 22

orix en andere dieren....


Terwijl ik dit schrijf lijkt de “achtertuin” van onze lodge wel op de Ark van Noach; er lopen allerlei soorten antilopes, jakhalzen, wrattenzwijnen en parelhoenders in ons uitzicht. Mooi wakker worden! Gisteren was ’n lange dag; na de fantastische ochtend drive ’s middags weer zoiets moois. Al snel treffen we 4 ‘wild dogs’ (ondanks allerlei rehabilitatie-programma’s ’n uitstervende diersoort in Afrika) die zich tegoed doen aan ’n enorme orix en ’t beest met brute kracht in stukken scheuren en van de ogen ontdoen…. Geen smakelijk maar wel fascinerend gezicht. (de orix is trouwens het nationale symbool van Namibië en levert bovendien heerlijk vlees;  we eten ’t hier regelmatig, afgewisseld met kudu-vlees)

Wanneer de wilde honden vertrekken, rijden we door naar een ‘hide’ en  maken daar ’n paar prachtige foto’s van een luipaard. (eerlijk gezegd is dat ’n tikkeltje in scene gezet, maar dat zien we maar door de vingers; dat is onderdeel van het educatieve karakter van Okonjima zullen we maar zeggen) Wanneer we ’n uurtje later langs de dooie orix rijden blijkt dat zo’n 50 gieren het beest tot op het bot hebben leeg gepeuzeld. We crossen nog wat door het park en zoeken ’n mooi plekje voor de sundowners; ’n gin and tonic (G&T) werkt goed tegen de muggen, hoewel we die hier eigenlijk nog niet gezien hebben.



Vandaag rijden we(nog steeds alleen maar over asfaltwegen) door naar Etosha, één van de grootste wildparken ter wereld; we horen van andere reizigers positieve verhalen , dus dat belooft ook weer veel goeds. Het gezamenlijke diner in de lodges levert steeds  leuke gesprekken op. Gisteren aan tafel met ’n beroeps natuur-fotograaf uit Duitsland. Hij is volledig Namibië-gek en komt hier ’n paar keer per jaar. Dus veel verhalen en fotografie-tips; hij heeft ’n mooie website gemaakt met tips voor alle afzonderlijke gebieden, daar hopen we veel gebruik van te gaan maken. (www.namibia-fotospots.de)

 

radio-tracking


Dit zou je moeten zien…! We zijn best wel wat verwend op hotel-gebied, maar waar we nu zitten… We hadden ’n reservering voor de “main camp” in Okonjima, maar al bij het hek voordat we de 24 km  gravelroad naar de lodge moesten rijden,  kregen we te horen dat we waren ge-upgrade naar de “bush camp”; de exclusievere versie en bij aankomst bleek dan ook nog ‘ns dat het om de honeymoon suite ging. (en dan te bedenken dat homoseksualiteit- of eigenlijk homosexuele aktiviteit -  in Namibië strafbaar is….!) ’n Waanzinnige villa met ’n fantastisch  uitzicht, open haard, buiten douche en ’n badkamer met ‘n  inloop douche van 3x3 met daarin ’n prachtige dooie boom; je zou ’t moeten zien…. Buiten douchen midden in de bush; wat wil ’n mens nog meer??  
 
Ook met de gamedrives veel geluk! Tijdens de luipaard-track op zondag blijkt het toch nog erg lastig om op ’n reservaat met een oppervlakte van 200 km² met “radiotracking” (6 luipaarden hebben ’n halsband om die radiostralen uitzendt)  een luipaard te traceren. Precies aan het einde van de drive – net voordat de zon ondergaat – na drie uur rond hobbelen zien we ’n pracht exemplaar de bush uitkomen. De volgende ochtend vroeg (reveille om 05.30 uur….) gaan we cheeta’s te voet tracken. Als snel komen we in de buurt van 3 cheeta’s die jagen op een paar weken oud  girafje. Ongelofelijk;  we staan en wandelen (met z’n vijven en 2 gidsen) er bijna ’n uur op korte afstand tussen door.  Dit was zo bijzonder!



Gelukkig loopt het goed af (met het girafje en met ons…); de moeder biedt veel weerstand en op ’n gegeven moment geven de 3 cheeta’s het op. Okonjima zou door onze lodge en de wandeling van vanochtend inderdaad wel eens ’t hoogtepunt van de reis kunnen worden…..

 
in het cirkeltje één van de drie cheeta's, de andere 2 liggen achter ons....

Saturday, October 20

Himba's!


De KLM kreeg meer reizigers dan verwacht en zette ’n groter toestel in voor de reis naar Johannesburg.  Het grotere toestel had ’n hogere kruissnelheid zodat we flink wat vroeger arriveerden, maar het nadeel was dat het ’n andere stoelconfiguratie had waardoor onze zorgvuldige uitgekozen – en al lang van te voren gereserveerde -  stoelen niet meer aan het gangpad bleken te staan…. (Kut Luchtvaart Maatschappij….) Gelukkig viel er uiteindelijk wat te schuiven en kon Paul toch de benen enigszins strekken. De KLM profileert zich echt als Nederlandse maatschappij; bij de maaltijd kregen we rode kool met ’n gehaktbal en ’n heerlijke Bosche bol als toetje! Ook ’n prima Nederlandse film die de dag voor ons vertrek pas in de bioscoop in première was gegaan; “Alleen maar nette mensen” , waarin de hoofdrolspeler valt op donkere vrouwen met forse boezems en enorme derrieres. We hebben inmiddels door dat-ie z’n heil hier in Windhoek moet gaan zoeken!
Aangekomen in het hotel op de luchthaven – rond 10 uur ’s avonds – bleek onze reservering gecancelled, want niet betaald en het hotel “fully booked” . Da’s nog ‘ns ’n fijn begin van een reis…. Na wat héén en weer geklets bleek er toch ’n kamer beschikbaar en konden we  alsnog ’n paar uurtjes pitten. Nu maar hopen dat onze creditkaart niet(nogmaals)  belast zal worden…


Niet lang gepit, want de volgende ochtend vertrok het vliegtuig naar Windhoek al weer vroeg, zodat we de eieren met boere wors  in ’n rap tempo naar binnen moesten werken. Eenmaal gearriveerd in Windhoek blijkt de Olive Grove Guesthouse ’n oase van rust en bijzonder stijlvol oord  in de verder ietwat rommelige en oninteressante stad. Hoewel je hier in Namibië op zaterdag na 13.00 uur en zondag de hele dag geen alcohol kunt kopen toch nog ergens in ’n Pick n Pay wat biertjes kunnen scoren.  Op de markt de eerste Himba’s in ’t vizier gehad; de Himba’s zijn bekend om hun oranje-bruine kleur, bijzondere haardracht en zeer beperkte kledij. De Himba’s wonen alleen in het hoge noorden van Namibië, het enige gedeelte van het land dat we tijdens onze rondreis overslaan.

Tijdens de thee op het gezamenlijke terras en later tijdens het diner worden we overspoeld met verhalen en tips door onze buurman Bram, ’n gepensioneerde – en volgens ons ietwat dementerende – orthopedisch chirurg uit Aerdenhout. Zijn vrouw en hij sluiten morgen hun rondje af en hebben alleen maar positieve verhalen, tot vervelens toe….En wanneer de verhalen over de reis eindelijk op zijn gaat hij net zo enthousiast verhalen over het project in Kenia (’n orthopedisch ziekenhuis) dat hij daar met ’n stichting aan het opstarten is. Hij vliegt morgen dan ook door naar Nairobi. ’n Bijzondere man.

Morgen begint voor ons de grote reis; eerste bestemming is Okonjima en de Africat foundation (zie  filmpje). Het was volgens Bram het hoogtepunt van hun reis; nooit zo fijn om met ’n hoogtepunt te beginnen…..

Monday, October 15

korte cursus "klik-taal"....

 
Volstaan voor de meeste reizen de taalgidsjes Swahili, Mandarijn of Vietnamees, voor Namibië is een "wat en hoe Nama" met de meest gebruikte vragen en begroetingen niet voldoende. De "klik-taal" is zo bijzonder dat 'n korte cursus op z'n plaats is....
 

                                                                     wordt vervolgd!