Geen olifant, geen tijger, geen tapir gezien… alleen een
paar apenfamilies, de gebruikelijke vlinders en één varaan! Khao Sok bestaat
eigenlijk uit 2 delen die 60 km van elkaar vandaan liggen; het park met een
zeer bescheiden aantal hikes (je kan niet – zoals in veel andere parken – met
de auto door het park toeren) en het waanzinnig grote (stuw-)meer. Dus dat
betekent één dagje varen en één dagje wandelen.
Volgens de (ietwat wonderlijke) dame van ons “tentenkamp” kunnen wij – omdat we eigen
vervoer hebben – prima zelf iets regelen bij de pier van het meer en hoeven we
geen toertje te boeken. Maar ja, wanneer je geen woord Thais spreekt blijkt dat
toch lastiger dan verwacht! Uiteindelijk belanden we, na betaling van 2000 Baht
(= € 50) in de oudste – volledig van hout gemaakte – longtailboat in het haventje
en er wordt ’n schipper opgeduikeld die nauwelijks te verstaan is. Temeer omdat
de haperende en sputterende motor zoveel kabaal maakt dat enige conversatie
onmogelijk is… We spreken af om 4 uur te gaan varen en kunnen zo een aardig
stuk van het meer bevaren. Het is onder backpackers erg populair om één nachtje
te logeren op één van de “floating resorts” (erg basic…); wij maken er ’n
sanitaire stop en bovendien prettig om de benen even te strekken. Vanaf het
moment dat we in het bootje stappen zie ik door verschillende naden water
sijpelen, toch leggen we zonder problemen 4 uur later weer aan aan de pier!
Je kan maar 2 betrekkelijk korte en tamelijk saaie
wandelingen zonder gids maken in het
park; het bord met de waarschuwing dat je overstekende olifanten kan tegen
komen maakt het niet veel spannender. Het wordt pas ‘n echte jungletocht
wanneer we even uitpuffen op een stel rotsen bij een waterval en een familie
makaken (ma makaaak, pa makaak en de kleine…) over diezelfde rotsen wil
oversteken.
Op de foto komt pa nog best vriendelijk over, maar nog geen
3 seconden later komt-ie luid brullend en met opgetrokken bovenlip op ons
afgerend; we staan blijkbaar iets te dicht bij de kleine. We schrikken ons het
apenlazarus en deinzen al gillend terug. Gelukkig druipt-ie dan af, want een
apenbeet is risky business…..
Na 3 km loop je tegen een bord aan met de boodschap dat het vanaf daar verplicht is met een gids te wandelen (want moeilijk, gevaarlijk, blablabla....) 1000 Baht boete als je het toch stiekem doet. het opperhoofd van het 'checkpoint' knijpt echter graag een oogje dicht, zodat we toch nog even echt door het regenwoud kunnen hiken. Na 'n poosje moeten we toegeven dat het inderdaad een zware wandeling is en keren om....
Wanneer we uitgeput en doorweekt van de transpiratie de auto
in stappen zien we pas de enorme bloedvlek op Paul z’n broekspijp; blijkbaar
heeft ’n bloedzuiger zich op z’n dijbeen tegoed gedaan aan z’n bloed. Door het
antistollingsmiddel, dat die beesten gebruiken om optimaal te kunnen genieten,
bloed het nu flink en kan ik eindelijk m’n EHBO-kitje gebruiken! Wondje
ontsmetten, bloeden stelpen en een pleister erop; fluitje van een cent. Het kost veel meer moeite om z’n favoriete
korte broek schoon te krijgen….
De rit van de bergen van Khao Sok naar de kust (Khao Lak)
duurt maar 1 ½ uur, maar onderweg maken we een paar stops voor Tsunami
herdenkingsmonumenten, de Tsunami begraafplaats (voor ongeïdentificeerde
slachtoffers) en ‘boat 813’ (een miltaire boot die voor de kust de veiligheid
van de koninklijke hoogheden die daar kerstfeest vierden in de gaten hield en bijna
1 ½ km landinwaarts is terug gevonden. 'n kleinzoon van de koning heeft het natuurgeweld niet overleefd, net zoals 290.000 (!) andere slachtoffers in de hele regio….) Helaas wordt een en ander - bijna 11 jaar na dato - niet meer zo goed onderhouden.
Het zuiden van Thailand kent een iets langer regenseizoen;
dit betekent dat het de hele dag prachtig weer is, maar dat tegen borreltijd de
hemel even openbreekt. In plaats van een mooie zonsondergang (we logeren alleen
vrijdag en zaterdag aan de westkust van Thailand) worden we op ons balkon met
uitzicht op zee getrakteerd op een waanzinnig vuurwerk/onweer! Ook ’s nachts wat
kabaal aangezien de hoge bomen rondom ons huisje grote zaaddozen met een
vaartje afvuren en die vallen dan vervolgens met een flinke knal op het zinken
dak…. Boem! (maar ach, het dunne tentdoek van de afgelopen 3 dagen was dan weer niet bestand tegen het lawaai van de grote familie uit Singapore; 'hebben de oordopjes dus altijd bij de hand!)