De bedoeling is dat de gids van Camp Kipwe ons met z’n
“nature drive” naar de ‘desert elephants’ weet te brengen. Woestijn olifanten
zijn door kleine aanpassingen (grotere voetzolen in verband met het mulle
zand en langere voorpoten om beter langere afstanden te kunne afleggen) aangepast
aan het leven in de woestijn. Bovendien zijn het de enige olifanten ter wereld
die niet in ’n omheind gebied leven en dus in principe het hele continent over
zouden kunnen zwerven. Zo leven hier ook nog echt wilde leeuwen en neushoorns.
Hij had ze – zonder radiotracking ! – snel gevonden, zodat
we ze lang konden blijven volgen en
daarna de scenic route terug konden nemen en tijd hadden om te stoppen bij de
heksenkringen, Welwitschia’s (planten die alleen in de woestijn van Namibië
groeien), boompjes, vogeltjes… Al met al ’n prachtige nature drive!
Naast de natuur ook tijd voor kultuur. ’s Middags hobbelen
we met de Suzuki naar het ‘living museum of the Damara’. Lijkt ’n tikkeltje
vreemd – poppetjes kijken – maar de jongelui lijken zeer enthousiast en
gedreven om iets van hun cultuur over te brengen (en ’n
paar NA$ te verdienen…) Leuke ervaring!
Het – overigens niet te drinken – zelf gebrouwde bier bezorgt me later lichte
darmprobleempjes, maar ja, weigeren was ook geen optie…..
Jammer genoeg moeten we de volgende dag al weer snel na het
ontbijt Camp Kipwe verlaten aangezien we ’n rit van 7 uur voor de boeg hebben.
Ook nu zijn de wegen erg wisselend van kwaliteit, alleen het laatste stuk langs
de kust bestaat niet uit gravel maar uit
zout! Dat rijdt zelfs beter dan de asfalt wegen. Zelfs zo goed dat we met
plezier de omrit van 2x 45 km richting Cape Cross maken. Daar huist de grootste
zeeleeuwen kolonie ter wereld (soms wel 200.000); de stank en het kabaal zijn
dan ook ongelofelijk….. Wanneer de
bezoeker vóór ons in de rij bij de kassa ons waarschuwt voor de stank zegt de
dame achter het bureau gevat dat dat vandaag wel mee zal vallen, omdat het
zondag is en ze dan allemaal onder de douche gaan. Hihihi…
Daarna zoeven we over het zout richting Swakopmund; ’n
grotere overgang na Camp Kipwe is niet mogelijk. De stad heeft veel weg van
Noordwijk aan Zee, maar is wel de
tweede stad van Namibië. Tijdens de Duitse overheersing gesticht dus veel Duits aandoende details. Er hangt vaak – en
deze zondag ook – ’n zeemist langs de kust. En dus is het ook nog ‘ns ruim 10°
kouder dan In Damaraland. We logeren in
hotel Eberwein waar het verkeer bijna door de kamer rijdt. Oh, wat verlangen
wij weer naar de woestijn met de serene
rust en de prachtige vergezichten (en het korte broeken weer….) Dinsdag rijden
we terug het binnenland in!
Maar eerst doen we op maandag de “living desert tour”; niet
op zoek naar de ‘big five’ (olifant,leeuw, luipaard, neushoorn en buffel), maar
de ‘little five’ (kameleon, slang, hagedis, spin en schorpioen). De laatste
twee lopen we mis, maar de rest in
kombinatie met het schitterende duinlandschap ten zuiden van Swakopmund is spectaculair.
Chris, de gids, brengt het op ’n geweldig grappige manier en is zeer ervaren in
het vinden van de dieren. Wanneer hij ’n kleine oneffenheid in het zand ziet
gaat-ie graven met z’n handen en vindt dan de meest wonderlijke dieren ;
ongelofelijk! Bij onderstaande oogje gebruikte hij niet z’n handen; dat
slangetje is zeer giftig…..
1 comment:
Hoi,Hoi, het is ongelooflijk dat jullie nog steeds verhalen via internet kunnen verzenden.
Ik vind het leuk. ik weet niet meer wat ik moet schrijven.
Blijf maar lekker genieten.
ik ga de foto's bekijken.
Tot het volgende verhaal.
Dag doei. Loes
Post a Comment